29 270 Reclasseringsbeleid

Nr. 96 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 maart 2015

Met zijn brief van 18 november 20141 heeft de toenmalige Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie de Tweede Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van de verkenning die is uitgevoerd naar alternatieven voor het huidige stelsel van de volwassenenreclassering. Daarin is aangegeven dat uw Kamer begin 2015 wordt geïnformeerd over het standpunt inzake de aanvraag van Info-Excellente voor een erkenning als reclasseringsinstelling. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.

Beslissing

Ik heb besloten de aanvraag van Info-Excellente voor een erkenning als reclasseringsinstelling af te wijzen. Op de overwegingen die aan deze beslissing ten grondslag hebben gelegen ga ik hieronder in.

Context

In het onderzoek van Significant, zijn alternatieven voor het huidige stelsel van de volwassenenreclassering verkend. In de brief aan uw Kamer van 18 november 2014 is aangegeven dat naar aanleiding van het onderzoek gekozen wordt voor het voorlopig handhaven van het bestaande stelsel met – op dit moment drie – gesubsidieerde reclasseringsorganisaties (3RO) en het voortzetten van de lijn die is ingezet gericht op verdere intensivering van de samenwerking tussen de reclasseringsorganisaties. Met betrekking tot de aanvraag voor een reclasseringserkenning door Info-Excellente is in de brief van 18 november 2014 aangegeven dat het erkennen en subsidiëren van andere organisaties niet voor de hand ligt in het licht van het onderzoek van Significant. Volgens dit onderzoek vormt een situatie met meer gesubsidieerde reclasseringsorganisaties dan de huidige drie een risico voor de stabiliteit van het stelsel, omdat te verwachten valt dat het de bestaande samenwerking tussen de huidige 3RO op losse schroeven zet en de samenwerking met ketenpartners bemoeilijkt. Daarnaast heeft de toenmalige Staatssecretaris in zijn brief aangegeven dat voor het bepalen van een definitief standpunt de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) om advies is gevraagd en daarnaast het Openbaar Ministerie (OM), de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en de huidige reclasseringsorganisaties is gevraagd om hun zienswijze te geven op de aanvraag van Info-Excellente.

Advies RSJ en reacties stakeholders

Het advies van de RSJ over een eventuele uitbreiding van het bestaande reclasseringsstelsel met andere organisaties treft u als bijlage bij deze brief aan2. De RSJ ondersteunt de keuze om het bestaande stelsel op dit moment niet te veranderen. Ontwikkelingen in en buiten de strafrechtsketen, waaronder het verwerken van bezuinigingen, groeiende samenwerking en decentralisatie, maken deze keuze volgens de RSJ voor dit moment de meest verstandige. Voorts concludeert de RSJ dat het toevoegen van nieuwe organisaties het bestaande stelsel zal compliceren en problemen en tekortkomingen niet zal oplossen.

Het OM en DJI, zijnde de opdrachtgevers voor reclasseringsproducten, hebben mij over hun zienswijze geïnformeerd. Beide organisaties hebben het belang onderstreept om bij de beoordeling van de aanvraag van Info-Excellente rekening te houden met de risico’s die Significant in haar onderzoek signaleert ten aanzien van de samenwerking en daarmee het functioneren van het stelsel. De huidige 3RO benadrukken in hun (gezamenlijke) reactie het belang dat hun opdrachtgevers hechten aan één loket voor reclasseringsactiviteiten en uniformiteit in de (kwaliteit van de) uitvoeringspraktijk. De 3RO geven aan hier de afgelopen jaren fors in te hebben geïnvesteerd. Juist hierom acht de 3RO het kwetsbaar om een vierde organisatie, met een oriëntatie op concurrentie in plaats van samenwerking, te laten toetreden.

Info-Excellente is in de gelegenheid gesteld te reageren op de zienswijzen van de stakeholders. In haar reactie geeft Info-Excellente aan te kunnen voldoen aan de eisen die OM en DJI stellen aan de kwaliteit van de dienstverlening en zich te willen voegen binnen de bestaande structuren, voorzieningen en overlegvormen.

Conclusie

Ik concludeer dat de door Significant gesignaleerde risico’s met betrekking tot het toevoegen van een nieuwe reclasseringsorganisatie, in casu Info-Excellente, bevestiging en ondersteuning vinden in het advies van de RSJ en de zienswijzen van voornoemde opdrachtgevers. In de brief aan de Tweede Kamer van 18 november 2014 is de keuze toegelicht voor het handhaven van het huidige stelsel en het voortzetten van de lijn die is ingezet gericht op verdere intensivering van de samenwerking tussen de reclasseringsorganisaties. Het als reclasseringsorganisatie erkennen van Info-Excellente past daar niet bij. Naast complicaties voor de bestaande samenwerking en risico’s in het licht van de ontwikkelingen die vanuit mijn verantwoordelijkheid voor de executieketen zijn ingezet ten aanzien van de ketensamenwerking en informatievoorziening3, geeft het ondernemingsplan van Info-Excellente mij onvoldoende vertrouwen dat met erkenning als reclasseringsorganisatie de uniformiteit in de uitvoering van reclasseringswerkzaamheden gewaarborgd blijft.

Betekenis van het besluit

Het besluit om de aanvraag van Info-Excellente af te wijzen, betekent dat ik het bestaande stelsel met de op dit moment erkende en gesubsidieerde reclasseringsorganisaties handhaaf. Ik zal evenwel bezien of de in deze brief beschreven recente onderzoeken en adviezen aanleiding geven om de Reclasseringsregeling 1995, die in beginsel geen beperking oplegt aan het aantal reclasseringsorganisaties dat kan worden erkend, aan te passen.

De afwijzing van de aanvraag van Info-Excellente betekent overigens niet dat Info-Excellente in het geheel geen werkzaamheden op dit terrein mag verrichten. Zo biedt de Reclasseringsregeling de ruimte om als onderaannemer op te treden van één van de erkende reclasseringsorganisaties. Daarnaast staat het Info-Excellente vrij om haar diensten op het terrein van advies aan te bieden aan derden, zoals de advocatuur. Dergelijke diensten kunnen echter niet worden beschouwd als reclasseringsactiviteiten en zullen ook niet door mij worden gesubsidieerd.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok


X Noot
1

Kamerstuk 29 270, nr. 93

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

O.a. Voortgangsrapport Versterking Prestaties Strafrechtketen november 2014 (Kamerstuk 29 279, nr. 215)

Naar boven