29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 913 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2024

In vervolg op het commissiedebat over de strafrechtketen van 2 oktober jl. vond op 6 november jl. een tweeminutendebat plaats, waarin door een aantal fracties moties zijn ingediend. Een van de ingediende moties betreft de motie van het lid Mutluer met het verzoek om ter verkorting van doorlooptijden in de strafrechtketen samen met de ketenorganisaties te zorgen voor een programmatische keten-aanpak van ernstige verkeersmisdrijven, waarbij ook de lichtere verkeersovertredingen (artikel 5 Wegenverkeerswet) worden meegenomen.1

Ik heb de indiener van de motie verzocht om deze motie aan te houden totdat het verzoek met de ketenorganisaties is besproken in verband met de uitvoerbaarheid ervan en de impact op de betrokken organisaties. Ik heb uw Kamer toegezegd de motie voorafgaand aan de stemmingen van 12 november 2024 schriftelijk te appreciëren. Met deze brief voldoe ik aan die toezegging.

Appreciatie

Verkeersmisdrijven zijn één van de zeven zaaksoorten waarvoor de ketenorganisaties ketennormen voor doorlooptijden hebben vastgesteld.2 Aan de zaakstromen zeden, jeugd en veelvoorkomende criminaliteit wordt prioriteit gegeven vanwege de maatschappelijke impact.

Hoewel de ketenorganisaties en ik het belang van de aanpak van doorlooptijden van ernstige verkeersdelicten inzien, heeft een eerste consultatie van de ketenorganisaties uitgewezen dat het nu, vanwege de beschikbare capaciteit, niet mogelijk is om ook aan deze zaakstroom extra prioriteit te geven.

Momenteel maken de ketenorganisaties een meerjarige agenda voor de extra aanpak van de zaakstromen jeugd, zeden en veelvoorkomende criminaliteit, waarbij ook het eigen aandeel van de organisaties in de realisatie van de doelstellingen zal worden geconcretiseerd. Het is belangrijk dat de ketenorganisaties de ruimte krijgen om in te zetten op de drie afgesproken prioriteiten.3

Ik verzoek uw Kamer de motie aan te houden totdat de meerjarige agenda gereed is en ook de consequenties van eventuele uitbreiding van de geprioriteerde thema’s. Ik zal uw Kamer hierover dit voorjaar informeren in de jaarlijkse voortgangsbrief strafrechtketen. Als de motie toch op 12 november in stemming wordt gebracht, moet ik de motie ontraden gezien bovenstaande redenen.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel


X Noot
1

Kamerstuk 29 279, nr. 903.

X Noot
2

Dat zijn jeugd, zeden, executie, ernstige verkeersmisdrijven, hoger beroep, ondermijning en overtredingen.

X Noot
3

Kamerstuk 29 279, nr.738.

Naar boven