29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 720 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Ontvangen ter Griffie op 8 juni 2022.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 6 juli 2022.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 7 juli 2022.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2022

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende regels met betrekking tot verplicht elektronisch doen van verzoeken en mededelingen en de indiening en verzending van processtukken inzake een kinderbeschermingsmaatregel en jeugdhulp1. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik naar de ontwerpnota van toelichting2.

De voorlegging geschiedt in het kader van de in artikel 33 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Een ontwerpbesluit is in december 2021 op internetconsultatie.nl bekend gemaakt om een ieder de gelegenheid te geven binnen de consultatietermijn op het ontwerp te reageren. Hierop zijn geen reacties ontvangen. Daarnaast is het ontwerpbesluit ter consultatie voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR), de Raad voor de rechtspraak (Rvdr), de Autoriteit Persoonsgegevens, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Jeugdzorg Nederland en de raad voor de kinderbescherming. Reactie is ontvangen van het ATR en de Rvdr. In de nota van toelichting wordt in paragraaf 3 nader ingegaan op de wijze waarop de reacties zijn verwerkt in het ontwerpbesluit.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Zie bijlagen.

X Noot
2

Zie bijlagen.

Naar boven