29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 396 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 oktober 2017

Tijdens het algemeen overleg strafrechtelijke onderwerpen van 15 februari 2017 (Kamerstuk 29 279, nr. 379) vroeg uw Kamer aandacht voor de rehabilitatie van gedupeerden van onterechte veroordelingen tot een vrijheidsbenemende sanctie en verwees daarbij naar een bekende herzieningszaak. Ik zegde toe te bekijken waar leemtes zitten ten aanzien van de rehabilitatie van de gedupeerden en wat beter zou kunnen. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten.

Schade

Voorop staat dat voorkomen moet worden dat burgers onterecht worden veroordeeld. Dit geldt in het bijzonder voor onherroepelijke veroordelingen tot een vrijheidsbenemende sanctie (hierna: onterechte veroordelingen). Deze brengen grote schade toe aan de gedupeerden en hebben ingrijpende gevolgen voor hun naasten. De gedupeerden zijn niet alleen de vrijheid benomen, zij zijn ook definitief als dader aangewezen, terwijl dit niet had mogen gebeuren. Voor de betrokken slachtoffers of nabestaanden zijn ze met het oog op de verwerking van wat hun is overkomen eveneens schadelijk. Daarnaast wordt het vertrouwen in de rechtsstaat ermee aangetast. De overheid hoort haar bevoegdheid om burgers in bepaalde gevallen hun vrijheid te kunnen benemen met zorgvuldigheid en terughoudendheid toe te passen. Bij een onterechte veroordeling is dit achteraf bezien niet goed gegaan met alle consequenties van dien.

Drie basisvoorwaarden voor rehabilitatie

Ondanks de wettelijke waarborgen en alle inspanningen van de betrokken organisaties kunnen onterechte veroordelingen niet altijd worden voorkomen. Als bij een herziening door de Hoge Raad komt vast te staan dat een veroordeling onterecht was, is het wegnemen van de schadelijke gevolgen een bijzondere verantwoordelijkheid die op de overheid rust.

Sinds 1984 zijn zes personen onherroepelijk veroordeeld tot langdurige vrijheidsstraffen en later na herziening door de Hoge Raad vrijgesproken. Alhoewel de ervaringen met de afhandeling dergelijke zaken dus beperkt zijn, kan worden gesteld dat het maken van excuses, het betalen van een schadevergoeding en het bieden van ondersteuning bij de terugkeer in de samenleving drie basisvoorwaarden zijn voor de persoonlijke en maatschappelijke rehabilitatie van de gedupeerden. Hoe hieraan in een concreet geval het beste invulling kan worden gegeven is maatwerk.

Om de rehabilitatie van gedupeerden van onterechte veroordelingen te verbeteren heb ik gesproken met het Openbaar Ministerie (OM), de politie, de Raad voor de rechtspraak (Rvdr), de reclassering, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Slachtofferhulp Nederland (SHN). Hieronder zet ik de bevindingen uiteen aan de hand van de drie basisvoorwaarden.

Excuses

Het maken van excuses richting een gedupeerde is essentieel. Hiermee wordt zijn of haar leed erkend en een bijdrage geleverd aan het herstel van het geschade vertrouwen. De overheid toont hiermee ook haar gezicht. Voor de geloofwaardigheid en ter voorkoming van extra leed is het van belang dat excuses kort na de vrijspraak worden gemaakt. Door ze publiekelijk kenbaar te maken kan de maatschappelijke rehabilitatie worden bevorderd.

De direct bij het strafproces betrokken organisaties (OM, politie en Rvdr) zijn zelf verantwoordelijk voor het maken van excuses. Bij alle zes genoemde herzieningszaken heeft het OM hierin het voortouw genomen. Dit past bij de centrale rol die het heeft bij de vervolging. Excuses zijn echter niet altijd direct gemaakt of publiekelijk kenbaar gemaakt. Gelet op het belang van het maken van excuses zal het OM deze in de toekomst kort na een vrijspraak na herziening maken en – mits de gedupeerde dit wenst – ze ook publiekelijk kenbaar maken. De Rvdr en politie bepalen naar bevind van zaken of ze ook excuses maken of in een andere vorm reageren richting de gedupeerde. Het OM, de politie en de Rvdr hebben aangegeven zo veel mogelijk gecoördineerd te zullen optreden bij het maken van excuses. Als wordt gekozen voor afzonderlijke reacties richting de gedupeerde, dan zullen deze onder regie van het OM zo veel mogelijk onderling worden afgestemd.

Schadevergoeding

Na een herziening kan een gedupeerde via de rechter een schadevergoeding verzoeken voor diens materiële en immateriële schade. In de praktijk zal het OM het initiatief nemen om tot een minnelijke schikking te komen. Hiermee kan een voor de gedupeerde emotioneel belastende procedure worden voorkomen. In beide gevallen zal er echter enige tijd overheen gaan voordat de gedupeerde een schadevergoeding ontvangt. Daarom heb ik met het OM afgesproken dat een gedupeerde in het vervolg een voorschot op de schadevergoeding zal worden aangeboden. Dit kan helpen bij het oppakken van het leven na de herziening en eventuele drempels wegnemen bij de inschakeling van rechtsbijstand voor de totstandkoming van de schadevergoedingsovereenkomst.

Ondersteuning

Om een gedupeerde zijn of haar leven zo goed mogelijk te kunnen laten oppakken is het ten slotte van belang dat de voor hem of haar noodzakelijke en adequate ondersteuning wordt geboden. Hoe deze eruit ziet zal per gedupeerde verschillen en vraagt dus om maatwerk.

Alhoewel ik constateer dat het organiseren van ondersteuning is verbeterd, zie ik ook ruimte voor verdere verbetering. Binnen de overheid zijn verschillende organisaties die ervaring hebben met het bieden van ondersteuning, waaronder de reclassering, de gemeente (waar de gedupeerde naar terugkeert) en SHN. Zij richten zich op andere doelgroepen, maar hun aanbod kan relevant zijn voor gedupeerden. Ik heb met het OM afgesproken dat het OM na een herziening met deze organisaties in kaart zal brengen welke hulp geboden kan worden. De wensen en behoeften van de gedupeerden staan hierbij voorop. Als een gedupeerde openstaat voor en behoefte heeft aan ondersteuning door een of meer van de genoemde organisaties, zullen met hem of haar hierover afspraken worden gemaakt. Als de gedupeerde hulp van een andere persoon of organisatie wil, of bepaalde expertise ontbreekt (bijvoorbeeld psychologische of medische hulp), dan zal hij of zij worden doorverwezen en daarbij – indien gewenst – worden begeleid. Eventuele kosten die de gedupeerde hiervoor moet maken kunnen worden meegenomen in de schadevergoedingsovereenkomst. Met het OM heb ik verder afgesproken dat de mogelijkheid van kosteloze financiële coaching – mede omdat een gedupeerde ineens de beschikking krijgt over een groot geldbedrag – in ieder geval zal worden aangeboden.

Ondersteuning slachtoffers en nabestaanden

Niet moet worden vergeten dat een herziening ook veel impact kan hebben op de slachtoffers of nabestaanden. Zij hebben lange tijd in de veronderstelling verkeerd dat de gedupeerde de dader was en kunnen vragen hebben of te maken krijgen met verdriet, angst of boosheid. Het OM zal hen benaderen en, eventueel in samenwerking met SHN, bepalen of ondersteuning nodig is.

Tot slot

Een onterechte veroordeling kan helaas niet worden teruggedraaid. Wel kan de overheid haar verantwoordelijkheid nemen en er alles aan doen om de schadelijke gevolgen zo veel mogelijk weg te nemen en een gedupeerde zowel persoonlijk als maatschappelijk te rehabiliteren. Bij de organisaties die hieraan kunnen bijdragen bestaat een diep gedeeld besef van het belang hiervan en een bereidheid daaraan bij te dragen. In deze brief heb ik hiervoor de kaders geschetst. Deze zullen helpen bij het leveren van maatwerk in de individuele gevallen en moeten zorgen dat iedere gedupeerde de excuses, schadevergoeding en ondersteuning krijgt die hij of zij nodig heeft en verdient.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

Naar boven