29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

Nr. 577 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juni 2024

Inleiding

In het Caribisch deel van het Koninkrijk is er – net als in Europees Nederland – een dreigend tekort aan zorgprofessionals. Met het oog op de vergrijzende bevolking en de verwachte toename van de zorgvraag zal de vraag naar zorgprofessionals verder toenemen. De kwaliteit en de toegankelijkheid van de zorg komen hierdoor steeds meer onder druk te staan.

Onze Collegaministers van de landen hebben herhaaldelijk hun zorgen over personeelstekorten in de zorg onder de aandacht gebracht. Werving van personeel verloopt moeizaam gezien de beperkte beschikbaarheid van lokaal gekwalificeerd personeel. Caribische studenten die een zorgopleiding op mbo-niveau willen volgen kunnen kiezen uit verschillende opleidingen die op de eilanden worden aangeboden. Wanneer zij een zorgopleiding op hbo- of wo-niveau willen volgen zijn zij echter grotendeels aangewezen op opleidingen in Europees Nederland. Er zijn hierbij zorgen geuit over de instroom van Caribische aspirant-studenten in zorgopleidingen in Europees Nederland, en over de uitstroom daarna richting zorginstellingen in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Ik heb samen met de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, daarom op 23 mei 2023 de opdracht gegeven de problematiek rond zorgopleidingen op hbo- en wo-niveau voor Caribische studenten te laten verkennen via een onderzoek. Het eindrapport heb ik recent aangeboden aan uw Kamer1.

In deze brief geef ik uw Kamer, mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, een reactie op het eindrapport. Eerst zijn de belangrijkste bevindingen van het onderzoek samengevat. Daarna ga ik in op de aanpak die ik voorstel, vanuit de aanbevelingen die zijn gedaan rondom de verschillende uitdagingen. Ik ga daarbij ook in op de initiatieven die samen met de landen reeds zijn ingezet in de afgelopen periode.

Bevindingen

Het onderzoek is uitgevoerd door een consortium van ResearchNed, KBA Nijmegen en Kohnstamm instituut. De onderzoekers hebben gekozen voor een combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. Om een kwantitatief beeld te schetsen van in-, uit- en doorstroom in zorgopleidingen is gebruik gemaakt van data van onderwijsinstellingen, CBS en DUO. Ook is onderzoek gedaan naar de personeelstekorten in de zorg in het Caribisch gebied.

Daarnaast zijn er interviews gehouden en enquêtes afgenomen onder aspirant- en oud-studenten in het Caribische gebied en zorgaanbieders in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Uit het onderzoek blijkt dat er weinig systematisch inzicht is in (dreigende) tekorten aan hbo- en wo-opgeleide zorgprofessionals op de Caribische eilanden. Het is daarom onvoldoende duidelijk in welke specifieke sectoren de tekorten zich in de toekomst gaan voordoen en aan wat voor soort personeel behoefte zal zijn. Het ontbreken van specifieke kwantitatieve gegevens over de in- en doorstroom en terugkeer van Caribische studenten over verschillende jaren beperkt helaas ook een systematisch, vergelijkend overzicht tussen jaren. Een mogelijk verband met de invoering van decentrale selectie in 2017 is daardoor onvoldoende duidelijk. Wel kan worden geconcludeerd dat er een dalende trend waarneembaar is in het aantal Caribische studenten dat instroomt in zorgopleidingen met een numerus fixus sinds 2017. Vanaf 2020 blijkt ook het aantal behaalde diploma’s voor bepaalde opleidingen te dalen. Ook wordt geconcludeerd dat minder dan de helft van de Caribische studenten na het behalen van het diploma direct terugkeert naar de Caribische eilanden. Ongeveer een kwart keert terug na het volgen van een specialisatie.

Volgens de onderzoekers zijn er verschillende factoren te noemen die een rol spelen bij bovengenoemde ontwikkelingen. De beheersing van de Nederlandse taal en armoedeproblematiek zijn bijvoorbeeld van invloed op de studiekeuze en de mogelijkheid om de selectie met succes te doorlopen. Daarnaast ervaren respondenten ongelijkheid bij deelname aan de decentrale selectie. Drempels doen zich ook voor tijdens de opleiding: Caribische geneeskundestudenten ervaren belemmeringen bij de toegang tot een opleidingsplaats tot medisch specialist. Daarnaast zijn er uitdagingen na afronding van de studie. Carrièrekansen en financiën spelen hierbij een rol, die in Europees Nederland veelal als beter worden gezien.

De onderzoekers hebben op basis van de bevindingen specifieke aanbevelingen gedaan, onder andere ten aanzien van het verkrijgen van systematisch inzicht in tekorten op de arbeidsmarkt, het verbeteren van de voorbereiding van toekomstige studenten en het bevorderen van de terugkeer van zorgspecialisten. Hieronder ga ik in op de aanbevelingen.

Naar een programmatische, integrale aanpak

De aanbevelingen van de onderzoekers sluiten goed aan bij reeds bestaande beleidsinitiatieven en interventies op de eilanden vanuit de Ministeries van OCW en VWS. Maar er is meer nodig, en vooral ook vanuit een meer gezamenlijke, integrale inzet. De bevindingen van het onderzoek maken namelijk duidelijk dat er niet één oplossing voorhanden is.

Het verbeteren van de aansluiting tussen arbeidsmarktvraagstukken en onderwijs in de zorgsector in het Caribisch gebied vraagt om een integrale, programmatische aanpak, met effectieve samenwerking tussen de verschillende landen, betreffende werkgevers in de zorg, onderwijsinstellingen en andere stakeholders. Een aanpak die ook nauw aansluit bij het programma Strategic Education Alliance (SEA). Dit is een Koninkrijksbreed programma waarin de vier Ministers voor onderwijs binnen het Koninkrijk zich gezamenlijk inspannen om het studiesucces van Caribische studenten te vergroten.

In onderstaande paragrafen ga ik in op de aanbevelingen ten aanzien van de uitdagingen rondom zorgopleidingen op hbo- of wo-niveau, op basis van bestaande initiatieven, en de gewenste, aanvullende interventies die nodig zijn om de uitdagingen te adresseren. De uitdagingen betreffen: (1) het verkrijgen van inzicht in trends en ontwikkelingen arbeidsmarkt en opleidingen; (2) het verbeteren van de voorbereiding van toekomstige studenten; (3) het bevorderen van de in- en doorstroom van Caribische studenten in zorgopleidingen in Europees Nederland; (4) het bevorderen van de specialisatie tot medisch specialist; en (5) het bevorderen van de terugkeer naar de zorgsector in het Caribisch gebied.

De verschillende oplossingsrichtingen zullen worden besproken met de landen tijdens het aankomende Ministerieel Vierlandenoverleg (M4LO) OCW en M4LO VWS. Beide overleggen zullen in november 2024 plaatsvinden. Hierbij zal ook aandacht besteed worden aan de wijze waarop uitvoering gegeven kan worden aan de voorgestelde oplossingsrichtingen. Er zal onder andere oog zijn voor de regie vanuit het M4LO OCW en VWS, de relatie met bestaande initiatieven zoals het programma Strategic Education Alliance (SEA), en de gewenste betrokkenheid en inzet van verschillende «stakeholders». Op basis van beide overleggen zullen een agenda en een bestuurlijke werkvorm worden opgesteld voor de vervolgstappen. Uw Kamer zal hierover begin 2025 geïnformeerd worden, in het kader van de reguliere verslaglegging over het Ministerieel Vierlandenoverleg (M4LO).

In bijlage 1 is een schematisch overzicht opgenomen van de integrale aanpak, met aandacht voor de verschillende uitdagingen, bestaand beleid, benodigde extra interventies, betrokkenheid van relevante «stakeholders» en beoogde resultaten op korte en lange termijn.

1. Het creëren van inzicht in trends en ontwikkelingen arbeidsmarkt en opleidingen

Uitdagingen t.a.v. het creëren van inzicht in trends en ontwikkelingen arbeidsmarkt en opleidingen

Voldoende en goed geschoold personeel is een basisvoorwaarde voor goede gezondheidszorg op de eilanden. Hoewel de toenemende druk op de arbeidsmarkt op het gebied van zorg en welzijn ook in Europees Nederland speelt, maken de geïsoleerde ligging, de kleinschaligheid en de braindrain de eilanden extra kwetsbaar. Tijdens de Covid-19 pandemie is dit duidelijk zichtbaar geworden. Tegelijkertijd bleek tijdens de pandemie ook de kracht van onderlinge samenwerking tussen de eilanden. Diezelfde samenwerking is noodzakelijk om te komen tot een toekomstbestendige arbeidsmarkt en om pandemische paraatheid te borgen. Daarnaast kan vanwege de kleinschaligheid een groot aantal (noodzakelijke) beroepsopleidingen niet op elk eiland afzonderlijk verzorgd worden. Er zullen dus gezamenlijke gerichte en toekomstbestendige keuzes gemaakt moeten worden.

Om een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te realiseren, is (systematisch) inzicht nodig in de vraag vanuit de arbeidsmarkt op het gebied van zorg en welzijn. Daarnaast is het van belang om ook meer inzicht te verkrijgen in relevante kwantitatieve gegevens van in-, door- en uitstroom van Caribische studenten.

Huidig beleid en nieuwe initiatieven

Vanuit de betrokken ministeries van de landen en partijen uit het veld is er grote bereidheid om het dreigend tekort aan zorgpersoneel gezamenlijk aan te pakken. Samenwerking vindt al plaats op het niveau van het M4LO VWS – zo is er in juni 2023 afgesproken om per land binnen het Koninkrijk een capaciteitsplanning op te stellen. Ieder land werkt al afzonderlijk aan een capaciteitsplanning voor het desbetreffende land. Voor de BES-eilanden werkt VWS samen met de stakeholders aan een capaciteitsplanning. Het streven van de landen is om in november 2024 een adviesrapport op te leveren met behulp van de opgehaalde feitelijke gegevens en analyses waarbij aanbevelingen voor het invullen van capaciteitstekorten door samenwerking, vooral op het gebied van zorgopleidingen en onderwijs worden gedaan.

Kwantitatieve gegevens van in-, door- en uitstroom van Caribische studenten zijn beperkt beschikbaar, omdat het hier veelal gaat om kleine aantallen die niet gedeeld kunnen worden vanwege privacy redenen. In het jaarlijkse Trendrapport hbo en wo kan – en zal – voortaan wel de instroom van jongeren uit het Caribisch gebied op sectorniveau inzichtelijk worden gemaakt. Voorts zal er ook gekeken worden tot op welk niveau het studiesucces, uitval en «switch» inzichtelijk kan worden gemaakt.

2. Het verbeteren van de voorbereiding van toekomstige studenten

Uitdagingen t.a.v. het funderend onderwijs

Om voldoende gekwalificeerd personeel op het gebied van zorg en welzijn te kunnen opleiden op mbo-, hbo- en wo-niveau in de zorg, is het behalen van een vmbo, mavo, havo- of vwo-diploma van belang. Ook de instroom vanuit een mbo-diploma is relevant voor vervolgopleidingen op hbo- en wo-niveau. Hier ligt een belangrijke opgave in zowel het primair als voortgezet onderwijs.

Huidig beleid en nieuwe initiatieven

Samen met de scholen in Caribisch Nederland wordt continu gewerkt aan het versterken van het funderend onderwijs. In het afgelopen jaar hebben Europees Nederland, Bonaire, Sint Eustatius en Saba zich gecommitteerd aan de derde Onderwijsagenda’s, waarin voor de komende jaren afspraken zijn gemaakt over het primair en voortgezet onderwijs. Voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn de lokale overheden verantwoordelijk voor het funderend en voortgezet onderwijs. Uit de doorlichting van het onderwijs in het kader van de Landspakketten zijn meerdere aanbevelingen voor verbetering gekomen. Tijdens het M4LO OCW is afgesproken om waar mogelijk samen op te trekken om deze aanbevelingen uit te werken.

Uitdagingen t.a.v. taalvaardigheid

De onderzoekers raden aan om in te zetten op de Nederlandse taalvaardigheid van leerlingen en om Caribische studenten als NT2-er (Nederlands als tweede taal) te beschouwen. Dit is om hun studiesucces in het hbo en wo te bevorderen.

Enkele maatregelen vanuit de Derde Onderwijsagenda en de doorlichting van het onderwijs gaan specifiek over de meertaligheid van de eilanden.

Huidig beleid en nieuwe initiatieven

OCW zet zich in om de randvoorwaarden voor het taalonderwijs in Caribisch Nederland in het funderend onderwijs en het mbo op orde te brengen. Daarbij is er bijzondere aandacht voor het onderwijzen van het Nederlands als vreemde taal (NVT), mede om hun studiesucces in het hbo en wo te bevorderen. Verder wordt er in het kader van het ministerieel vierlandenoverleg samengewerkt in een netwerk NVT. Doel daarvan is de kennisuitwisseling tussen de eilanden op het gebied van het onderwijs van NVT te bevorderen met o.a. aandacht voor (verdere) bewustwording inzake didactiek en deskundigheidsbevordering.

Uitdagingen t.a.v. loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB)

Het onderzoeksrapport maakt duidelijk dat aankomende studenten een beperkt beeld hebben van de beroepen die er bestaan. Dit belemmert een weloverwogen studiekeuze.

Huidig beleid en nieuwe initiatieven

Op dit moment werken VWS en OCW reeds samen met organisaties die zich specifiek richten op studievoorlichting en -begeleiding van Caribische scholieren en studenten. Er wordt vanuit het programma SEA samen met de decanen van instellingen op de eilanden en met opleidingen in Nederland bezien op welke manier de studiekeuze het beste kan worden ingericht en hoe de juiste informatie bij de student terecht komt. Via het Caribbean Academic Foundation Year (CAFY), dat op dit moment uitgevoerd wordt op Curaçao en Aruba, en in ontwikkeling is op Sint Maarten en Caribisch Nederland, kunnen studenten voorafgaand aan hun eventuele vertrek naar Nederland of andere bestemmingen oriënteren op hun studiekeuze, werken aan taalvaardigheid en persoonlijke ontwikkeling. De bevindingen uit het rapport bevestigen dat bovengenoemde inzet gecontinueerd moet worden.

3. Het bevorderen van de in- en doorstroom van Caribische studenten in zorgopleidingen in Europees Nederland

Uitdagingen t.a.v. toelating zorgopleiding in Europees Nederland

Caribische jongeren die een zorgopleiding op hbo- of wo-niveau willen volgen, zijn grotendeels aangewezen op opleidingen in Europees Nederland. Deze opleidingen zijn vrij toegankelijk, mits de student over de juiste vooropleiding beschikt en het geen numerus fixus opleiding betreft. In het laatste geval verdeelt de onderwijsinstelling het aantal beschikbare plaatsen via decentrale selectie. Al langer vindt een maatschappelijk debat over de neveneffecten van decentrale selectie plaats. In de Kamerbrief over de selectie in het hbo en wo heeft het kabinet beschreven wat instellingen in de komende periode gaan doen om de kansengelijkheid bij selecterende opleidingen te vergroten2. Specifiek voor Caribische studenten heeft uw Kamer aangegeven een stap verder te willen gaan. Dit vanwege de impact die een mogelijk dalende instroom in zorgopleidingen met een numerus fixus heeft op het aantal medisch specialisten in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Huidig beleid en nieuwe initiatieven

Op 23 april jl. heeft uw Kamer een motie aangenomen die oproept tot een herintroductie van ministersplaatsen of een soortgelijke regeling, en de Kamer hier voor het zomerreces over te informeren3. Tot en met 2017 werd voor alle numerus fixusopleidingen (niet alleen in de zorg) een aantal plaatsen (23 op hbo-niveau en 23 op wo-niveau) voor Caribische studenten gereserveerd: de zogenaamde «ministersplaatsen». De eilanden organiseerden de selectie voor deze plaatsen zelfstandig. Met de inwerkingtreding van het systeem van decentrale selectie in 2017 werd afscheid genomen van deze gegarandeerde plaatsen, omdat dit niet zou bijdragen aan de «match» tussen kandidaat en opleiding.

De Ministeries van OCW en VWS zullen gezamenlijk uitvoering geven aan de motie betreffende de herintroductie van ministersplaatsen of een soortgelijke regeling. Samen met de landen, onderwijskoepels en NFU zal onderzocht worden hoe dit in de praktijk vorm te geven. Daarbij zullen de ministersplaatsen onderdeel zijn van een bredere integrale aanpak, waarbij we ook inzetten op het borgen van een goede «match» tussen student en instelling, het voorkomen van uitval en het bevorderen van de terugkeer van afgestudeerde medisch specialisten om de arbeidstekorten in het Caribisch deel van het Koninkrijk tegen te gaan. De nieuwe bewindspersoon van het Ministerie van OCW zal uw Kamer begin 2025 informeren over de uitvoering van de motie.

4. Het bevorderen van de specialisatie van Caribische studenten

Uitdagingen t.a.v. vervolgopleidingen tot medisch specialist

Na het succesvol afronden van de master geneeskunde kunnen studenten kiezen voor een sollicitatie naar een opleidingsplek in één van de dertig medisch specialistische vervolgopleidingen. De opleidingsplaatsen voor artsen in opleiding tot specialist (AIOS) worden gesubsidieerd middels de beschikbaarheidsbijdrage van het Ministerie van VWS. Dit geldt voor medisch specialisten, inclusief huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde, arts verstandelijke gehandicapten en de GGZ-beroepen. De wet- en regelgeving en financiële basis wijkt hiermee af van de initiële opleiding. De sollicitatieprocedures voor deze medisch specialistische vervolgopleidingen verschillen en worden regionaal of landelijk georganiseerd.

Het rapport geeft aan dat de werving en selectie van kandidaten voor een opleiding tot medisch specialist gepaard lijkt te gaan met een bepaalde subjectiviteit de niet gunstig is voor professionals met een Caribische achtergrond. Het lijkt moeilijker om een opleidingsplaats te bemachtigen vanwege cultuurverschillen en subjectiviteit in de toelating.

Huidig beleid en nieuwe initiatieven

Daar waar mogelijk zet VWS zich in om discriminatie tegen te gaan en gelijke kansen te bevorderen. VWS doet dit vanuit het Nationaal Programma tegen Discriminatie en Racisme.

In 2023 is tussen de vier landen afgesproken dat er zal worden gewerkt aan een traject voor studenten uit het Caribisch gebied om door te stromen tot de medische specialisatie in Europees Nederland of het Caribisch deel van het Koninkrijk. Ik acht het wenselijk de inspanningen op dit vlak te intensiveren.

Als onderdeel van de programmatische aanpak zullen VWS en OCW in gesprek gaan met de universitaire centra en de lokale zorginstellingen. VWS zal hierbij inzetten op mogelijkheden voor het creëren van opleidingsplekken voor Caribisch studenten – waarbij met de lokale ziekenhuizen afspraken worden gemaakt over mogelijke stages en terugkeer.

5. Het bevorderen van de terugkeer naar de zorgsector in het Caribisch gebied

Uitdagingen t.a.v. aansluiting Europees Nederlandse zorgopleidingen en de praktijk op de eilanden

Uit het rapport blijkt dat er aandacht nodig is voor de aansluiting tussen het onderwijs en de praktijk. Zorgaanbieders op de eilanden zijn vaak afhankelijk van tijdelijke zorgverleners uit Europees Nederland of omliggende landen. Onbekendheid met de taal en cultuur zorgen voor uitdagingen in de praktijk. Naast taal en cultuur is het van belang dat de opgedane kennis aansluit bij de lokale, Caribische context.

Op de eilanden is er veelal behoefte aan professionals die kunnen werken in een «generalistische» setting; terugkerende Caribische professionals, evenals tijdelijke, ingehuurde professionals uit onder andere Europees Nederland, moeten zowel hun specialistische als algemene kennis en ervaring kunnen toepassen en breed inzetbaar zijn. Dit in tegenstelling tot de Europees Nederlandse praktijk waar vooral vanuit (sub)specialisatie gewerkt wordt.

Huidig beleid en nieuwe initiatieven

Door gedurende de opleiding al aandacht te besteden aan de Caribische context, zullen het onderwijs en praktijk naar verwachting beter aansluiten. Stages kunnen hier een positieve bijdrage aan leveren. Op die manier kunnen studenten zich tijdens de opleiding voorbereiden op de context en organisatie waarin ze (mogelijk) zullen gaan werken. Op de lange termijn kan ook gedacht worden aan een curriculum op maat, gericht op de Caribische context, of een intensievere samenwerking tussen zorginstellingen en onderwijsinstellingen waarbij een deel van de opleiding lokaal plaatsvindt. VWS en OCW zullen in afstemming met de universitaire centra (onder andere vanuit de samenwerking binnen NFU) en lokale zorgaanbieders onderzoeken of het mogelijk is afspraken te maken over het opleiden van Caribische studenten tot medisch specialist in de regio.

Op het gebied van hbo- en wo-zorgopleidingen is het belangrijk te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om verschillende opleidingen deels of volledig op de eilanden aan te bieden, eventueel met behulp van online onderwijs. Dit zou ook extra kansen bieden voor mbo-opgeleiden die werkzaam zijn op de eilanden en die geïnteresseerd/in staat zijn om een hbo-opleiding te volgen. Sommige instellingen op de eilanden hebben al een sterke samenwerking met instellingen in Europees Nederland, waarbij studenten (een deel van) hun opleiding in het Caribisch deel van het Koninkrijk kunnen volgen.

Voor enkele recente voorbeelden van samenwerkingen tussen hbo- en wo-instellingen uit Europees Nederland en het zorgveld in het Caribisch deel van het Koninkrijk, zie box 1.

Box 1: Goede voorbeelden van toegang tot (nieuwe) zorgopleidingen

Een voorbeeld van een «best practice» is de samenwerking tussen de Dutch Caribbean Hospital Alliance (DCHA), VUmc Academie en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Naar aanleiding van COVID-19 zijn diverse opleidingen gericht op de acute zorg, zoals de basis acute zorgopleiding, opleiding tot IC verpleegkundige en SEH verpleegkundige, (deels online) beschikbaar gemaakt voor de eilanden. Een ander voorbeeld is de samenwerking tussen Primary Care Caribbean en de Brederode Hogeschool, waarbij de opleiding tot praktijkondersteuner somatiek toegankelijk is gemaakt voor verpleegkundigen in de huisartsenpraktijk op Bonaire en Sint Eustatius.

Ook op het gebied van beroepsonderwijs wordt nauw samengewerkt. Vanuit OCW en VWS wordt ingezet op het vormgeven en stimuleren van samenwerking tussen de mbo-instellingen en zorginstellingen op de eilanden. Een succesvol voorbeeld hiervan is de ophanden zijnde start van de opleidingen apothekersassistent en doktersassistent (studiejaar 2024–2025) die zal worden aangeboden door de mbo-instelling op Bonaire (SGB), waarbij aandacht is voor samenwerking met betreffende opleidingen in de Caribische landen. Ook onderzoekt VWS samen met de Scholengemeenschap Bonaire (SGB) hoe modulair opleiden ingezet kan worden ten behoeve van het versterken van de arbeidsmarkt zorg en welzijn.

Een andere «best practice» is de huisartsenopleiding op Aruba, waarbij de opleiding is ontwikkeld door de Huisartsenopleiding VU medisch centrum te Amsterdam in samenwerking met de Directie Volksgezondheid van Aruba en de huisartsenvereniging van Aruba (HAVA). Ook is er een samenwerking tussen het Curaçao Medical Center (CMC) en het UMC Groningen, waarbij het voor geneeskundestudenten mogelijk is om in het CMC coschappen te lopen.

Uitdagingen t.a.v. de terugkeer naar het Caribisch gebied na de studie

Een terugkeer naar het Caribisch gebied ligt niet altijd voor de hand, vanuit het perspectief van een studieschuld in combinatie met een lager salaris en minder carrièrekansen. De onderzoekers concluderen dat minder dan de helft van de studenten na de studie terugkeert.

Huidig beleid en nieuwe initiatieven

Ik heb verzocht maatregelen in te kaart brengen die mogelijk kunnen bijdragen aan het wegnemen van financiële drempels, bijvoorbeeld het creëren van aantrekkelijke voorwaarden bij terugkeer. OCW en VWS gaan hierover in gesprek met de verschillende landen, betreffende werkgevers in de zorg en andere stakeholders.

Tot slot

In deze brief heb ik op basis van de bevindingen en aanbevelingen van het onderzoeksrapport «Verkenning problematiek zorgopleidingen hbo/wo Caribische studenten» oplossingsrichtingen aangedragen rondom de complexe problematiek en uitdagingen in relatie tot tekorten aan hbo- en wo-opgeleide zorgprofessionals in het Caribisch gebied.

Zoals de onderzoekers terecht aangeven, betreft het hier reeds langer lopende vraagstukken waarin het van belang is voortgang te blijven maken, en voort te bouwen op in gang gezet beleid en de samenwerking met het Caribisch deel van het Koninkrijk.

Mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

BIJLAGE 1 SCHEMATISCH OVERZICHT VAN DE INTEGRALE AANPAK

In onderstaand overzicht wordt op beknopte wijze de integrale aanpak weergegeven. Hierbij zijn onderin de figuur de verschillende uitdagingen benoemd (wat is er nodig?). Vervolgens wordt in de figuur per uitdaging naar boven toe aandacht gegeven aan: bestaand beleid in relatie tot deze uitdagingen (wat doen we al?), de benodigde extra interventies (wat moeten we aanvullend doen?), welke «stakeholders» zijn daarbij relevant (wie is aan zet?), gevolgd door de beoogde resultaten op korte termijn (0–5 jaar) en de lange termijn (10–25 jaar).

De vijf verschillende uitdagingen en oplossingsrichtingen (vanuit bestaand beleid en de benodigde extra interventies) zijn in de tekst in de respectievelijke hoofdstukken behandeld (hoofdstuk 1 t/m 5).


X Noot
1

Kamerstukken II 2023/24, 29 282, nr. 556

X Noot
2

Kamerstukken II 2023/2024, 31 288, nr. 1103

X Noot
3

Kamerstukken II 2023/2024, 31 288, nr. 1118

Naar boven