29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

Nr. 511 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ontvangen ter Griffie op 22 maart 2023.

Het besluit tot het doen van een aanwijzing kan niet eerder worden genomen dan op 22 april 2023.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 maart 2023

Hierbij informeer ik u, conform artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), over de zakelijke inhoud van de aanwijzing die ik van plan ben op grond van artikel 7 van die wet aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) te geven in verband met een voorgenomen aanpassing per subsidiejaar 2024 van de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut. Ik zal niet eerder overgaan tot het geven van de aanwijzing dan dertig dagen na verzending van deze brief. Van de vaststelling van de aanwijzing zal ik mededeling doen door plaatsing in de Staatscourant.

Aanleiding

Om als opleidende zorgaanbieder een beschikbaarheidbijdrage voor het aanbieden van een medische vervolgopleiding te kunnen aanvragen en ontvangen, wordt een erkenning door de voor de desbetreffende opleiding relevante registratiecommissie vereist (zie de aanwijzing inzake beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen 20131). Ten aanzien van de opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut (dit zijn basisberoepen op grond van artikel 3 Wet BIG) is er echter geen registratiecommissie die als wettelijke taak heeft om een dergelijke erkenning af te geven.

Samenwerking opleidende zorgaanbieders en opleidingsinstellingen

Gelet op het voorstaande is er een ander criterium nodig op grond waarvan de NZa toetst of een beschikbaarheidbijdrage voor een medische vervolgopleiding voor een gezondheidszorgpsycholoog of psychotherapeut aan een opleidende zorgaanbieder kan worden toegekend. Met de aanwijzing zal ik de NZa de opdracht geven om een wijziging door te voeren in haar regelgeving.

Zo zal ik de opdracht geven aan de NZa om in haar beleidsregel aan de definitie van opleidende zorgaanbieder toe te voegen dat in het geval er geen bevoegde registratiecommissie voor de betreffende opleiding bestaat, een zorgaanbieder die een samenwerkingsovereenkomst heeft met een in het kader van de Wet BIG aangewezen opleidingsinstelling voor het verzorgen van de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut als opleidende zorgaanbieder kan worden aangemerkt. Een zorgaanbieder kan immers alleen een leerwerkplek aanbieden als er een samenwerking is met een opleidingsinstelling die het theoretisch gedeelte van de opleiding aanbiedt en gerechtigd is het getuigschrift uit te reiken. Hiermee wordt aangesloten bij de BIG-regelgeving en de verantwoordelijkheid die de opleidingsinstelling op grond hiervan heeft voor de kwaliteit van de gehele opleiding. Zorgaanbieders worden slechts voor de duur van hun samenwerkingsovereenkomst als opleidende zorgaanbieder aangemerkt. De NZa dient te toetsen of er een samenwerkingsovereenkomst tussen een opleidende zorgaanbieder en een opleidingsinstelling is gesloten ten behoeve van het opleiden tot gezondheidszorgpsycholoog of psychotherapeut.

Zakelijke inhoud voorgenomen aanwijzing

De inhoud van de voorgenomen aanwijzing voorziet in de verplichting van een samenwerkingsovereenkomst tussen de opleidende zorgaanbieder en een opleidingsinstelling die door mij, in het kader van de Wet BIG, is aangewezen ten behoeve van het verzorgen van een opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog of psychotherapeut om als zorgaanbieder in aanmerking te kunnen komen voor een beschikbaarheidbijdrage. Deze verplichting geldt alleen voor de opleiding tot de beroepen gezondheidszorgpsycholoog en psychotherapeut, omdat alleen voor deze groep geen sprake is van een registratiecommissie die een erkenning kan afgeven. De beschikbaarheidbijdrage voor deze opleidingen wordt per subsidiejaar (kalenderjaar) verstrekt, waarbij er sprake moet zijn van een samenwerkingsovereenkomst gedurende het gehele subsidiejaar.

Ten slotte

Ik hoop u met deze voorhangbrief voldoende te hebben geïnformeerd over de voorgenomen aanwijzing aan de NZa ten aanzien van de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen op grond van de Wmg voor de hierboven genoemde onderdelen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven