Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2014
Bij brief van 10 april 2014 heeft de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie mij
verzocht een reactie te geven op het artikel in de Volkskrant van 7 april 2014, «Burgemeesters:
Pedo’s terug naar eigen gemeente». Voorts is gevraagd om de Kamer te informeren over
de uitkomsten van het overleg tussen de Vereniging Nederlandse Gemeenten, Nederlands
Genootschap Burgemeesters, Reclassering Nederland en het Openbaar Ministerie over
dit onderwerp. Hierbij stuur ik u mijn reactie.
Reactie op artikel «Burgemeesters: Pedo’s terug naar eigen gemeente».
Burgemeester Schneiders, voorzitter van het genootschap burgemeesters, bepleit in
het artikel in de Volkskrant dat veroordeelde pedoseksuelen na hun vrijlating moeten
terugkeren naar hun eigen woonplaats. Die gemeente krijgt dan de plicht de huisvesting
in goede banen leiden. Dit om te voorkomen dat er een systeem ontstaat waarbij men
met veroordeelde pedoseksuelen door het hele land moet gaan «leuren» om te kijken
of iemand ergens kan worden gehuisvest.
Ik deel de mening van burgemeester Schneider dat iemand die zijn straf heeft volbracht
recht heeft op een goede terugkeer in de maatschappij. Jaarlijks keren een paar honderd
(zeden)delinquenten terug in de samenleving en in het merendeel van de gevallen verloopt
de terugkeer zonder problemen.
Ik ben van mening dat daar waar de huisvesting wel tot problemen leidt, een integrale
aanpak nodig is, waarin partijen als het Openbaar Ministerie, de reclasseringsorganisaties
en de gemeenten met elkaar samenwerken en in overleg treden om in die gevallen te
bezien welke passende oplossing gevonden kan worden. Anders dan burgemeester Schneider
betoogt, kan dit wat mij betreft in specifieke gevallen ook betekenen dat iemand niet
terugkeert naar de gemeente van herkomst, bijvoorbeeld om een confrontatie met slachtoffers
te voorkomen.
Terugkoppeling van de bijeenkomst van 24 maart
Met betrekking tot de stand van zaken van de bijeenkomst van 24 maart jl. tussen het
Openbaar Ministerie, de reclasseringsorganisaties, het Nederlands Genootschap van
Burgemeesters en de Vereniging Nederlandse Gemeenten, kan ik uw Kamer melden dat dit
een eerste verkennend overleg betrof. Dit eerste overleg was vooral bedoeld om van
gedachten te wisselen en te erkennen dat er een gezamenlijke maatschappelijke verantwoordelijkheid
is om de belangen van slachtoffers, terugkerende zedendelinquenten en maatschappij
in balans te brengen. Een belangrijk aspect hiervan is het opstellen van een set van
afspraken bij terugkerende daders van ernstige zedendelicten. Afgesproken is dat de
ketenpartners voor de zomer van 2014 deze afspraken nader uitwerken.
Ik wacht de uitkomsten van deze afspraken af en zal uw Kamer hierover te zijner tijd
graag nader informeren.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven