nr. 5
VERSLAG
Vastgesteld 10 december 2003
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft
de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin
gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord,
acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam
voorbereid.
1. Algemeen
Arbeidsvoorwaardenbeleid
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
het onderhavige wetsvoorstel. Zij stemmen van harte in met de doelstelling
om ook de verantwoordelijkheid voor de totstandkoming van arbeidsvoorwaarden
zoveel mogelijk op het niveau van de instellingen te leggen. De leden van
deze fractie vragen of de convenantpartners de uitwerking van het convenant
in het onderhavige wetsvoorstel ook allemaal onderschrijven.
Zij constateren vervolgens dat bij of krachtens algemene maatregel van
bestuur (AMvB) nog voorwaarden worden gesteld. Deze leden vragen hoe dit past
in het streven te komen tot deregulering. Houdt de minister niet onnodig invloed
op de arbeidsvoorwaarden, zo vragen de leden van voornoemde fractie. Is in
de andere onderwijssectoren ook gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het
uitvaardigen van een AMvB? Worden de voorgestelde AMvB's ook ter kennis van
de Kamer gebracht?
De leden vragen voorts of en hoe zij vroegtijdig geïnformeerd kunnen
worden over het voornemen één van de wetsartikelen in werking
te laten treden. Zij doelen met name op de decentralisatie van de secundaire
en primaire arbeidsvoorwaarden.
Tot slot vragen de aan het woord zijnde leden of de regering kan toelichten
welk toetsingskader van het kabinet hierbij geldt en wat de inhoud daarvan
is.
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige
wetsvoorstel. De leden begrijpen de wetswijziging in het licht van de vertaling
van het convenant decentralisatie hoofdstuk 1-c van het Rechtspositiebesluit
Onderwijs, zoals eerder overeengekomen met sociale partners.
De leden hechten eraan op te merken dat passages uit de memorie van toelichting
waarin mogelijkheden worden geschetst richting toekomst, slechts een vertaling
zullen verkrijgen nadat artikel IX is geactiveerd.
Tegen de achtergrond van decentralisatie in het onderwijs, specifiek in
het primair onderwijs, verzoeken de leden een notitie te ontwikkelen waarbij
een heroriëntatie van bestuurlijke, politieke en zeggenschapsverhoudingen
in het onderwijs wordt beschreven.
De leden van de LPF-fractie zijn een groot voorstander van een verdere
decentralisatie van de zowel de primaire als de secundaire arbeidsvoorwaarden.
Dit past in het streven naar meer autonomie voor de scholen. Indien scholen
een aantrekkelijk werkklimaat willen bieden aan hun personeel, moeten zij
in de gelegenheid zijn om een eigen personeelsbeleid met betrekking tot arbeidsvoorwaarden
te voeren en eigen accenten te kunnen zetten. Er is bij veel scholen behoefte
aan differentiatie en maatwerk. Daar willen de leden van deze fractie graag
aan tegemoet komen. Dat decentralisatie zorgvuldig en daarom stapsgewijs dient
te gebeuren, is voor de leden vanzelfsprekend. De leden van deze fractie beschouwen
de voorliggende wetswijziging als een nieuwe stap en onderschrijven het wetsvoorstel.
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling
kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden wijzen erop dat
het wetvoorstel feitelijk een uitwerking betreft van eerder gemaakte afspraken.
Voornoemde leden zijn ermee ingenomen dat er nu een wettelijk kader ligt om
de verschillende maatregelen, noodzakelijk voor verdere decentralisatie, al
dan niet gefaseerd te kunnen uitvoeren.
De voorgenomen wetswijziging hangt ten nauwste samen met de invoering
van lumpsumbekostiging in het primair onderwijs. Beide hebben vergroting van
de autonomie van scholen op het oog en een vermindering van bureaucratische
regels. Deze voorgenomen veranderingen hebben geleid tot veel discussie in
het veld en in de Kamer, met onder andere uitstel van uitvoering tot gevolg.
Het is al met al een complex traject geworden, wat de duidelijkheid voor het
veld over de geldigheid van verschillende regelgevingen niet ten goede komt.
Zoals aangegeven gelden officieel nog de afspraken uit het Rechtspositiebesluit
Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra (WPO/WEC), maar
in de praktijk wordt er gerekend met de verlofparagraaf uit de laatste CAO-afspraken.
De leden van deze fractie vragen daarom om helderheid omtrent de geldigheid
van de regelgeving.
Financiële gevolgen
De leden van de ChristenUnie wijzen er op dat zij belang hechten aan het
gelijktijdig laten oplopen van de trajecten tot invoering van de lumpsum en
de decentralisatie arbeidsvoorwaarden.
2. Artikelsgewijze toelichting
Artikel III
De leden van de CDA-fractie vragen waarom de regering nog de gemiddelde
arbeidsduur zou willen vaststellen. Wordt hiermee niet getreden in de instellingsverantwoordelijkheid
voor een doelmatige besteding van de gelden? Deze leden denken dat via de
bekostiging van het budget al voldoende garanties geboden kunnen
worden voor een doelmatige besteding.
De voorzitter van de commissie,
Cornielje
Adjunct-griffier van de commissie,
Boeve
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Van Nieuwenhoven (PvdA), Van de Camp (CDA), Kalsbeek (PvdA), Cornielje
(VVD), Voorzitter, Lambrechts (D66), Hamer (PvdA), Karimi (GL), Van Bommel
(SP), Vendrik (GL), Mosterd (CDA), Blok (VVD), Balemans (VVD), Slob (CU),
Vergeer (SP), Tichelaar (PvdA), Joldersma (CDA), De Vries (CDA), Van Vroonhoven-Kok
(CDA), Aasted-Madsen-van Stiphout (CDA), Eski (CDA), Eijsink (PvdA), Leerdam,
MFA (PvdA), ondervoorzitter, Van Miltenburg (VVD), Kraneveldt (LPF), Hermans
(LPF), Van Dam (PvdA) en Visser (VVD).
Plv. leden: Kruijsen (PvdA), Ferrier (CDA), Verbeet (PvdA), Rijpstra (VVD),
Van der Laan (D66), Boelhouwer (PvdA), Halsema (GL), Lazrak (SP), Tonkens
(GL), Van Oerle-van der Horst (CDA), Hirsi Ali (VVD), Örgü (VVD),
Van der Vlies (SGP), Kant (SP), Dijksma (PvdA), Hessels (CDA), Sterk (CDA),
Atsma (CDA), Van Bochove (CDA), Van Hijum (CDA), Arib (PvdA), Stuurman (PvdA),
De Krom (VVD), Varela (LPF), Nawijn (LPF), Adelmund (PvdA) en De Grave (VVD).