29 296 Tunnelveiligheid

Nr. 39 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2021

Op 29 juni 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van de verminderde brandwerendheid van beton bij de wegtunnels die na 2008 opgeleverd zijn (Kamerstuk 29 296, nr. 36). Ik heb u tevens gemeld dat er nog enkele vervolgonderzoeken lopen, waaronder onderzoek naar tunnels die zijn opgeleverd tussen 2000 en 2008. Dit om uit te zoeken en zo mogelijk uit te sluiten dat het risico van verminderde brandwerendheid zich ook voor 2008 kan hebben voorgedaan. En dat dit mogelijk tot aanvullende maatregelen en kosten kan leiden.

In de periode 2000–2008 zijn er zeven tunnels opgeleverd, te weten de Roertunnel, Swalmentunnel, Thomassentunnel, 2e Beneluxtunnel en de drie Sijtwendetunnels. Inmiddels zijn in drie van de zeven tunnels die opgeleverd zijn in de periode tussen 2000 en 2008 hitteproeven uitgevoerd, namelijk de 2e Beneluxtunnel (A4) en twee Sijtwendetunnels (N14). In deze tunnels konden de hitteproeven bij bestaande werkzaamheden meegenomen worden, waardoor dit niet tot extra hinder voor de weggebruikers heeft geleid. De resultaten van deze proeven laten ook afspatten van beton zien. Daarmee lijkt bij de tunnels tussen 2000 en 2008 sprake van een gelijke situatie als bij de tunnels die opgeleverd zijn vanaf 2008. De precieze omvang en mogelijke herstelmaatregelen moet nog nader in beeld worden gebracht. Op basis daarvan is ook een inschatting te maken van de kosten die hier mee gemoeid zijn.

De veiligheid van de weggebruikers is op basis van het afspatgedrag onderzocht. De veiligheid is in de zeven tunnels niet in het geding. RWS is momenteel in overleg met de desbetreffende bevoegde gezagen en hulpdiensten om te bepalen of aanvullende operationele beheersmaatregelen noodzakelijk zijn.

Op dit moment vindt er, in afstemming met de bevoegde gezagen, nog onderzoek plaats naar mogelijk alternatieve oplossingen. Zodra de uitkomsten van vervolgonderzoeken daar aanleiding toe geven zal ik u nader informeren.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven