29 279
Rechtsstaat en Rechtsorde

nr. 50
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2007

Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het rapport van de werkgroep «Privaatrechtelijke taakbehartiging door decentrale overheden»1. De werkgroep is in het kader van het programma Bruikbare rechtsorde ingesteld en werd voorgezeten door de heer A.H.P. van Gils, gemeentesecretaris van Rotterdam.

De werkgroep concludeert dat de wettelijke normstelling ten aanzien van privaatrechtelijke taakbehartiging door gemeenten en provincies niet langer is toegesneden op de praktijk, die gekenmerkt wordt door een grote verscheidenheid aan privaatrechtelijke samenwerkingsvormen. De toezichthouders honoreren de goedkeuringsverzoeken vrijwel altijd.

De werkgroep constateert behoefte aan ondersteuning bij de keuze voor de publieke of de private weg en voor de juiste rechtsvorm.

De bevindingen hebben geresulteerd in de aanbeveling om een afwegingskader op te stellen waarin de toetsingscriteria uit de Provincie- en de Gemeentewet nader worden uitgewerkt.

De voorbereiding van een inhoudelijke reactie wordt thans ter hand genomen. Mijn ambtgenoot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties neemt daarbij het voortouw.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven