29 276
Wijziging van de Mededingingswet en van enige andere wetten in verband met de implementatie van EG-verordeningen 1/2003 en 139/2004

nr. 18
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN APTROOT EN TEN HOOPEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 15

Ontvangen 9 juni 2004

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel IIIa komt te luiden:

ARTIKEL IIIA

1. Ontheffingen van het verbod van artikel 6, eerste lid, van de Mededingingswet die zijn verleend op grond van artikel 17 van de Mededingingswet, zoals dat luidde voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel dA, van deze wet, blijven van kracht voor de tijd waarvoor zij zijn verleend.

2. Op de in het vorige lid bedoelde ontheffingen is artikel 23 van de Mededingingswet van toepassing, zoals dat luidde voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel dA, van deze wet.

3. Bezwaar- en beroepsprocedures met betrekking tot beschikkingen op grond van de artikelen 17, 22 en 23 van de Mededingingswet, waarin op het moment van de inwerkingtreding van dit artikel nog niet is beslist, worden buiten verdere behandeling gelaten.

Toelichting

Op basis van de bestaande Mededingingswet zijn ontheffingen voor brancheorganisaties voor maximaal 5 jaar mogelijk, al dan niet op basis van aangepaste statuten en verenigingsstructuren. In de nota van wijziging is opgenomen dat al deze ontheffingen vervallen, waardoor de eerder gegeven toestemming en rechtszekerheid vervallen. Met dit amendement blijft het mogelijk de bestaande ontheffingen voor de resterende looptijd te handhaven.

Aptroot

Ten Hoopen