29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector

Nr. 311 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juli 2018)

Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, over de het tekort aan verpleegkundigen in relatie tot de numerus fixus op de hbo-opleiding verpleegkunde.

De komende periode zijn er veel extra mensen nodig voor de zorg. Dat geldt ook zeker voor verpleegkundigen. Er wordt een mogelijk tekort verwacht van 125.000 mensen in de zorg en welzijn, waarvan 35.000 hbo-verpleegkundigen. Met het actieprogramma Werken in de Zorg1 is de ambitie gesteld om dit tekort terug te brengen naar nul of daar dichtbij. Het actieprogramma staat voor een brede aanpak die erop is gericht dat meer mensen in de sector zorg en welzijn komen werken en daar willen blijven werken.

Voor het slagen van deze aanpak – en om er voor te zorgen dat goede zorg geboden kan blijven worden – is het van groot belang dat het aantal studenten dat kiest voor de opleiding hbo verpleegkunde flink stijgt. De afgelopen jaren is dat redelijk geslaagd: er is een stijging te zien van het aantal studenten dat voor een opleiding verpleegkunde kiest. Tegelijkertijd brengt deze groei een uitdaging met zich mee, namelijk voldoende stageplaatsen voor studenten zodat zij praktijkervaring kunnen opdoen. Helaas zorgde de stijging van het aantal studenten ervoor dat hogescholen genoodzaakt waren om tijdelijk een numerus fixus in te stellen. Het belangrijkste argument voor dit besluit is dat hogescholen de kwaliteit van het onderwijs kunnen blijven garanderen. Dit is verder toegelicht in de beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden Marijnissen en Futselaar (SP) en Hermans en van der Linde (VVD) in december 20172.

Het recente bericht uit de Volkskrant3 over de «studentenstops» vormde de aanleiding voor nieuwe schriftelijke vragen over de numerus fixus voor het collegejaar 2018–2019 van Kerstens en van den Hul (beiden PvdA) (Handelingen II 2017/18, nr. 2738) en van Ellemeet en Özdil (GroenLinks) (Handelingen II 2017/18, nr. 2739). Daarnaast heeft uw Kamer verzocht om een brief hierover. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek en informeer ik u over de numerus fixus voor de opleiding hbo-verpleegkunde. Daarnaast maak ik van de gelegenheid gebruik om u het nieuws te melden dat alle hogescholen, met uitzondering van de Hanzehogeschool (die wel haar capaciteit verhoogt), hebben besloten om de numerus fixus voor de opleiding verpleegkunde per studiejaar 2019 -2020 op te heffen.

Groei opleidingsplekken hbo-verpleegkunde

Het aantal studenten dat startte met de opleiding hbo-verpleegkunde is gestegen van ongeveer 5.000 studenten in het studiejaar 2014–2015 naar ongeveer 7.500 studenten in het studiejaar 2017–2018. Dit is een goede ontwikkeling, omdat deze mensen hard nodig zijn. De uitdaging is om deze groei vast te houden en te versterken onder de voorwaarde dat de kwaliteit gehandhaafd blijft. Dat laatste is een uitdaging geweest voor hogescholen: door het tekort aan stageplaatsen voelden zij zich genoodzaakt om een capaciteitsbeperking in te stellen. Zonder deze capaciteitsbeperking konden de hogescholen de kwaliteit van afgestudeerden immers niet garanderen.

Tabel 1: Totale instroom eerstejaars studenten hbo verpleegkunde
 

2014/2015

2015/2016

2016/2017

2017/2018

Aantal eerstejaars

5.088

6.143

6.558

7.505

Bron: DUO

10 van de 17 hogescholen hebben in het najaar van 2017 besloten de numerus fixus voor de opleiding verpleegkunde te behouden of opnieuw in te voeren voor studiejaar 2018–2019. Deze numerus fixus geldt voor de voltijd opleidingen maar niet voor de deeltijdopleiding en duale trajecten. Voor het collegejaar 2017–2018 waren dit nog vijf hogescholen. Het is nog niet bekend hoeveel studenten zich hebben aangemeld voor het collegejaar 2018/2019. Hoewel hogescholen hebben besloten om een numerus fixus in te stellen, hebben zij alles in het werk gesteld om de beschikbare capaciteit te verhogen zodat meer studenten kunnen worden toegelaten tot de opleiding. De 10 hogescholen met een numerus fixus bieden wel bijna 450 extra opleidingsplekken ten opzichte van vorig jaar.

Meer samenwerking hogescholen en werkgevers

Om ervoor te zorgen dat maximale groei van het aantal opleidingsplekken mogelijk blijft, ook in het komende collegejaar, hebben hogescholen en werkgevers afgesproken beter te gaan samenwerken. Dit krijgt concreet vorm op regionaal niveau met onder andere afspraken over het aanbieden van meer stageplaatsen. Deze samenwerking is cruciaal. Hier zet ik nadrukkelijk op in met het Actieprogramma Werken in de Zorg. In het kader hiervan zijn in alle regio’s regionale actieplannen aanpak tekorten (RAAT) ontwikkeld om personeelstekorten aan te pakken. Voldoende opleidingsplaatsen zijn hiervan onderdeel. Ik steun deze regionale plannen met middelen uit het SectorplanPlus (€ 320 miljoen). Werkgevers kunnen, mits ze zich verbinden aan een regionale aanpak, deze middelen gebruiken voor de opleiding van nieuwe medewerkers, maar ook voor het opleiden van praktijk- en stagebegeleiders. Een onafhankelijke adviescommissie toetst de voortgang van de regionale aanpakken en adviseert de regio’s hoe dit te verbeteren. Dit betreft ook de samenwerking tussen zorg- en onderwijsinstellingen. Daarnaast biedt het Ministerie van VWS ondersteuning aan zorginstellingen met het Stagefonds Zorg (jaarlijks € 112 miljoen) voor de begeleiding van studenten.

Het is ontzettend belangrijk dat bijna alle hogescholen het vertrouwen hebben om nu al aan te kondigen dat ze de numerus fixus voor de opleiding verpleegkunde voor het collegejaar 2019–2020 af schaffen. De Hanzehogeschool in Groningen kiest er als enige hogeschool voor om de numerus fixus voor de voltijd opleiding te behouden en deze, in nauw overleg met de werkgevers, stapsgewijs te verhogen.

Wat betekent numerus fixus in het hoger onderwijs?

De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek biedt op basis van artikel 7.53 de mogelijkheid voor een instellingsbestuur om voor een opleiding de hoogte van het aantal studenten vast te stellen (numerus fixus), wanneer een beperkte onderwijscapaciteit daartoe noodzaakt. Onderwijsinstellingen bepalen of zij een numerus fixus voor een opleiding willen voeren. Zij hoeven dit niet te onderbouwen, maar moeten dit wel aan de Minister van OCW melden.

Als kabinet zijn we van mening dat een numerus fixus een ultimum remedium is. Een numerus fixus is bedoeld om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen, maar beperkt de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. Daarom is het van belang dat onderwijsinstellingen goed nadenken over het instellen van een numerus fixus. Het kabinet heeft in het regeerakkoord aangekondigd dat opleidingen die een numerus fixus willen instellen, deze adequaat moeten onderbouwen en dat de Minister van OCW de bevoegdheid krijgt om een het besluit tot een numerus fixus te blokkeren. In de brief toegankelijkheid en kansengelijkheid in het hoger onderwijs zal de Minister van OCW nadrukkelijk stil staan bij de uitwerking van deze maatregel uit het regeerakkoord. Uw Kamer ontvangt deze brief voor de begrotingsbehandeling van OCW.

Ten slotte

De hogescholen hebben met de aankondiging om de numerus fixus af te schaffen per collegejaar 2019–2020 een belangrijke stap gezet. Nu is het zaak om ervoor te zorgen dat deze stap een duurzame is en hogescholen zich ook in de toekomst niet genoodzaakt zien om opnieuw voor een numerus fixus te kiezen. Het is daarom van groot belang om in te zetten op een verdere versterking van de regionale samenwerking, zoals ingezet met het Actieprogramma Werken in de Zorg. Dit blijf ik ook doen via het Actieprogramma. Daarnaast blijf ik, samen met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, ook op landelijk niveau met hogescholen en werkgevers in gesprek over hoe we kunnen zorgen voor een maximale groei van het aantal studenten voor de opleiding tot hbo-verpleegkundige. Met als doel om zo het tekort terug te brengen naar nul of daar dichtbij.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 29 282, nr. 303

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nrs. 594 en 595

X Noot
3

Vicieuze cirkel: groot tekort aan verpleegkundigen, maar de opleidingen hanteren studentenstops omdat er geen stageplaatsen zijn, Volkskrant, 7 juni 2018

Naar boven