29 248 Invoering Diagnose Behandeling Combinaties (DBCs)

Nr. 274 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 september 2014

Tijdens het algemeen overleg ziekenhuiszorg van 26 maart 2014 (Kamerstuk 31 016, nr. 74) heb ik toegezegd u tussentijds te informeren over de wachttijdontwikkeling rond de 6 specialismen die genoemd zijn in de Marktscan medisch specialistische zorg uit december 2013 waarvan de wachttijd boven de Treeknorm ligt.

In de Marktscan medisch specialistische zorg rapporteert de Nederlandse zorgautoriteit (NZa) jaarlijks over de wachttijdontwikkeling. De afgelopen jaren is een dalende trend van de wachttijden waar te nemen. Dit beeld is bevestigd in de laatste marktscan waaruit overigens blijkt dat voor 6 specialismen sprake is van een gemiddelde wachttijd tussen de 4 en de 6 weken voor de polikliniek. Hiermee wordt voor deze specialismen niet voldaan aan de Treeknorm van 4 weken. Alvorens ik u verder informeer over de wachttijdontwikkeling van deze 6 specialismen vind ik het relevant op te merken dat zorgverzekeraars vanuit hun zorgplicht verantwoordelijk zijn voor het inkopen van voldoende zorg en dat verwacht mag worden dat de zorg binnen de daarvoor gestelde Treeknormen kan worden geleverd. Dit betekent niet dat alle aanbieders binnen de norm de zorg kunnen leveren. Soms moet een patiënt hiervoor naar een andere aanbieder gaan, bijvoorbeeld een zelfstandig behandelcentrum waar de wachttijden in de regel korter zijn. Indien behandeling bij een aanbieder niet binnen de Treeknorm mogelijk is, kan zowel een aanbieder als een verzekeraar een patiënt doorverwijzen naar een andere aanbieder waar wel voldoende capaciteit is.

De wachttijden waarover ik u tussentijds rapporteer zijn de eerste 6 maanden voor 4 specialismen gemiddeld licht gestegen en voor 2 specialismen licht gedaald. Hierbij wil ik erop wijzen dat de wachttijden alleen betrekking hebben op de eerste 6 maanden van 2014. Het is dus mogelijk dat de wachttijdgegevens over heel 2014 een ander beeld laten zien. In de Marktscan medisch specialistische zorg die de NZa eind van dit jaar zal uitbrengen, staat het jaarlijkse beeld over de wachttijdontwikkeling over 2014. Vooruitlopend hierop heb ik de NZa gevraagd om voor de 6 specialismen een zo’n actueel beeld mogelijk te geven.

  • Allergologie: 5,66 weken in juni 2014 (eind 2013 5,01 weken)

  • Maag darm en leverziekten: 5,16 weken in juni 2014 (eind 2013: 5,01 weken)

  • Reumatologie: 4,54 weken in juni 2014 (eind 2013 4,51 weken)

  • Revalidatiegeneeskunde: 4,90 weken in juni 2014 (eind 2013 4,76 weken)

  • Pijnbestrijding anesthesiologie: 4,36 weken in juni 2014 (eind 2013 4,72 weken)

  • Psychiatrie: 4,11 in juni 2014 (eind 2013 4,20 weken)

De NZa merkt op dat er voor bovengenoemde specialismen veel, tot heel veel aanbieders zijn waarvan een groot deel wel binnen de Treeknorm scoort. Patiënten kunnen dus, als ze naar een andere zorgaanbieder gaan nog steeds binnen de Treeknorm terecht voor een afspraak. De overschrijding van de Treeknorm wordt mede veroorzaakt door een aantal zorgaanbieders met erg hoge wachttijden, dit heeft grote invloed op het gemiddelde.

De toegankelijkheid van zorg en de hiermee samenhangende wachttijdontwikkeling is een doorlopend punt van aandacht. Mede door het grote aanbod van zorgaanbieders ziet de NZa geen gevaar voor de toegankelijkheid van zorg. Ik heb de NZa gevraagd om jaarlijks via de marktscan over deze ontwikkeling te blijven rapporteren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven