29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

Nr. 452 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR LANGDURIGE ZORG EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 februari 2022

Op 13 september 2021 informeerde de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) bij de toenmalige Minister voor Medische Zorg en Sport en de toenmalige Minister van OCW naar de bekostiging van ervaringsdeskundigen in de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (ggz). Dit naar aanleiding van een brief van de Vereniging Hogescholen aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over dit onderwerp.

De Vereniging Hogescholen vroeg in een brief aan de NZa van medio juli 2021 aandacht voor het feit dat in de nieuwe ggz-bekostiging – die per 1 januari 2022 is ingevoerd – alleen ervaringsdeskundigen met opleidingsniveau 6 declarabele consulten kunnen registreren (opleidingsniveau 6 in termen van het European Qualifications Framework, EQF, en het Nederlands kwalificatieraamwerk, NLQF). De Vereniging van Hogescholen gaf daarbij aan dat opleidingen tot ervaringsdeskundige aan hogescholen veelal zogenaamde Associate Degree opleidingen zijn. Dit zijn tweejarige opleidingen die opleiden tot EQF- en NLQF-niveau 5. De vereniging pleitte er dan ook voor om ook consulten van ervaringsdeskundigen met opleidingsniveau NLQF-5 declarabel te maken.

Ik kan u melden dat de koepelorganisaties die betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling van de nieuwe bekostiging voor de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg, eind december 2021 met elkaar hebben afgesproken om gebruik te maken van de mogelijkheid die de NZa in haar antwoordbrief aan de Vereniging Hogescholen (d.d. 17 september 2021) heeft geschetst. Dat wil zeggen dat zij een zogenaamde «facultatieve prestatie» bij de NZa zullen aanvragen waarmee ook de inzet van ervaringsdeskundigen met opleidingsniveau 5 apart declarabel kan worden gemaakt.

De planning van deze organisaties is om deze aanvraag medio februari in te dienen bij de NZa. Als de aanvraag conform deze planning wordt ingediend, verwacht de NZa hier in maart op te kunnen reageren.

Het afschrift van het antwoord van de NZa (d.d. 17 september 2021) aan de Vereniging Hogescholen voeg ik, overeenkomstig het verzoek van de vaste commissie voor OCW, hierbij toe1.

De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, C. Helder


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven