29 270 Reclasseringsbeleid

Nr. 111 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2016

Hierbij bied ik uw Kamer aan het Recidivebericht 2015 van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) met de meest recente recidivecijfers1. Deze cijfers laten zien dat de strafrechtelijke recidive in Nederland blijft dalen.2 Zoals ik uw Kamer in mijn brief van 24 november 20143 op basis van het WODC-rapport «Terugval in recidive» heb gemeld, heeft de dadergerichte aanpak van het kabinet een belangrijke rol gespeeld bij de afname van de recidive.

Het kabinet blijft inzetten op recidivereductie en heeft daartoe in de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen. Er zijn screenings- en risicotaxatie-instrumenten ontwikkeld en ingevoerd, het aanbod van erkende gedragsinterventies is uitgebreid, er zijn verbeteringen doorgevoerd in het toezicht en de nazorg en het Adolescentenstrafrecht en de Wet voorwaardelijke sancties zijn ingevoerd gericht op een meer persoons- en ontwikkelingsgerichte benadering. Ook is specifieke aandacht besteed aan risicogroepen als daders van High Impact Crimes en criminele jeugdgroepen. Deze maatregelen lijken hun vruchten af te werpen.

Inmiddels is een vervolgonderzoek «Terugval in recidive» gestart naar het verdere verloop van deze maatregelen. Eind 2016 zullen de definitieve resultaten van dit onderzoek gereed zijn. Ik acht het van belang om de uitkomsten ervan te betrekken in de beleidsdoorlichting van artikel 34.3 «tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties en maatregelen» van de begroting van mijn ministerie. Om deze reden is de planning van de oplevering van de beleidsdoorlichting aangepast. Het eindrapport zal in april 2017 aan uw Kamer worden aangeboden.

Ondertussen blijf ik ernaar streven de recidive nog verder te laten afnemen. Daarom zal het beleid gericht op recidivereductie met kracht worden voortgezet. Ook zal ik de ontwikkelingen in de recidive nauwlettend blijven volgen en uw Kamer daarover rapporteren.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Het gaat hier om zogenaamde gecorrigeerde recidivecijfers. Dat betekent dat er in de onderzochte periode rekening is gehouden met verschuivingen in de samenstelling van de onderzoekspopulaties op kenmerken als sekse, leeftijd of het aantal eerdere justitiecontacten. Ook is gecontroleerd op het bestaan van enkele registratie-effecten. Daarom kan worden gesteld dat de daling in de recidive een reële afname betreft.

X Noot
3

Kamerstuk 29 270, nr. 94.

Naar boven