Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2022
Tijdens het Commissiedebat Strafrechtelijke onderwerpen van 5 oktober 2022 (Kamerstuk
29 279, nr. 737) heb ik toegezegd om op een drietal vragen van het lid Knops schriftelijk terug te
komen. Hieronder treft u de beantwoording van deze vragen aan.
De eerste vraag van het lid Knops heb ik opgevat als een vraag over hoe wij nu verder
gaan, en wat ik ga oppakken, nu er geen nieuwe integrale gegevenswet voor het politie-
en justitiedomein komt. Bij deze vraag merkt het lid Knops op dat deze wetten nodig
zijn om de politieorganisatie en de justitieorganisatie goed te kunnen laten functioneren.
De focus is nu gericht op de concrete knelpunten in de Wet politiegegevens en de Wet
justitiële en strafvorderlijke gegevens. In plaats van een nieuwe integrale gegevenswet
worden noodzakelijke aanpassingen nu als afzonderlijk (deel)onderwerp aangepakt. Deze
aanpassingen in bestaand beleid, in uitvoering en in regelgeving kunnen alleen nu
beperkt gerealiseerd worden. De realisatie hangt af van de veranderkracht van alle
betrokken organisaties, en de ruimte die er binnen de afgesproken financiële kaders
is. Een concreet onderwerp waar ik nu mee bezig ben is het voorbereiden van enkele
wijzigingen die toezien op de verstrekking van justitiële gegevens aan derde partijen,
zoals het WODC en De Nederlandsche Bank.
De tweede en derde vraag van het lid Knops hebben specifiek betrekking op wat er voor
de politie wordt gedaan om ervoor te zorgen dat de politieorganisatie op een afdoende
manier kan functioneren, en wat daarvan de kosten zijn.
Op dit moment wordt, in samenwerking met de politie en de andere organisaties met
een taak waarvan de Wet politiegegevens de kaders stelt voor de gegevensverwerking,
geïnventariseerd wat de noodzakelijke wijzigingen in de Wpg zijn. Daarbij ligt de
nadruk op de meest prangende knelpunten. Dat zijn onder anderen de knelpunten die
in de bedoelde brief1 worden genoemd, maar ook andere kleinere punten (bijvoorbeeld het gebruik van informatie
ten behoeve van onderwijs en onderzoek). Nadat overeenstemming is over inhoud, wenselijkheid
en haalbaarheid zal de Wet politiegegevens op deze punten worden aangepast. In de
tussentijd blijft de huidige wet, en de afspraken daarover, onverminderd van kracht.
Voor de aanpassing van de Wet politiegegevens zijn financiële middelen gereserveerd
om de uitvoeringsconsequenties van de veranderde wetgeving bij de betrokken partijen
financieel te dekken. Het beschikbare budget is verdeeld over de jaren 2023 t/m 2025.
De beschikbare financiële middelen zijn aangegeven in de tabel hieronder (in miljoenen
euro’s). De begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid is opgesteld op
een hoger abstractieniveau waardoor kleine(re) deeltrajecten als deze niet individueel
zichtbaar zijn.
Tabel: Budget aanpassing Wpg
2022
|
2023
|
2024
|
2025
|
2026 e.v.
|
0
|
2
|
8
|
8
|
1
|
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind