29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 311 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2016

In antwoord op het verzoek van uw Kamer van 10 maart jl. inzake de inventarisatie en analyse van eventuele achterstanden bij de gerechten en gerechtshoven, bericht ik u als volgt.

In de beantwoording op de Kamervragen van het lid Van Nispen (Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 698) meldde ik uw Kamer dat een inventarisatie en analyse van eventuele achterstanden en de omvang en oorzaken daarvan bij de andere gerechten en gerechtshoven enige tijd in beslag zou nemen en dat ik de Raad voor de rechtspraak had gevraagd de daartoe benodigde informatie te verstrekken.

De Raad heeft eerst aan gerechten en gerechtshoven in algemene zin rechtstreeks gevraagd of er sprake is van achterstanden. Vervolgens is de voorraadontwikkeling over de afgelopen twee jaar (2014 en 2015) geanalyseerd in samenhang met de doorlooptijdontwikkeling en daar waar indicaties waren over oplopende werkvoorraden is de betreffende gerechten gevraagd naar oorzaken en oplossingen. Vervolgens zijn alle resultaten verwerkt. Dit levert het volgende beeld op.

Voorraadontwikkeling andere hoven dan ’s-Hertogenbosch

Bij gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zijn de werkvoorraden bij de behandeling van handelsrekesten en dagvaardingszaken opgelopen. Daarvoor is een aantal oorzaken te noemen.

Naast een meer dan gemiddeld ziekteverzuim bij de raadsheren waren (en zijn) er vacatures. Deze gaten in de bezetting leiden er toe dat niet alleen de directe productie achterblijft, maar ook dat de raadsheren minder tijd hebben voor het concipiëren van uitspraken, doordat ze meer zittingen moeten doen. Daarnaast zijn er in 2015 meer dagvaardingszaken ingestroomd dan geprognosticeerd.

Voor het inlopen van de achterstanden is een Plan van aanpak reductie achterstanden opgesteld, dat onder meer voorziet in aanpassingen in het werkproces. Een belangrijke voorwaarde voor het realiseren van de in het plan genoemde doelstelling is voldoende capaciteit. De formatie raadsheren is in 2016 uitgebreid met het oog op deze doelstelling. Inmiddels is deels de extra formatieruimte ingevuld.

Bij de gerechtshoven Amsterdam en Den Haag zijn geen achterstanden geconstateerd.

Voorraadontwikkeling rechtbanken

De werkvoorraad van civiele bodemzaken, niet zijnde kantonzaken, bij de rechtbanken is in de afgelopen twee jaar sterk afgenomen. Alleen bij de rechtbank Overijssel is de werkvoorraad van een specifieke groep zaken, de insolventierekesten, substantieel toegenomen (met 7% van de instroom in 2015). Om de achterstanden in 2016 in te lopen, zet de rechtbank extra personeel in. Tegelijkertijd wordt nadrukkelijk gestuurd op het verbeteren van de doorlooptijden.

De werkvoorraad van kantonzaken (zowel handelszaken als familiezaken) bij de rechtbanken is in de afgelopen twee jaar stabiel gebleven en er is geen sprake van achterstanden, behalve bij bewind meerderjarigen, curatele en mentorschap en schuldenbewind. Bij de behandeling van verzoekschriften tot het instellen, wijzigen of opheffen van bewind zijn er geen substantiële achterstanden.

Bij de rechtbanken Gelderland, Overijssel, Noord-Nederland, Zeeland-West-Brabant en Oost-Brabant is wel vertraging opgetreden in de behandeling van de zogenaamde beheerszaken rond bewindvoering; het gaat dan om bijvoorbeeld de goedkeuring van de periodieke afrekening of eindafrekening of de boedelbeschrijving of het verlenen van machtigingen. Deze achterstanden hebben onder meer te maken met de zeer sterke toename van dit type bewindvoeringen, met name de schuldenbewinden, en de toegenomen omvang van de wettelijke toezichtstaken. De rechtbanken zijn in 2016 volop bezig genoemde voorraadtoenames weg te werken door standaardisatie in werkwijze en inzet van extra capaciteit en naar verwachting zullen de werkvoorraden dan ook in 2017 tot op een normaal niveau zijn teruggebracht.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven