29 276
Wijziging van de Mededingingswet en van enige andere wetten in verband met de implementatie van EG-verordeningen 1/2003 en 139/2004

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 april 2004

Bij u is in behandeling het voorstel van wet tot Wijziging van de Mededingingswet en van enige andere wetten in verband met de implementatie van EG-verordening 1/2003. Tot mijn genoegen heb ik geconstateerd dat u dit wetsvoorstel hebt geagendeerd als hamerstuk voor 29 april 2004. Een spoedige implementatie van deze verordening is van groot belang. Ik stel het dan ook zeer op prijs dat u daaraan uw medewerking wilt verlenen.

In de toelichting bij de nota van wijziging van dit wetsvoorstel welke nota u op 26 maart 2004 hebt ontvangen, is nog een tweede nota van wijziging aangekondigd (Kamerstukken II 2003/04, 29 276, nr. 8, bladzijde 9). Daarbij krijgt de NMa ook bij de toepassing van de Mededingingswet, waaronder de decentrale toepassing van de artikelen 81 en 82 van het EG-verdrag, de bevoegdheid tot het binnentreden van woningen zonder toestemming van de bewoner en tot het opleggen van hogere boetes bij het niet nakomen van de medewerkingplicht.

Bij nader inzien geef ik er de voorkeur aan die uitbreiding in een afzonderlijk wetsvoorstel tot wijziging van de Mededingingswet aan u voor te leggen.

Aan een zo spoedig mogelijke implementatie van EG-verordening 1/2003 dient absolute voorrang te worden gegeven en die tweede nota van wijziging zou tot discussie en daardoor tot vertraging van de implementatie kunnen leiden. Ook de Raad van State heeft daarop gewezen in zijn recente advies over die Tweede Nota van wijziging.

Daarbij komt dat de uitbreiding van de handhavingbevoegdheden van de NMa op de bedoelde twee onderdelen wel verband houdt met de implementatie van die verordening, maar daarvoor niet strikt noodzakelijk is.

Het in een afzonderlijk wetsvoorstel vastleggen van de bedoelde uitbreiding van handhavingbevoegdheden van de NMa geeft ook wat meer tijd om tot een volledige en afgewogen regeling van die bevoegdheden te komen.

Vanzelfsprekend zal ik met de voorbereiding van dit afzonderlijke wetsvoorstel zoveel mogelijk spoed betrachten om mijn toezegging aan de Tweede Kamer na te komen de handhavingbevoegdheden van de NMa op de bedoelde twee onderdelen uit te breiden.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

Naar boven