Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juni 2010
Gelet op artikel 91 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) doe ik u hierbij toekomen een ontwerp
van een algemene maatregel van bestuur1, houdende wijziging van het Besluit periodieke registratie (BPR) waarbij het stelsel van periodieke registratie wordt uitgebreid
naar de zogenaamde tweede tranche beroepen, genoemd in artikel 3 van de Wet BIG, te weten arts, tandarts, apotheker, gezondheidszorgpsycholoog
en psychotherapeut.
Een nota van toelichting1 is bijgevoegd.
Bij periodieke registratie gaat het om het handhaven van een minimumnorm waaraan beroepsbeoefenaren ten minste moeten voldoen
om hun BIG-registratie te kunnen behouden. Deze minimumnorm kan behaald worden door het opdoen van werkervaring dan wel door
het volgen van scholing.
Bij de totstandkoming van het BPR is er voor gekozen om het stelsel van periodieke registratie in twee fasen per beroepsgroepen in te voeren. Per 1 januari
2009 is het stelsel in werking getreden voor de eerste tranche beroepen ex artikel 3 van de Wet BIG: de fysiotherapeut, de
verloskundige en de verpleegkundige. In het BPR zijn voor deze beroepen nadere regels gesteld voor de registratieperiode,
de werkervaringseis, bewijsstukken en tarieven voor periodieke registratie, Bij de ministeriële regeling inzake de periodieke
registratie, is vervolgens nadere invulling gegeven aan de aard van de werkzaamheden, de gelijkstelling van werkzaamheden
die meetellen voor de periodieke registratie en voor de scholing.
Het onderhavige besluit strekt ertoe het stelsel van periodieke registratie uit te breiden naar de overige beroepen, genoemd
in artikel 3 van de Wet BIG: de arts, tandarts, apotheker, gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut (beroepen van de tweede
tranche). In overleg met de betrokken beroepsorganisaties is voor de tweede tranche beroepen zoveel mogelijk aangesloten bij
de criteria die gelden voor de beroepen van de eerste tranche.
Voor de beroepen gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut is – op verzoek van de betrokken beroepsorganisaties – het minimum
aantal uren dat meetelt voor de werkervaring, van 2 080 in een periode van vijf jaar, verhoogd naar 3 120 uren. Reden hiertoe
is dat het aantal uren dat geldt voor de overige beroepen, acht uur per week, als onvoldoende wordt ervaren om de kennis van
GZ psycholoog en psychotherapeut op het initiële niveau in stand te houden.
De invulling van de criteria voor herregistratie voor de tweede tranche beroepen wordt niet geregeld in deze AMvB maar in
een nog op te stellen ministeriele regeling. Het betreft de aard van de werkzaamheden die meetellen bij de invulling van de
werkervaringseis, de gelijkstellingsbepaling en de invulling van de scholingseis. Deze ministeriele regeling zal in overleg
met de representatieve beroepsorganisaties worden opgesteld.
Mijn streven is dat het stelsel van herregistratie voor de tweede tranche beroepen op 1 januari 2011 in werking treedt. Om
die reden verzoek ik u te bevorderen dat het commentaar van de Eerste Kamer vóór 15 oktober aan mij kenbaar wordt gemaakt.
Het ontwerp is, overeenkomstig de wettelijke verplichting daartoe, toegezonden aan de Tweede Kamer en in de Staatscourant
bekend gemaakt.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink