29 272
Evaluatie Mededingingswet

29 276
Wijziging van de Mededingingswet en van enige andere wetten in verband met de implementatie van EG-verordening 1/2003

nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 16 februari 2004

Bij de Tweede Kamer is in behandeling het wetsvoorstel Wijziging van de Mededingingswet en van enige andere wetten in verband met de implementatie van EG-verordening 1/2003 (implementatiewetsvoorstel) (kamerstuk 29 276). Tot 10 februari jl. was schriftelijke inbreng mogelijk.

Op 23 oktober 2003 heb ik u het Kabinetsstandpunt met betrekking tot de evaluatie van de Mededingingswet aangeboden (kamerstuk 29 272). Hieraan heeft de Vaste Kamercommissie voor EZ op 22 januari 2004 een hoorzitting gewijd.

Het viel mij op dat de meeste vragen die de leden in het kader van het implementatiewetsvoorstel hebben gesteld geen betrekking hebben op dat wetsvoorstel, maar op het bovengenoemde Kabinetsstandpunt naar aanleiding van de evaluatie. Om vertraging van de behandeling van het implementatiewetsvoorstel te voorkomen, verzoek ik u om te bezien of het mogelijk is om alle vragen uit de genoemde inbreng die betrekking hebben op het Kabinetsstandpunt bij een komend algemeen overleg mee te nemen.

In de besluitenlijst van de procedurevergadering van de Vaste Kamercommissie voor EZ d.d. 10 februari 2004 staat vermeld dat de commissie heeft besloten de evaluatie van de Mededingingswet aan te houden in afwachting van de door de minister aangekondigde wijziging van de mededingingswet.

Ik zou het echter op prijs stellen als zo spoedig mogelijk een algemeen overleg over het Kabinetsstandpunt met betrekking tot de evaluatie plaatsvindt. Mede aan de hand van de uitkomsten van dat algemeen overleg zal dan een wetsvoorstel ter aanpassing van de Mededingingswet worden voorbereid.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

Naar boven