29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2010

Hierbij informeer ik u over de instroom van strafzaken, conform uw verzoek van 1 juli 2010 (2010Z10263/2010D28219) en reageer ik op uw verzoek van 21 september 2010 aangaande de berichtgeving in het NRC Handelsblad van 14 september 2010 getiteld «Geldnood bij OM, taakstraf wordt boete». Tot slot geef ik enkele van mijn ambities weer die de opsporingsprestaties van politie onder leiding van het OM raken.

Beantwoording van deze vragen heeft helaas langer op zich laten wachten dan ik wenselijk acht, omdat de duiding van de cijfers complex bleek. Op het eerste gezicht lijkt er namelijk een spanning te bestaan tussen enerzijds de waarneming dat er sprake is van een stagnatie van de instroom bij het openbaar ministerie en anderzijds het signaal dat het College van procureurs-generaal afgeeft dat het openbaar ministerie financieel in zwaar weer dreigt te raken. Met deze brief wil ik u een zo compleet mogelijk beeld geven van deze problematiek waarbij recht gedaan wordt aan de inspanningen die door politie en OM worden gedaan die niet direct uit de cijfers blijken. Waar er ruimte moet zijn voor de professional om effectief op te treden, kunnen cijfers niet de enige maat zijn voor een oordeel.

Verklaringen voor de ontwikkeling van de instroomcijfers

Vastgesteld kan worden dat de geregistreerde instroom van rechtbankzaken in 2009 ten opzichte van 2008 is gedaald met 11,9% (31 000 zaken) naar 229 400. De geregistreerde instroom van kantonzaken is in diezelfde periode gedaald met 11,3% (26 800) naar 211 000 zaken. Hiervoor zijn de volgende verklaringen.

1. Registratie-effecten

De invoering van het Geïntegreerd Processysteem Strafrecht (GPS) heeft effect op de geregistreerde instroom. In dit nieuwe registratiesysteem worden de zaken op een later moment dan voorheen geregistreerd namelijk na de beoordeling. Als zaken bij die beoordeling worden afgekeurd, worden ze niet geregistreerd. In het oude systeem waren deze afgekeurde zaken al geregistreerd en voorzien van een parketnummer. De invoering van GPS verklaart zo’n 51% van de instroomdaling.

De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid heeft medio dit jaar in het onderzoek naar de samenwerkingsafspraken politie, knelpunten bij het nieuwe registratiesysteem van de politie, de Basisvoorziening Handhaving (BVH) rond de betrouwbaarheid van operationele en managementinformatie en inzicht in de omvang van criminaliteit geconstateerd. In het Wetgevingsoverleg politie van maandag 15 november met uw Kamer heb ik aangekondigd dat de Algemene Rekenkamer onderzoek gaat doen om de knelpunten nader in kaart te brengen. Daarbij komt ook dat de invoering van het systeem veel operationele capaciteit van de politie heeft gevraagd waardoor de instroom van zaken zowel in 2009 als in de eerste acht maanden van 2010 is gedaald.

2. Invoering OM-strafbeschikking

In 2009 is de strafbeschikking voor artikel 8 WVW (rijden onder invloed) landelijk ingevoerd. Daarmee worden transacties die het CJIB namens het OM uitvaardigt bij lage alcoholpromillages van «first offenders» omgezet naar een strafbeschikking. Hierdoor is er geen instroom meer van niet-betaalde misdrijftransacties artikel 8 WVW. Als gevolg van de invoering van de OM-strafbeschikking is de instroom bij het OM vorig jaar met zo'n 3 100 zaken gedaald. De verwachting is dat ook in 2010 de OM-afdoening tot een verdere vermindering van de instroom zal leiden.

3. Bestuurlijke boete

De laatste jaren groeit het gebruik van de bestuurlijke boete door Bijzondere Opsporingsdiensten en -ambtenaren. De bestuurlijke boete verklaart bijna 5% van de daling bij rechtbankzaken.

4. Veiligheidshuizen

De succesvolle aanpak in de veiligheidshuizen kan van invloed zijn op de instroom van zaken bij het OM. De interventies in de veiligheidshuizen zijn (nog) niet integraal te monitoren. Het OM levert echter wel een grote inspanning. Wel blijkt uit een tussentijdse evaluatie van Limburgse veiligheidshuizen dat ze een recidivereducerend effect hebben.1

5. Wet Tijdelijk Huisverbod

De instroom van verdachten van huiselijk geweld is vorig jaar met 18% gedaald. Door het huisverbod worden plegers van huiselijk geweld uit hun omgeving gehaald (korte termijn) en wordt hulpverlening aangeboden en opgestart (lange termijn). In 2009 zijn er ruim 1 800 huisverboden opgelegd.2

Reactie op het NRC artikel

In het artikel in het NRC Handelsblad van 14 september 2010 getiteld «Geldnood bij OM, taakstraf wordt boete» wordt ingegaan op de veronderstelde acute financiële nood bij het Openbaar Ministerie (OM). Hieronder zet ik uiteen waarom er geen sprake is van een acute financiële nood, als gevolg waarvan het OM niet toe zou komen aan zijn taken.

In het artikel wordt het beeld geschetst dat het Openbaar Ministerie meer geldboetes oplegt in plaats van taakstraffen om de geldnood te compenseren. Daarvan is geen sprake. Op grond van de Comptabiliteitswet3 geldt een strikte scheiding tussen ontvangsten en uitgaven. De opbrengsten uit geldboetes en plukze-opbrengsten (ontnemingsmaatregelen) worden verantwoord op het betreffende ontvangstenartikel van de departementale begroting en komen daarmee rechtstreeks ten goede aan ’s Rijks schatkist. Deze inkomsten mogen derhalve niet worden aangewend om meer uitgaven te doen dan volgens de uitgavenkaders van de begroting zijn toegestaan.

Ook de procentuele verhoging van de tarieven voor boetes en transacties is niet ingegeven vanwege de in het artikel geschetste problematiek bij het OM. Zoals in de justitiebegroting 20114 is vermeld zullen de boetetarieven in twee fasen worden verhoogd. Dit is een maatregel als aanvulling op het vorig jaar in gang gezette programma «optimalisering van de verkeershandhaving».

Het artikel maakt ook melding van een interne reorganisatie die tot onrust zou leiden. Daarover heeft het College mij bericht dat sommige OM-medewerkers zich inderdaad zorgen maken. Dat is begrijpelijk bij een reorganisatie en bij financiële krapte.

De suggestie, dat veel zaken, waaronder zware misdrijven, steeds vaker bij het OM op de plank belanden, en dat er niets meer mee gebeurt, is onterecht. De meeste van de door opsporingsinstanties aangeleverde zaken worden aan de rechter voorgelegd (55% in 2009); een deel wordt met een transactie of strafbeschikking afgedaan (33%). Een klein deel wordt geseponeerd (12%). Deze cijfers zijn nagenoeg gelijk aan die van voorgaande jaren. Er wordt dus niet meer geseponeerd. Behalve gelijkblijvende sepotcijfers zijn ook de doorlooptijden grosso modo gelijk gebleven.

Er heeft zich op een aantal plaatsen, waaronder in Rotterdam, problemen voor gedaan met het tijdig op zitting brengen van verdachten die niet in voorlopige hechtenis zitten. Daar waar het probleem speelt wordt lokaal gewerkt aan oplossingen, waaronder het laten afdoen van zaken in andere arrondissementen. Er bestaat geen relatie tussen een eventuele stijging van het aantal civiele zaken en de (rechters)capaciteit die beschikbaar is voor strafzaken.

Ambitie

Ik maak van de gelegenheid gebruik om aan te geven dat de prestaties van de justitiële keten te beginnen bij de opsporing omhoog moeten, onder andere bij de aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit en de aanpak van overvallen. Zo is het mijn ambitie om tot een verdubbeling van het aantal aangepakte criminele organisaties in 2015 te komen (van 20% naar 40%) en tevens fors te investeren in het afnemen van crimineel vermogen (40 miljoen extra opbrengst in 2015). Ook is het mijn ambitie om een hardere aanpak van zware misdrijven (waar meer dan 6 jaar op staat) te bewerkstelligen: de pakkans moet met 25% omhoog én het aantal bestrafte daders bij overvalcriminaliteit moet verdubbeld worden.

Dit zijn twee voorbeelden van ambities waarbij van het OM wordt gevraagd om samen met de politie tot betere opsporingsprestaties te komen. Zo kan het OM bijvoorbeeld overwegen om op de regioparketten speciale teams high impact crime te vormen, waarin het OM actief sturing kan geven aan de opsporingsonderzoeken van de politie ten aanzien van overvallen.

Maar ook voor de politie geldt dat zij in haar organisatie snel en flexibel moet kunnen opschalen naar een hoger actieniveau bij een fenomeen als overvallen.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XNoot
1

P. Ph. Nelissen: Tweede tussenrapportage Veiligheidshuizen Limburg. De werking en werkzaamheid van de persoonsgerichte aanpak. Een kwantitatieve beschrijving en analyse. Maastricht, juni 2009.

XNoot
2

Blauw, jaargang 5, nr. 3 (6 februari 2010).

XNoot
3

Artikel 28 lid 1.

XNoot
4

Beleidsagenda.

Naar boven