29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

Nr. 366 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2019

U heeft mij gevraagd te reageren op de petitie die u in ontvangst heeft genomen van FNV Zorg en Welzijn «Beter vergoeding van wachtdiensten in de kraamzorg». Daarnaast vraagt u een reactie op het artikel verschenen in Zorgvisie «Kraamzorg zit vast in vicieuze cirkel». De onderwerpen genoemd in de stukken zijn mij bekend. Ik kan me goed voorstellen dat deze berichten onrust met zich meebrengen. Ik heb hierover ook gesproken met de sector.

Ik zal in deze brief een inhoudelijke reactie geven op beide stukken en zal ook aangeven welke acties op dit moment al zijn of worden ingezet.

Petitie FNV en artikel Zorgvisie

Ruim 6.000 mensen hebben de petitie van de FNV voor betere vergoeding van de wachtdiensten in de kraamzorg ondertekend. Hiermee geeft een groot deel van de kraamverzorgenden aan bezorgd te zijn. Het gaat om zorgen over de werkdruk en zorgen over de beloning.

Met deze petitie wordt de nadruk gelegd op de roostering en het aantal uren – de betaling ervan – van de wachtdiensten. Met de beantwoording van de Kamervragen van het lid Ploumen (PvdA) op 3 april heb ik u reeds een reactie doen toekomen.1 De petitie zelf heb ik op 13 maart, als onderdeel van een gesprek met de FNV en een groep kraamverzorgenden, in ontvangst genomen.

In het artikel verschenen in Zorgvisie geeft de brancheorganisatie van de kraamzorg, Bo geboortezorg, aan dat uit een eigen onderzoek is gebleken dat de financiële situatie van de onderzochte kraamzorgbureau ‘s niet rooskleurig is. In het artikel wordt een aantal thema’s genoemd dat samenhangt met punten genoemd in de petitie van de FNV: het opleiden van personeel, tarieven die niet toereikend zijn en de uitwisseling van gegevens.

Wachtdiensten

Wachtdiensten zijn onderdeel van het werk van kraamverzorgenden. Het laat zich immers lastig voorspellen wanneer een baby precies geboren gaat worden. Je moet – als dit nodig is – als kraamverzorgende bovendien snel ter plaatse kunnen zijn. Dat betekent ook dat kraamverzorgenden tijdens wachtdiensten in de buurt moeten zijn van de werklocatie. Dit is waar, volgens de indieners van de petitie, de schoen wringt. Ze geven daarbij aan dat wachtdiensten lang kunnen duren, en deels vergoed worden.

De vergoeding van de wachtdiensten is al langer een vraagstuk voor de sector en was – naast een loonsverhoging – onderdeel van de huidige cao voor de geboortezorg. Toen hebben werkgevers en werknemers afgesproken verder onderzoek te doen naar de vraag hoe de wachtdienstregeling beter ingevuld kan worden, waardoor deze beter aansluit bij de kraamzorg en de balans tussen werk en privé. Momenteel voert de branchevereniging Bo Geboortezorg dit onderzoek samen met de vakbonden uit. Dit jaar nog zullen de werkgevers en de vakbonden starten met de onderhandelingen voor een cao vanaf 2020.

Tarieven

De kraamverzorgenden geven met de petitie ook aan dat ze de maximum tarieven voor de kraamzorg te laag te vinden. Bo geboortezorg sluit zich hierbij aan zoals ook blijkt uit het artikel uit Zorgvisie. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) (die de taak heeft om redelijkerwijs kostendekkende tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen) heeft aangegeven een kostenonderzoek kraamzorg uit te zullen gaan voeren. De NZa betrekt het veld bij de vormgeving en uitvoering van het onderzoek en informeert het veld over de eventueel daaruit voortvloeiende tariefherijking. Ook kijkt de NZa daarin naar de opzet en de resultaten van het door Bo geboortezorg uitgevoerde kostenonderzoek. Op dit moment is de NZa al in gesprek met de veldpartijen ter voorbereiding op het kostenonderzoek. Als uit het kostenonderzoek blijkt dat de tarieven kraamzorg herijkt moeten worden dan worden de nieuwe tarieven voor 1 juli 2020 vastgesteld. De tarieven kraamzorg gaan dan gelden per 1 januari 2021. Verder wil ik nog aangeven dat de beleidsregel de mogelijkheid biedt van een max-max tarief.2

Personeel

In het artikel in Zorgvisie en petitie FNV wordt aangegeven dat er capaciteitsproblemen bestaan. De krappe arbeidsmarkt geldt niet alleen voor de kraamzorg, maar in de gehele zorgsector is het moeilijk om voldoende personeel te vinden. Daarom is van belang om ervoor te zorgen dat zorgmedewerkers, inclusief kraamverzorgenden, ook in de zorg willen blijven werken. Dit is veel meer dan een financieel vraagstuk. Het gaat ook over goed werkgeverschap. Daar werk ik aan samen met de Minister en Staatssecretaris van VWS via het Actieprogramma Werken in de Zorg. Over de voortgang van dit programma hebben wij u op 22 mei j.l geïnformeerd3.

Specifiek voor het opleiden van kraamverzorgende brengt Bo geboortezorg via het artikel in Zorgvisie naar voren dat hiervoor niet voldoende middelen beschikbaar zijn. Het betreft hier specifiek middelen voor de private opleiding tot kraamverzorgende die de sector heeft ontwikkeld. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bekostigt de reguliere opleiding tot verzorgende IG met specialisatie kraamzorg. Daarnaast komen instellingen die voor deze opleiding stageplaatsen aanbieden en realiseren, in aanvulling daarop in aanmerking voor een vergoeding uit het Stagefonds. Verder investeert VWS, vanwege de grote arbeidsmarktopgave, extra in het opleiden van zorgprofessionals met de tijdelijke subsidieregeling Sectorplanplus, als onderdeel van het programma Werken in de Zorg. Iedere werkgever uit de sector zorg en welzijn kan hierop een beroep doen mits ze zich verbindt aan een regionaal actieplan tegen tekorten op de arbeidsmarkt. Deze middelen kunnen ook ingezet worden voor brancheopleidingen. Tot slot wil ik wijzen op de mogelijkheid dat het opleiden van kraamverzorgenden als bespreekpunt terug kan komen in de contracteergesprekken tussen zorgverzekeraars en kraamzorgorganisaties. Zorgverzekeraars kunnen hierover in de tarieven afspraken maken met zorgaanbieders.

Gegevensuitwisseling

Bo geboortezorg geeft in het artikel aan dat kraamzorgbureau’s geen digitale middelen hebben voor het uitwisselen van gegevens. Om de informatie-uitwisseling in het netwerk van zorgprofessionals en met de zwangere te stimuleren heb ik middelen beschikbaar gesteld. Vanaf 1 juli 2019 is het voor regio’s mogelijk om hiervoor een subsidie aan te vragen (Babyconnect). Ik ben me er van bewust dat dit ook een investering vraagt van de kraamzorg en de andere zorgverleners, zowel incidenteel als structureel. Hier zal gedurende de looptijd van het programma aandacht voor zijn. Ook gaan we met elkaar het gesprek aan wat dit structureel betekent om de stappen die gezet zijn te borgen.

Tot slot

Ik herken de genoemde problemen. Daarmee zijn we met de sector aan de slag. In deze brief noemde in al het kostenonderzoek van de NZa, het Actieprogramma Werken in de Zorg (Kamerstuk 29 282, nr. 303) en het programma Babyconnect. Ik blijf daarnaast samen met de sector aanvullende maatregelen verkennen om kwalitatief hoge kraamzorg te kunnen borgen.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins


X Noot
1

Vragen van het lid Ploumen (PvdA) dat kraamverzorgenden achterblijven in salaris, Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2167

X Noot
2

De maximumtarieven kunnen met maximaal 10% worden verhoogd, indien hier een schriftelijke overeenkomst tussen de zorgverzekeraar en zorgaanbieder aan ten grondslag ligt (zie de beleidsregel Kraamzorg BR-CU 7149).

X Noot
3

Kamerstuk 29 282, nr. 361

Naar boven