Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 januari 2020
In de regeling van werkzaamheden d.d. 18 december 2019 (Handelingen II 2019/20, nr.
38) heeft uw Kamer verzocht om een reactie op het bericht «Nieuwe advocaat kroongetuige
legt werk neer». Middels deze brief voldoe ik aan dit verzoek.
Laat ik vooropstellen dat ik het van groot belang acht dat advocaten bescherming wordt
geboden als dat nodig is. Dit zijn immers functionarissen die in dienst staan van
de democratische rechtsorde.
In algemene zin geldt dat beslissingen over het al dan niet verlenen van rechtsbijstand
aan een kroongetuige in de eerste plaats door een advocaat zelf worden genomen. Over
de omstandigheden, bijvoorbeeld ten aanzien van anonimiteit of veiligheid, waarbinnen
een advocaat zijn/haar werkzaamheden verricht vormen beslissingen en afwegingen in
dat verband telkens een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de betrokken (proces)partijen.
Hierbij wordt nadrukkelijk rekening gehouden met het bijzondere karakter van dit soort
zaken. Zoals u weet doe ik over individuele casussen geen uitspraken vanwege de veiligheid
van deze personen.
Naar aanleiding van de moord op dhr. Wiersum is er een team ingesteld waarin de NCTV,
het Openbaar Ministerie, de politie en de Koninklijke Marechaussee nauw samenwerken
om voor advocaten, rechters en officieren van justitie voor wie dat aangewezen is,
beveiliging vorm te geven. Beslissingen over de benodigde beveiligingsmaatregelen
zijn en worden zorgvuldig en in goed overleg tussen deze partijen genomen. U kunt
er vanuit gaan dat dit de volle aandacht heeft van de betrokken organisaties opdat
deze functionarissen hun bijdrage aan de democratische rechtsorde kunnen blijven leveren.
Welke beveiligingsmaatregelen (moeten) worden getroffen is altijd een afweging tussen
dreiging en risico (voor de te beveiligen persoon, diens omgeving en derden) en proportionaliteit
van de beveiligingsmaatregelen. Bij beveiligingsmaatregelen zal er vrijwel altijd
sprake zijn van een bepaalde mate van impact op het privé en/of maatschappelijk leven
of zal dit zo worden ervaren.
Zoals gemeld in mijn brieven van 18 september 20191, 14 oktober 20192 en 16 december 20193 moet er structureel aandacht zijn voor kwetsbare beroepsgroepen zoals de advocatuur.
Hiertoe heeft de werkgroep bredere aanpak beroepsgroepen de risico’s, behoeftes, zorgen
en weerbaarheid van onder andere advocaten, rechters, officieren van justitie en journalisten
in kaart gebracht. Uw Kamer wordt waar nodig geïnformeerd over het vervolg.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus