Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 oktober 2021
Uw Kamer heeft op 22 september jongstleden verzocht om een schriftelijke reactie,
voorafgaand aan het commissiedebat Arbeidsmarktbeleid in de zorg, over de acute personeelstekorten
op kraamafdelingen in ziekenhuizen. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.
Vanuit media en andere berichtgeving zijn veel signalen te horen over de grote drukte
die momenteel heerst in de geboortezorg. Er is acute druk aangegeven vanuit regio
Utrecht, Rotterdam en Amsterdam, maar ook andere regio’s kampen met grote belasting
op de geboortezorgketen. Sinds de zomer sta ik hierover al in contact met mijn toezichthouders.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft mij ook schriftelijk op de hoogte
gesteld over de ontwikkelingen in de geboortezorg1.
Zoals de IGJ ook aangeeft in hun brief is het een combinatie van meerdere factoren
waardoor de druk nu zo opspeelt. Er is allereerst een piek in het aantal geboortes.
Mogelijk zijn er meer bevallingen dan voorgaande jaren door de bijzonder periode van
een pandemie waarin we sinds vorig jaar zitten. COVID-19 zelf speelt ook een rol,
omdat zwangere vrouwen met (een verdenking op) COVID-19 een groter beroep doen op
de zorgcapaciteit door onder andere isolatiemaatregelen. Daarnaast vraagt de uitbraak
van het RS-virus deze zomer de benodigde capaciteit van de kinderafdelingen in ziekenhuizen.
Bovendien kampt ook de geboortezorg, net zoals andere sectoren, met personeelstekorten.
Er was al een tekort aan zorgverleners zoals gespecialiseerde verpleegkundigen en
kraamverzorgenden en daar komt het hoge ziekteverzuim bovenop. Daarnaast is de zomer
altijd al een periode die drukker is in de geboortezorgketen vanwege de mindere aanwezigheid
van personeel door vakanties. Dit alles maakt dat de druk op de geboortezorgketen
hoog is en hoger dan gebruikelijk voor de tijd van het jaar.
In de regio’s die de drukte voelen, doet de sector wat zij kan. Binnen de Verloskundig
Samenwerking Verbanden (VSV’s) waarin zowel de eerstelijnsverloskundigen, kraamzorgorganisaties
als ziekenhuizen vertegenwoordigd zijn, wordt intensief samengewerkt. Ook wordt intensief
overleg gevoerd tussen de VSV’s in, maar ook tussen regio’s, via het Regionaal Overleg
Acute Zorg (ROAZ), via regionale crisis overleggen, via aanvullende overlegmomenten
tussen ziekenhuizen, etc. Dit alles om de benodigde zorg in regio’s te coördineren
en om de capaciteit die er is zo goed mogelijk in te zetten. Andere voorbeelden hiervan
zijn een app die zowel eerste- als tweedelijns verloskundigen invullen om zo overzicht
te krijgen van de beschikbare capaciteit in een regio of het opzetten van een centraal
regionaal zorgcoördinatiecentrum.
Tot dusver hebben de zorgaanbieders gezamenlijk de zorg voor moeder en kind voldoende
kunnen opvangen. De IGJ blijft ook komende tijd de waarborging van de zorgcontinuïteit
in de geboortezorgketen volgen en houdt daarbij nauw contact met ziekenhuisbestuurders
in alle regio’s en de betrokken veldpartijen.
Met het Actieprogramma Werken in de Zorg zet VWS zich in om voldoende medewerkers
te werven, op te leiden en te behouden. Met de toenemende zorgvraag en de krappe arbeidsmarkt
is voldoende gekwalificeerd personeel één van de grootste uitdagingen. Daarom moeten
we ook de komende jaren blijven inzetten op méér en flexibel opleiden, het anders
organiseren en inrichten van het werk en op méér waardering voor zorgprofessionals
via goede arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Ik verwijs u graag naar mijn
reactie op het advies van de sociaaleconomische Raad (SER) die uw kamer in september
2021 heeft ontvangen2.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge