29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 418 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 november 2020

Ik heb de inhoud van uw brief met aandacht gelezen en kan ik hier als volgt op berichten.

U heeft in de procedurevergadering van 5 november jl. als vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloten een digitale petitieoverhandiging in te plannen met de Nederlandse Vereniging voor bioMedisch Laboratoriummedewerkers inzake «de zorgbonus ook voor biomedisch laboratoriummedewerkers». U heeft mij gevraagd om vooruitlopend op de uiteindelijke petitieaanbieding een reactie aan u te sturen op de inhoud van deze brief vóór aanstaande dinsdag 10 november 2020. Hieronder ga ik desgevraagd op de inhoud van deze brief in.

De bonusregeling is tot stand gekomen als blijk van waardering voor die professionals en het ondersteunend personeel in de zorg en welzijnssector, die zich ten tijde van de COVID-19 uitbraak in de periode 1 maart tot 1 september hebben ingezet voor patiënten of cliënten met COVID-19, of die hebben bijgedragen aan de strijd tegen het COVID-19 virus. Voor deze groep geldt dat zij in dienst zijn, dan wel ingehuurd als ZZP-er of uitzendkracht door zorgaanbieders, uitvoering hebben gegeven aan de Zorgverzekeringswet, Wet langdurige zorg, Wet maatschappelijke ondersteuning, Wet publieke gezondheid en Jeugdwet en minder dan twee keer modaal (€ 73.000) verdienen bij een voltijd dienstverband. Op 25 juni jl. heeft het kabinet, na verkenning met sociale partners, de contouren van de regeling op grond van dit uitgangspunt naar buiten gebracht, dit uitgangspunt is sinds juli in de woordvoeringslijn en in alle navolgende communicatie herhaald. In de zomerperiode is de bonusregeling uitgewerkt en is de handreiking tot stand gekomen met betrokkenheid van de werkgeversorganisaties.

De regeling is ruim opgesteld in lijn met bovenstaand kader. De handreiking is opgesteld als advies met handvatten voor de zorgaanbieder. Daarbij is aangegeven dat de twee lijsten met beroepen/functiegroepen niet limitatief zijn omdat er velerlei unieke functienamen op organisatieniveau bestaan en is aangegeven dat de lijsten bedoeld zijn om inzicht geven in de beroepen/functiegroepen waarvan het naar opinie van VWS al dan niet aannemelijk is dat ze in aanmerking komen voor de bonus. Het is echter aan de zorgaanbieder om te beoordelen of de professional in kwestie voldoet aan de criteria in de regeling. De handreiking is een adviserend/ondersteunend document. Hier kan dan ook van worden afgeweken. Dat kan niet van de regeling, die is leidend. Dus de zorgaanbieders binnen de laboratoria kunnen zelf de afweging maken of bijvoorbeeld biomedisch laboratoriummedewerkers dan wel andersoortige functionarissen in aanmerking komen voor de regeling. Aanpassing van de beroepenlijst in de handreiking is daarvoor niet noodzakelijk. Indien de zorgaanbieder de criteria in de regeling in acht neemt, hoeft er geen vrees te zijn bij de verantwoording achteraf.

Ik vertrouw erop uw vraag hiermee afdoende te hebben beantwoord.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark