29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 106 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 april 2010

Op 2 februari jl. heb ik toegezegd u binnen twee maanden het feitenonderzoek te zullen toesturen, voorzien van mijn standpunt, over de door het televisieprogramma Zembla genoemde strafzaken (Handelingen II 49 blz. 4599 t/m 4602).

Door het Wetenschappelijk Bureau van het Openbaar Ministerie wordt momenteel veel werk verricht om van alle zaken de dossiers te analyseren. Bij dit onderzoek zijn de hoogleraren prof. mr. Th.A. de Roos en prof. mr. P.A.M. Mevis betrokken. Mede als gevolg van de vereiste zorgvuldigheid en het grote aantal zaken is de rapportage nog niet gereed. Nadat ik het feitenonderzoek heb ontvangen, zal ik daar na overleg met het College van procureurs-generaal en de Raad voor de rechtspraak een standpunt over innemen. Daarbij zal ik tevens betrekken de door mij toegezegde rapportage over een uitspraak van de rechtbank Alkmaar (Kamerstukken II 2009–2010, 29 279, nr. 98).

Ik ben voornemens u mijn standpunt en de daarbij behorende stukken begin mei toe te zenden.

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven