nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 24 februari 2004
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
E
In artikel 79a, eerste lid, onderdeel b, wordt «de leeftijd van
55 jaar heeft bereikt» vervangen door: bij het begin van het kalenderjaar
de leeftijd van 54,5 jaar heeft bereikt.
B
Artikel II komt als volgt te luiden:
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
en kan terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip, dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden
vastgesteld. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel
16 van de Tijdelijke referendumwet.
Toelichting
De huidige formulering van artikel 79a, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
(WAO) zoals dit door de inwerkingtreding van de Wet van 19 december 2003,
houdende premievrijstelling bij in dienst nemen en in dienst houden van oudere
werknemers (Stb. 2003, 557) vanaf 1 januari 2004 luidt, maakt meerdere
uitvoeringsmodaliteiten mogelijk. In de brief van de minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid van 18 december 2003 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken
II 2003/04, 28 862, nr. 26) zijn de verschillende uitvoeringsvarianten
bezien. De uitvoeringsmodaliteiten zijn in overleg met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen beoordeeld op het effect op de administratieve
lasten voor werkgevers, de uitvoeringskosten en de budgettaire gevolgen. Na
weging van de genoemde factoren, is gekozen voor de variant waarin premievrijstelling
geldt voor de werknemer die bij het begin van het kalenderjaar 54,5 jaar is.
In tegenstelling tot de andere uitvoeringsmodaliteiten is deze variant budgetneutraal
en heeft hij geen nadelige gevolgen voor de uitvoering(skosten) en de administratieve
lasten van werkgevers. Zoals reeds is aangekondigd in bovengenoemde brief
vergt de keuze voor deze variant aanpassing van de WAO. Met deze nota van
wijziging wordt geregeld dat de bepaling«werknemer die de leeftijd van
55 jaar heeft bereikt» gewijzigd wordt in «werknemer die bij het
begin van het kalenderjaar de leeftijd van 54,5 jaar heeft bereikt».
Werkgevers krijgen voor de werknemer die bij het begin van het kalenderjaar
54,5 jaar of ouder is, premievrijstelling voor het hele kalenderjaar.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus