Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2024
In vervolg op het commissiedebat over de strafrechtketen van 2 oktober jl. vond op
6 november jl. een tweeminutendebat plaats, waarin door een aantal fracties moties
zijn ingediend. Een van de ingediende moties betreft de motie van het lid Mutluer
met het verzoek om ter verkorting van doorlooptijden in de strafrechtketen samen met
de ketenorganisaties te zorgen voor een programmatische keten-aanpak van ernstige
verkeersmisdrijven, waarbij ook de lichtere verkeersovertredingen (artikel 5 Wegenverkeerswet)
worden meegenomen.1
Ik heb de indiener van de motie verzocht om deze motie aan te houden totdat het verzoek
met de ketenorganisaties is besproken in verband met de uitvoerbaarheid ervan en de
impact op de betrokken organisaties. Ik heb uw Kamer toegezegd de motie voorafgaand
aan de stemmingen van 12 november 2024 schriftelijk te appreciëren. Met deze brief
voldoe ik aan die toezegging.
Appreciatie
Verkeersmisdrijven zijn één van de zeven zaaksoorten waarvoor de ketenorganisaties
ketennormen voor doorlooptijden hebben vastgesteld.2 Aan de zaakstromen zeden, jeugd en veelvoorkomende criminaliteit wordt prioriteit
gegeven vanwege de maatschappelijke impact.
Hoewel de ketenorganisaties en ik het belang van de aanpak van doorlooptijden van
ernstige verkeersdelicten inzien, heeft een eerste consultatie van de ketenorganisaties
uitgewezen dat het nu, vanwege de beschikbare capaciteit, niet mogelijk is om ook
aan deze zaakstroom extra prioriteit te geven.
Momenteel maken de ketenorganisaties een meerjarige agenda voor de extra aanpak van
de zaakstromen jeugd, zeden en veelvoorkomende criminaliteit, waarbij ook het eigen
aandeel van de organisaties in de realisatie van de doelstellingen zal worden geconcretiseerd.
Het is belangrijk dat de ketenorganisaties de ruimte krijgen om in te zetten op de
drie afgesproken prioriteiten.3
Ik verzoek uw Kamer de motie aan te houden totdat de meerjarige agenda gereed is en
ook de consequenties van eventuele uitbreiding van de geprioriteerde thema’s. Ik zal
uw Kamer hierover dit voorjaar informeren in de jaarlijkse voortgangsbrief strafrechtketen.
Als de motie toch op 12 november in stemming wordt gebracht, moet ik de motie ontraden
gezien bovenstaande redenen.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel