29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 392 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2017

Hierbij zend ik uw Kamer in overeenstemming met artikel 30 van de Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving het inspectierapport «Consequenties van meertaligheid voor de rechtshandhaving in Caribisch Nederland» van de Raad voor de rechtshandhaving1, alsmede mijn reactie daarop.

Het is goed dat de Raad op de BES-eilanden een onderzoek heeft gedaan naar de gevolgen van het gebruik van verschillende talen in de rechtshandhavingsketen. Op deze eilanden doet zich namelijk de bijzondere situatie voor dat het eerder regel dan uitzondering is dat burgers de formele rechtstaal (het Nederlands) niet of niet goed beheersen. Op Bonaire is het Papiaments, en op Sint Eustatius en Saba het Engels de dominante gesproken taal. Daarnaast is het Spaans voor een substantieel deel van de bevolking de eerste spreektaal.

Ik onderschrijf het standpunt van de Raad dat er geen reden is om ter discussie te stellen dat het Nederlands de formele rechtstaal is. De principiële en praktische argumenten om dit te wijzigen wegen niet op tegen de principiële en praktische bezwaren. Ik ben dan ook niet voornemens om in het kader van de evaluatie van de justitiële Rijkswetten op dit punt iets te veranderen. Ik kan mij goed vinden in de inzet van de Raad om de ruimte die de huidige wetgeving al biedt om andere talen dan het Nederlands te gebruiken beter te benutten, zeker waar dat voor alle betrokkenen voordelen biedt.

Het rapport bevat een reeks aanbevelingen, gericht aan verschillende (combinaties van) ketenpartners. Hierna ga ik op elk van deze aanbevelingen in.

Openbaar Ministerie (OM)

Aanbeveling 1: Informeer een verdachte die wordt gedagvaard ook in de taal die hij beheerst. Handel daarbij in lijn met de in Europees Nederland geldende wet- en regelgeving.

Reactie: Ik begrijp uit het inspectierapport dat deze aanbeveling niet zozeer ziet op de dagvaarding zelf, maar vooral op de informatie die daarbij geleverd wordt waarin de gedagvaarde persoon uitleg krijgt over zijn rechten. Ik onderschrijf het belang hiervan en zal dit onder de aandacht brengen bij de procureur-generaal.

Aanbeveling 2: Bepaal dat het de politie (en andere opsporingsdiensten) wordt toegestaan om processen-verbaal, voor zover het betreft de weergave van wat is verklaard, in het Engels op te maken en communiceer dit duidelijk naar de politie (en die diensten).

Reactie: Van deze aanbeveling en de onderliggende onderzoeksresultaten heb ik met veel belangstelling kennisgenomen. Het is belangrijk dat het proces-verbaal van een verhoor zo nauwkeurig mogelijk, en zoveel mogelijk in iemands eigen woorden, weergeeft wat er is verklaard. Wanneer iemand zonder bijstand van een tolk in het Engels wordt gehoord, wat in Caribisch Nederland vaak voorkomt, dan is de meest zuivere registratiewijze in het Engels.

Ik heb het OM BES en het Gemeenschappelijk Hof gevraagd of naar hun oordeel de justitiële Rijkswetten en de BES-wetgeving ruimte bieden om de aanbeveling op te volgen. Hun zienswijze luidt dat er geen bezwaar lijkt te zijn, noch juridisch, noch praktisch, tegen een proces-verbaal dat deels in het Engels is opgesteld. Ik zal de procureur-generaal vragen om aan deze zienswijze goede bekendheid te geven bij de politie, zodat een einde komt aan de onduidelijkheid die de Raad bij de politie heeft gesignaleerd omtrent de toelaatbaarheid van het gebruik van het Engels in processen-verbaal.

Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN)

Aanbeveling 3: Bevorder en stimuleer dat in zowel interne overleggen als in informele contacten het gebruik van het Papiaments de standaard is, bevorder dat het «uitwijken naar het Nederlands» wordt beschouwd als een te vermijden uitzondering. Zie toe op naleving van de verplichting zich de landstaal eigen te maken zoals voorgeschreven in de Wet materieel ambtenarenrecht BES.

Reactie: Ik onderschrijf het belang van een voldoende kennis van het Papiaments bij politiemedewerkers die een publieksfunctie vervullen, ook als zij uit het buitenland komen en slechts tijdelijk in de Cariben werkzaam zijn. Ik wil de Korpschef enige beoordelingsruimte laten in de omgang met formele en informele interne overleggen, maar ik zal deze aanbeveling onder zijn aandacht brengen.

Aanbeveling 4: Stel personeel dat het Nederlands niet als eerste taal kent in de gelegenheid te werken aan een betere beheersing van die taal. Ontwikkel daarvoor een lesprogramma en biedt dit aan.

Reactie: Zoals de Raad in zijn rapport opmerkt is beheersing van het Nederlands een belangrijke eis om in dienst te kunnen treden bij alle instanties binnen de rechtshandhaving, en dus ook bij de politie. De politieopleiding wordt in het Nederlands gegeven. Studiemateriaal en wetgeving zijn in het Nederlands opgesteld. Hiermee verhoudt zich naar mijn oordeel niet dat het korps voor de eigen medewerkers systematisch een lesprogramma Nederlands aanbiedt. Als ondanks de gestelde eisen de kennis van het Nederlands van een medewerker onvoldoende is dan zal dit worden betrokken in functioneringsgesprekken en kan in individuele gevallen afhankelijk van de omstandigheden een bijspijkercursus worden aangeboden of vereist.

OM en KPCN

Aanbeveling 5: Spreek af, dat in onderzoeken van enige omvang overleg tussen het OM en de politie plaatsvindt over de wenselijkheid en mogelijkheid om verhoren (audio en/of video) vast te leggen, en bezie de wenselijkheid van richtlijnen of nadere afspraken daarover.

Reactie: De Raad lijkt met deze aanbeveling kwetsbaarheid van verdachten door taalproblemen te willen voorkomen. Ik heb echter geen aanwijzingen, en het inspectierapport bevat die ook niet, dat de positie van verdachten daadwerkelijk is benadeeld door taalproblemen tijdens het verhoor. Ik zie dan ook geen aanleiding om de korpschef en de procureur-generaal te vragen om het beleid inzake het opnemen van verhoren op dit punt aan te passen.

Aanbeveling 6: Bepaal dat in die gevallen waarin een niet-Nederlands sprekende verdachte, getuige of aangever is gehoord, de verklaring aan de gehoorde zoveel mogelijk wordt voorgehouden door een andere politieambtenaar dan de verbalisant die het verhoor afnam. Bepaal, dat steeds in een proces-verbaal van verhoor wordt opgenomen of en op welke wijze dit is geschied.

Reactie: Ik begrijp uit het inspectierapport dat deze aanbeveling tot doel heeft om fouten die gemaakt zijn bij de vertaling van de in het gesprek gebruikte taal naar het in het proces-verbaal gebruikte Nederlands op te sporen en te herstellen. Voor zover verhoren in het Engels worden gehouden hoop ik dat met aanbeveling 2 en mijn reactie daarop deze vertaalproblemen tot het verleden behoren. Voor verhoren die in het Papiaments of Spaans worden afgenomen onderschrijf ik het belang van deze aanbeveling en zal deze onder de aandacht brengen bij de korpschef en de procureur-generaal.

OM en Koninklijke Marechaussee (KMar)

Aanbeveling 7: Schenk bij de selectie van personeel aandacht aan culturele sensitiviteit en de bereidheid en motivatie om te werken aan beheersing van de landstaal.

Reactie: Ik begrijp dat de Raad bij het doen van deze aanbeveling de praktijk bij het KPCN als een «best practice» ziet waaraan het OM en de KMar zich zouden kunnen spiegelen. Ik zal deze aanbeveling van de Raad onder de aandacht brengen bij de procureur-generaal en de commandant ter plaatse.

Aanbeveling 8: Stimuleer en faciliteer het opdoen van kennis en beheersing van de landstaal door uit het buitenland aangetrokken nieuw personeel al vóór de reis naar Caribisch Nederland in de gelegenheid te stellen daarvoor een opleiding te volgen.

Reactie: De Raad komt tot deze aanbeveling omdat hij signaleert dat bij uit het buitenland aangetrokken personeel de bereidheid om Papiaments te leren met name voorafgaand aan het vertrek naar de Cariben hoog is en daarna bij de meeste medewerkers allengs minder wordt. Omdat de praktische uitvoering van deze aanbeveling de nodige voeten in de aarde heeft wil ik eerst nader verkennen of het door de Raad gesignaleerde beeld door taalinstructeurs wordt bevestigd en wat het voor de bedrijfsvoering zou betekenen om de taalcursussen naar voren te halen. Ik zal uw Kamer te zijner tijd informeren over mijn bevindingen.

OM, KPCN en KMar

Aanbeveling 9: Inventariseer en bundel de ervaringen en kennis over de fenomenen die zich voordoen wanneer iemand uit het buitenland komt en in Caribisch Nederland gaat werken. Ontwikkel een vorm van begeleiding, waarin deze ervaringen en kennis aan nieuwkomers wordt aangeboden. Bezie hierbij de mogelijkheden van samenwerking met andere overheidsinstanties en bezie of en hoeverre hierin RCN een rol op zich kan en wil nemen.

Reactie: Ik onderschrijf het belang van de beschreven kennisdeling en begeleiding en ben ervan overtuigd dat hier door de verschillende instanties al veel aan wordt gedaan, zowel in georganiseerd als in informeel verband. Desalniettemin zal ik deze aanbeveling onder de aandacht brengen bij de procureur-generaal, de Korpschef en de commandant ter plaatse.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven