Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 november 2018
Bij brief van 16 juli 2018, ontvangen op 18 juli 2018, is bij mijn ministerie een
verzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) ingekomen waarbij
om informatie is gevraagd over de OM-strafbeschikking (hierna: OMSB).
Het verzoek ziet op de periode vanaf 1 januari 2015 en betreft documenten die onder
het Minister van Justitie en Veiligheid en het Openbaar Ministerie (hierna: OM) berusten.
Eind 2014 bracht de Procureur-generaal bij de Hoge Raad die toezicht houdt op het
openbaar Ministerie, het rapport «Beschikt en gewogen» uit. Het rapport bevat de resultaten
van een onderzoek naar de naleving van de wettelijke voorschriften bij het uitvaardigen
van strafbeschikkingen. Dit rapport is bij brief van 26 februari 2015, (Kamerstuk
29 279, nr. 225) aan uw Kamer toegezonden.
Naar aanleiding van dit rapport heeft het OM gerichte maatregelen genomen om te voorkomen
dat strafbeschikkingen worden uitgevaardigd zonder dat de schuldvaststelling voldoende
is vastgelegd, is de zorgvuldigheid waarmee de bewijsbeoordeling plaatsvindt vergroot
en zijn er stappen gezet om te verzekeren dat de identiteitsvaststelling van de verdachte
steeds op de voorgeschreven wijze plaatsvindt.
Het OM heeft diverse metingen verricht naar de voortgang van de diverse verbetermaatregelen.
Het OM heeft met verzoeker afgesproken dat uiterlijk 5 november 2018 wordt beslist
op het verzoek tot openbaarmaking van de 0-meting (november 2016) en 1-meting (februari
2018) alsmede eventuele andere nadien verrichte metingen (een bij de CVOM uitgevoerde
vervolgmeting (mei 2018)). In verband met de (gedeeltelijke) openbaarmaking van deze
rapportages bij een eerste deelbesluit, zend ik deze bijgaand aan uw Kamer1.
Eind 2017 bracht de procureur-generaal bij de Hoge Raad een vervolgrapport uit ten
aanzien van de OM-strafbeschikking: «Wordt Vervolgd: Beschikt en Gewogen». Deze is
bij brief van 27 november 2017 (Kamerstuk 29 279, nr. 399) aan uw Kamer gezonden.
Op 19 juni 2018 is de «Evaluatie Wet OM-afdoening» aan uw Kamer aangeboden (Kamerstuk
29 279, nr. 440). De beleidsreactie op dit rapport, die thans wordt voorbereid, zal ik nog dit jaar
aan uw Kamer doen toekomen. In die reactie zal ook worden stilgestaan bij de (resultaten
van de) maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de rapporten van de procureur-generaal
bij de Hoge Raad.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus