29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 323 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 mei 2016

Bij brief van 17 mei 2016 heeft de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie mij verzocht uiterlijk op 23 mei 2016 te reageren op het Jaarbericht van de voorzitter van de Raad voor de rechtspraak (hierna: de voorzitter) onder de titel «Financiering rechtspraak moet uit politieke arena». Hieronder treft u mijn reactie aan.

De voorzitter gaat in zijn jaarbericht in op de financieringssystematiek voor de Rechtspraak en stelt dat de rechtspraak gelet op de onafhankelijke positie als derde staatsmacht niet afhankelijk mag zijn van de krapte op de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. In dat verband is de voorzitter van mening dat de Wet op de rechterlijke organisatie weeffouten bevat. Ten eerste betreurt hij dat de Rechtspraak niet als Hoog College van Staat is aangemerkt en daardoor voor de financiering in de politieke arena wordt gedwongen en ten tweede dat met de «p x q financiering» niet wordt voorzien in grote kostenposten die daar niet onder kunnen worden geschaard. De voorzitter refereert verder aan een recent rapport waarin de Algemene Rekenkamer aangeeft dat in de praktijk het beschikbare budget als uitgangspunt wordt genomen en dat de financieringswijze grotendeels los is komen te staan van de vraag wat er in de praktijk nodig is om zaken tijdig en zorgvuldig af te handelen. Hij besluit ermee dat een nieuwe balans tussen de staatsmachten nodig is.

Vooropgesteld zij dat de positie van de rechtspraak als derde staatsmacht niet ter discussie staat. Deze bijzondere positie komt onder meer tot uitdrukking in hoofdstuk 6 van de Grondwet dat aan de rechtspraak is gewijd. Aan deze positie is nader invulling gegeven met de Wet op de rechterlijke organisatie en het hierop gebaseerde Besluit financiering rechtspraak 2005. De hierin opgenomen regels van het bekostigingssysteem schrijven voor dat per zaak een per zaaksoort afgesproken prijs wordt betaald (p x q). Dat mechanisme is wettelijk zo vastgelegd om te voorkomen dat de begroting van het ministerie bepalend is bij de bekostiging van de rechtspraak. Met deze vorm van financiering en de daarbij horende eigen beheersbevoegdheden werd de zelfstandigheid van de rechterlijke organisatie verstevigd en werd tevens aangesloten bij de wens van de samenleving om transparant te zijn over de besteding van publieke middelen.

Er worden afspraken gemaakt over de gemiddelde prijs per (soort) zaak. Deze prijzen staan voor drie jaar vast. Daarna wordt op basis van objectieve indicatoren opnieuw gekeken wat het niveau voor de drie jaar daarna moet zijn. Omdat er voortdurend maatschappelijke veranderingen zijn, zoals nieuwe of aangepaste wetgeving, is het goed dat het systeem stabiliteit bevat voor 3 jaar, maar niet onveranderlijk is. In dat kader worden ook investeringen gefinancierd. Daarnaast kan eigen vermogen worden aangewend voor investeringen. De Raad voor de rechtspraak dient jaarlijks de eigen begroting bij het ministerie in op basis van de instroomprognoses. In de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft de begroting van de Rechtspraak een eigen plaats. Wanneer ik afwijk van de begroting van de Rechtspraak moet dit aan uw Kamer kenbaar worden gemaakt. Met dit afgewogen stelsel, dat afwijkt van de begrotingsregels voor andere organisaties die onder mijn begroting vallen, wordt recht gedaan aan de bijzondere positie van de rechtspraak.

In reactie op het recente rapport van de Algemene Rekenkamer Bekostiging Rechtspraak; gevolgen voor doelmatigheid (Kamerstuk 29 279, nr. 317) heb ik aangegeven mij niet te kunnen vinden in de conclusie dat in de praktijk de prestatiebekostiging wordt begrensd door een budgetplafond. Dat de verwachte instroom niet altijd volledig vóóraf is gefinancierd is juist. Dit is ook altijd gemotiveerd in de betreffende begrotingen. Uiteindelijk zijn tot nu toe altijd alle zaken door de Minister van Veiligheid en Justitie gefinancierd. De Rechtspraak heeft daarbij voldoende reserves om schommelingen in het aantal zaken op te kunnen vangen. De daarvoor bestemde egalisatierekening bedraagt € 41 mln. Het eigen vermogen bedraagt op dit moment € 24 mln. Daaruit kunnen eventueel investeringen die boven de geldende integrale prijzen uitgaan worden gedaan. De vraag wat nodig is om zaken tijdig en zorgvuldig af te handelen maakt onderdeel uit van de driejaarlijkse prijsonderhandelingen. Op dit moment ben ik in gesprek met de Rechtspraak over de prijzen voor de rechtspraak voor de periode 2017 tot en met 2019. Ik kan op de uitkomsten daarvan niet vooruitlopen.

Hoewel ik begrip heb voor de zorgen over de financiering deel ik gelet op het bovenstaande niet de analyse van de voorzitter over de financiering en positie van de rechtspraak in het staatsbestel. We hebben in Nederland een afwogen stelsel voor de financiering van de Rechtspraak dat juist recht doet aan de zelfstandige positie van de Rechtspraak. Bij de oprichting van de Raad voor de rechtspraak zijn alternatieve modaliteiten uitdrukkelijk overwogen. Er is echter gekozen voor het huidige stelsel, dat goed past in het Nederlandse constitutionele bestel waarin geen van de drie staatsmachten geheel los van de ander staat («checks and balances»).

Een andere positie van de Rechtspraak, zoals bijvoorbeeld als Hoog College van Staat, waarvan de begroting op grond van de Comptabiliteitswet afzonderlijk door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij de Tweede Kamer wordt ingediend, zou naar mijn overtuiging de facto geen wezenlijke verandering brengen in de financieringssystematiek.

De rechtspraak functioneert goed in Nederland. Elke dag zorgen de rechters ervoor dat mensen recht wordt gedaan, dat misdadigers worden bestraft en dat we een eerlijk ondernemersklimaat hebben. Hoeveel goede rechtspraak mag kosten is niet in het algemeen te beantwoorden. De Rechtspraak heeft de afgelopen jaren steeds de nodige middelen gekregen om deze rol goed te kunnen vervullen en mijn inzet is dat dit wordt gecontinueerd.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven