Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 maart 2023
Hierbij informeer ik u, conform artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg
(Wmg), over de zakelijke inhoud van de aanwijzing die ik van plan ben op grond van
artikel 7 van die wet aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) te geven in verband
met een voorgenomen aanpassing per subsidiejaar 2024 van de beschikbaarheidbijdrage
(medische) vervolgopleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut. Ik
zal niet eerder overgaan tot het geven van de aanwijzing dan dertig dagen na verzending
van deze brief. Van de vaststelling van de aanwijzing zal ik mededeling doen door
plaatsing in de Staatscourant.
Aanleiding
Om als opleidende zorgaanbieder een beschikbaarheidbijdrage voor het aanbieden van
een medische vervolgopleiding te kunnen aanvragen en ontvangen, wordt een erkenning
door de voor de desbetreffende opleiding relevante registratiecommissie vereist (zie
de aanwijzing inzake beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen 20131). Ten aanzien van de opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut
(dit zijn basisberoepen op grond van artikel 3 Wet BIG) is er echter geen registratiecommissie
die als wettelijke taak heeft om een dergelijke erkenning af te geven.
Samenwerking opleidende zorgaanbieders en opleidingsinstellingen
Gelet op het voorstaande is er een ander criterium nodig op grond waarvan de NZa toetst
of een beschikbaarheidbijdrage voor een medische vervolgopleiding voor een gezondheidszorgpsycholoog
of psychotherapeut aan een opleidende zorgaanbieder kan worden toegekend. Met de aanwijzing
zal ik de NZa de opdracht geven om een wijziging door te voeren in haar regelgeving.
Zo zal ik de opdracht geven aan de NZa om in haar beleidsregel aan de definitie van
opleidende zorgaanbieder toe te voegen dat in het geval er geen bevoegde registratiecommissie
voor de betreffende opleiding bestaat, een zorgaanbieder die een samenwerkingsovereenkomst
heeft met een in het kader van de Wet BIG aangewezen opleidingsinstelling voor het
verzorgen van de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut als opleidende
zorgaanbieder kan worden aangemerkt. Een zorgaanbieder kan immers alleen een leerwerkplek
aanbieden als er een samenwerking is met een opleidingsinstelling die het theoretisch
gedeelte van de opleiding aanbiedt en gerechtigd is het getuigschrift uit te reiken.
Hiermee wordt aangesloten bij de BIG-regelgeving en de verantwoordelijkheid die de
opleidingsinstelling op grond hiervan heeft voor de kwaliteit van de gehele opleiding.
Zorgaanbieders worden slechts voor de duur van hun samenwerkingsovereenkomst als opleidende
zorgaanbieder aangemerkt. De NZa dient te toetsen of er een samenwerkingsovereenkomst
tussen een opleidende zorgaanbieder en een opleidingsinstelling is gesloten ten behoeve
van het opleiden tot gezondheidszorgpsycholoog of psychotherapeut.
Zakelijke inhoud voorgenomen aanwijzing
De inhoud van de voorgenomen aanwijzing voorziet in de verplichting van een samenwerkingsovereenkomst
tussen de opleidende zorgaanbieder en een opleidingsinstelling die door mij, in het
kader van de Wet BIG, is aangewezen ten behoeve van het verzorgen van een opleiding
tot gezondheidszorgpsycholoog of psychotherapeut om als zorgaanbieder in aanmerking
te kunnen komen voor een beschikbaarheidbijdrage. Deze verplichting geldt alleen voor
de opleiding tot de beroepen gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut, omdat alleen
voor deze groep geen sprake is van een registratiecommissie die een erkenning kan
afgeven. De beschikbaarheidbijdrage voor deze opleidingen wordt per subsidiejaar (kalenderjaar)
verstrekt, waarbij er sprake moet zijn van een samenwerkingsovereenkomst gedurende
het gehele subsidiejaar.
Ten slotte
Ik hoop u met deze voorhangbrief voldoende te hebben geïnformeerd over de voorgenomen
aanwijzing aan de NZa ten aanzien van de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen
op grond van de Wmg voor de hierboven genoemde onderdelen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers