Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29295 nr. 1;A |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2003-2004 | 29295 nr. 1;A |
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 november 2003
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 12 november 2003.
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 12 december 2003.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen de op 29 mei 1997, 29 mei 1998 en 29 mei 2001 te Abidjan totstandgekomen wijzigingen van de op 4 augustus 1963 te Khartoem totstandgekomen Overeenkomst tot oprichting van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank (Trb. 2003, 156).1
Een toelichtende nota bij de verdragswijzigingen treft u eveneens hierbij aan.
De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.
De Afrikaanse Ontwikkelingsbank (AfDB), ingesteld bij de op 4 augustus 1963 te Khartoem totstandgekomen Overeenkomst tot oprichting van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank (Trb. 1981, 28), is tezamen met het Afrikaanse Ontwikkelingsfonds een onderdeel van de Afrikaanse Ontwikkelingsbankgroep. De aandeelhouders van de AfDB zijn verdeeld over 18 kiesgroepen: 12 kiesgroepen van regionale landen en 6 kiesgroepen van niet-regionale landen. Nederland is lid van een kiesgroep samen met Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Portugal. Binnen de AfDB-groep worden de meeste besluiten genomen door het college van bewindvoerders, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de algemene werkzaamheden van de bank. Bij de bank hebben alle 18 kiesgroepen via een eigen bewindvoerder zitting in het college van bewindvoerders, waarbij het stemrecht is gekoppeld aan het aandeel van de landen in het kapitaal van de bank. De raad van bestuur is het hoogste orgaan van de bank. Iedere lidstaat benoemt een lid en een plaatsvervanger in deze raad; voor Nederland zijn dit respectievelijk de Minister van Financiën en de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking. De raad van bestuur kiest de president van de bank, die vervolgens de voorzitter is van het college van bewindvoerders.
De amendementen zoals die zijn aangenomen in 1997, 1998 en 2001 kunnen worden beschouwd als het sluitstuk van een proces van interne bestuurshervormingen die ingezet zijn vanaf 1995. De voorgestelde wijzigingen betreffen onder meer een verandering in de toewijzing en de verdeling van het kapitaal aan de regionale en niet regionale lidstaten en de vaststelling van nieuwe regels met betrekking tot het quorum en de meerderheid van stemmen van de raad van bestuur en het college van bewindvoerders. Deze zaken zijn eerder aan de Kamer gemeld in het verslag van de vijfde kapitaalverhoging van de AfDB (brief nummer BFB/1998-1310, d.d. 17-12-1998). Ook worden de bevoegdheden van de president van de bank, de raad van bestuur en het college van bewindvoerders duidelijk afgebakend. De amendementen stellen ook een limiet aan het aantal termijnen waarvoor een bewindvoerder en de president verkozen kunnen worden.
Deze onderwerpen waren in een eerder stadium geïdentificeerd door een commissie van wijzen die door het college van bewindvoerders was geïnstalleerd, naar aanleiding van de interne bestuurscrisis van de bank in de jaren 1994–95. De resoluties die vervolgens door de raad van bestuur werden aanvaard zijn er op gericht om zowel de aanbevelingen van de commissie te implementeren als de aanbevelingen van een ad-hoc comité van de raad van bestuur, dat ingesteld was om de ongerustheid van de regionale lidstaten weg te nemen ten aanzien van de verdeling van de toewijzing van kapitaal en de stemprocedures van de besluitvormingsorganen van de bank. Dit ad-hoc comité werd in 1998 omgezet in het GCC (Governors Consultative Committee) en kreeg de bevoegdheid om op ad-hoc basis bepaalde beslissingen van de raad van bestuur voor te bereiden, zoals verdragswijzigingen.
2. De wijzigingen van 29 mei 1997 (resolutie B/BG/97/05)
Deze amendementen, aangenomen op voorstel van het ad-hoc comité, beogen de aanpassing van de beheersstructuren van de bank met als doel de verbetering van de operationaliteit. De mandaten (zowel de benoemingstermijn als de herverkiezing) van de bewindvoerders en de president worden gelimiteerd. Voor bewindvoerders geldt een termijn van drie en voor de president van vijf jaar, beide met de mogelijheid van een verlenging van maximaal 1 termijn. Daarnaast wordt de macht van de president vergroot bij benoemingen.
3. De wijzigingen van 29 mei 1998 (resolutie B/BG/98/04)
Tijdens de 34e jaarlijkse bijeenkomst van de bank, in 1998, is besloten het maatschappelijk (geautoriseerde aandelen) kapitaal van de bank voor de vijfde keer te verhogen door de uitgifte van 567 000 nieuwe aandelen. Hiermee werd het maatschappelijk kapitaal van de bank met 35 procent verhoogd van 16,2 tot 21,87 miljard rekeneenheden (een aandeel is gelijk aan 10 000 rekeneenheden, een rekeneenheid is gelijk aan een SDR (Special Drawing Right)). De toewijzing van kapitaal is zo vormgegeven dat de stemverhouding tussen de regionale en niet-regionale leden is gewijzigd van aanvankelijk 2/3–1/3 naar zestig procent voor de regionale leden en veertig procent voor de niet-regionale leden. Bij de kapitaalverhoging zijn ook nieuwe regels opgesteld betreffende het quorum en de structuur van het stemrecht. Het nieuwe quorum is een meerderheid van het totale aantal bestuurders respectievelijk bewindvoerders, die samen minimaal 70% van de stemmen vertegenwoordigen. Voorheen werden besluiten genomen met eenvoudige meerderheid; na het accoord over de kapitaalverhoging worden besluiten genomen bij meerderheid van 2/3 van de stemmen van de leden die vertegenwoordigd zijn tijdens de vergadering. In uitzonderingsgevallen geldt een meerderheid van 70%. Deze wijzigingen waren noodzakelijk om de niet-regionale aandeelhouders te doen instemmen de kapitaalverhoging.
Deze kapitaalverhoging en de daarmee samenhangende wijziging van stemverhoudingen, quorum en meerderheidsregels zijn aan de Kamer gemeld in het verslag van de kapitaalverhoging (GCI-5) aan de Kamer, nummer BFB/1998-1310 d.d. 17 december 1998.
4. De wijzigingen van 29 mei 2001 (resolutie B/BG/2001/08)
De amendementen van 2001 werden door de raad van bestuur aangenomen naar aanleiding van een rapport, opgesteld op verzoek van de bank door wijlen Dr Ibrahim F. I. Shihata, voormalig vice-president en juridische raad van de Wereldbank. Het belangrijkste oogmerk van deze wijzigingen was de samenhang te garanderen tussen de verschillende bepalingen die waren aangenomen bij eerdere hervormingen. Tegelijkertijd was het nodig om de tekst te herzien door achterhaalde bepalingen te verwijderen en de Overeenkomst aan te passen aan de statuten van andere multilaterale ontwikkelingsbanken. Belangrijkste wijziging is de mogelijkheid tot schorsing, of schorsing van stemrecht van een lid, wanneer een lid zijn financiële verplichtingen aan de bank niet nakomt en de raad van bestuur hiertoe besluit. Ook is een arbitragebepaling opgenomen in het verdrag.
Wat het Koninkrijk betreft zullen de wijzigingen, evenals de Overeenkomst zelf, alleen voor Nederland gelden.
De Minister van Financiën,
G. Zalm
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. G. de Hoop Scheffer
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A. M. A. van Ardenne-van der Hoeven
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29295-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.