29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 199 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 mei 2014

Tijdens de behandeling van de begroting van Veiligheid en Justitie op 28 november 2012 heb ik uw Kamer toegezegd (Handelingen II 2012/13, nr. 28, items 3 en 6), u te informeren over de resultaten van de pilot in 2013 over de toetsing van de ambachtelijke kwaliteit van civiele vonnissen. Het openbare rapport waarin de Raad voor de rechtspraak verslag doet van deze rechtspraakbrede pilot is recent afgrond en is op 24 april jl. gepubliceerd op de website www.rechtspraak.nl.

De resultaten zijn onder andere bedoeld voor de visitatiecommissie die onder voorzitterschap van de heer mr. M.J. Cohen in de periode van april tot en met juni 2014 alle gerechten bezoekt. Het doel van deze visitatie is naast het afleggen van verantwoording aan de maatschappij, ook het bevorderen van de kwaliteitsverbetering van gerechten. De visitatiecommissie bestaat uit negen externe leden en uit zes leden werkzaam binnen de Rechtspraak.

De wens van de rechtspraak om te komen tot toetsing van de ambachtelijke kwaliteit van vonnissen bestaat al langere tijd en komt voort uit de evaluatie van de kwaliteitsvisitatie, gehouden in 2006. In 2010 besloot de Rechtspraak tot het houden van een pilot bij een klein aantal gerechten en bij één sector (sector civiel en daarvan de handelszaken). Het bleek mogelijk om de ambachtelijke kwaliteit van een vonnis te toetsen, maar de ontwikkelde methode bleek zeer tijdrovend. De Raad en presidenten hebben in 2012 besloten een tweede (vervolg)pilot te houden in twee gerechtshoven. De twee gerechtshoven slaagden erin om, voortbouwend op de eerder ontwikkelde werkwijze en toetsingskader, een efficiënt toetsingsinstrument en -proces te ontwikkelen.

De pilot binnen de twee gerechtshoven was de opmaat naar de derde, rechtspreekbrede, pilot. De opdracht van deze laatste pilot was een toetsingsmethode te ontwikkelen, die permanente inhoudelijke toetsing van civiele vonnissen mogelijk maakt. Toetsing biedt idealiter ook aanknopingspunten voor het verbeteren van ambachtelijke kwaliteit. In de rechtspraakbrede pilot is daarom naast het zicht krijgen op kwaliteit en verantwoording naar de samenleving, ook het bevorderen van gesprek tussen professionals over ambachtelijke kwaliteit als doelstelling toegevoegd.

Deelopdracht was een kader te ontwikkelen waarbinnen de terugkoppeling door de gerechtshoven aan de rechtbank over de uitkomsten van de toetsing kon plaatsvinden. Voor de wijze van terugkoppeling is een landelijk protocol opgesteld.

De derde pilot richtte zich specifiek op kwaliteitstoetsing van uitspraken in dagvaardingszaken van de civiele sectoren van de rechtbanken. Verzoekschriften, zaken waarin de gedaagde zich niet heeft gemengd en royementen vielen buiten het project.

Onderwerp van toetsing is het vonnis en niet de individuele rechter. Op basis van toetsing van vonnissen kunnen uitspraken worden gedaan over de ambachtelijke kwaliteit van rechterlijke uitspraken; niet over de kwaliteit van rechters als zodanig. Of de kwaliteit van vonnissen waarin geen hoger beroep is ingesteld afwijkt van de kwaliteit van vonnissen waarin wel appèl is ingesteld, is onbekend. Van de civiele vonnissen in 2012 is in 5 a 6% hoger beroep ingesteld. Andere kwaliteitsindicatoren zoals bijvoorbeeld doorlooptijd en bejegening tijdens de terechtzitting, blijven bij de kwaliteitstoetsing eveneens buiten beschouwing.

In een periode van zeven maanden zijn 632 civiele vonnissen van 11 rechtbanken getoetst door 158 raadsheren bij de vier gerechtshoven.

Ruim viervijfde (81%) van de onderzochte vonnissen is in deze pilot als positief beoordeeld. Daarnaast werd 16% als «onvoldoende» en 3% als «slecht» bestempeld. Hierbij werd opgemerkt dat indien een vonnis wat betreft de ambachtelijke kwaliteit als negatief wordt beoordeeld, dat niet zonder meer meebrengt dat de beslissing onjuist was. De beslissing kan immers in hoger beroep zijn bekrachtigd. Ook bestaat de mogelijkheid dat vonnissen, waarvan de ambachtelijke kwaliteit als positief wordt beoordeeld, worden vernietigd omdat in hoger beroep door een partij in eerste aanleg gemaakte fouten worden hersteld of alsnog aanvullend bewijs is geleverd of een andere afweging is gemaakt. De relatie tussen ambachtelijke kwaliteit en (on)juistheid van de beslissing is niet onderzocht.

In de rapportage wordt geconcludeerd dat de toetsing van ambachtelijke kwaliteit van civiele vonnissen, indien zij periodiek wordt herhaald en volgehouden, meerwaarde heeft. En uit de terugkoppeling van rechters blijkt, dat zij het belangrijk vinden om feedback te ontvangen.

Ik ondersteun de initiatieven van de Raad voor de rechtspraak en de gerechten om te komen tot toetsing van de ambachtelijke kwaliteit van civiele vonnissen en deze verder vorm te geven. De discussie over de resultaten en de verdere ontwikkeling en eventuele uitbreiding hoort in eerste instantie plaats te vinden onder vakgenoten. Daarvoor organiseert de stuurgroep Kwaliteitstoetsing rechterlijke uitspraken op 25 juni a.s. een landelijke bijeenkomst voor (civiele) rechters, raadsheren, leidinggevenden en bestuurders, waarin naast het rapport ook de verdere toekomst van gebruikte methodiek en kwaliteitstoetsing binnen de Rechtspraak aan de orde zullen komen.

Daarnaast heeft de Raad voor de rechtspraak aan de visitatiecommissie onder voorzitterschap van de heer mr. M.J. Cohen gevraagd een beschouwing te geven over de gebruikte systematiek en een advies over de verdere ontwikkeling daarvan. In het najaar zal mede op basis van het advies van de visitatiecommissie besluitvorming plaatsvinden over het verdere vervolg en eventuele uitbreiding naar andere rechtsgebieden.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven