29 252
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met inbeslagneming en doorzoeking door de rechter-commissaris

29 253
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering houdende enkele wijzigingen in de regeling van de voorlopige hechtenis

29 254
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de rechterlijke organisatie in verband met het horen van getuigen en enkele verwante onderwerpen

29 255
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering strekkende tot aanpassing van de eisen te stellen aan de motivering van de bewezenverklaring bij een bekennende verdachte

nr. 7
MOTIE VAN HET LID VOS

Voorgesteld 7 juni 2004

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat op dit moment de gevolgen van de wettelijke aanpassingen in de strafrechtspleging voor de rechtspositie van verdachten onvoldoende te overzien zijn;

overwegende, dat het wenselijk is dat deze wetsvoorstellen aan de hand van praktijkervaringen en de jurisprudentie van de Hoge Raad en het EHRM onderzocht worden op de effectiviteit en de gevolgen voor verdachten;

verzoekt de regering te voorzien in een evaluatie van de wetsvoorstellen 29 252, 29 253 , 29 254 en 29 255, zo deze tot wet worden verheven, op de effectiviteit en de gevolgen voor de rechtspositie van verdachten in de strafrechtspleging en deze binnen twee jaar na plaatsing in het Staatsblad aan de Kamer te doen toekomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Vos

Naar boven