29 244
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van de regelgeving inzake de vestigingsplaats van een opleiding

nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 12 mei 2004

In het voorstel van wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

In artikel I wordt na onderdeel G een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Ga

Na artikel 17a.15 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 17a.15a. Overgangsrecht bevoegdheden minister voor opleidingen waaraan accreditatie ingevolge de wet is verbonden

Op opleidingen waaraan op grond van de artikelen 17a.12, 17a.13, 17a.14 of 17a.15, accreditatie is verbonden, zijn van overeenkomstige toepassing de artikelen 6.5, met uitzondering van het eerste lid, onderdelen b en c, 6.6, eerste lid, en 6.10, met uitzondering van het eerste lid, onderdeel b, zoals die artikelen van toepassing waren op 25 september 2003.

B

Artikel I, onderdeel I, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid wordt vernummerd tot vierde lid.

2. Na het tweede lid wordt een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

3. Na het opschrift van artikel 17a.15 wordt ingevoegd:

Artikel 17a.15a. Overgangsrecht bevoegdheden minister voor opleidingen waaraan accreditatie ingevolge de wet is verbonden.

TOELICHTING

Algemeen

In artikel 5.2, onderdeel Y, van het voorstel voor de Aanpassingswet invoering bachelor-masterstructuur (Kamerstukken II 2002–2003, 28 925, nr. 2) is onder meer het nieuwe artikel 17a.15b van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) opgenomen dat er toe strekt de minister de bevoegdheid toe te kennen in het kader van het kwaliteitszorgregime zonodig aan een opleiding de rechten, bedoeld in de artikelen 1.9 en 1.12, te ontnemen. Naar verwachting vindt de afronding van de parlementaire behandeling van het voorstel voor de Aanpassingswet niet binnen afzienbare tijd plaats. Ik acht het van belang dat zo spoedig mogelijk duidelijkheid wordt gecreëerd over de status van opleidingen die nog onder het oude regime van kwaliteitszorg zijn gevisiteerd en die op grond van die visitatie niet voldoen aan de kwaliteitseisen. Derhalve stel ik voor het nieuwe artikel van de WHW in het onderhavige wetsvoorstel een plaats te geven.

Deze nota van wijziging onderteken ik mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Onderdelen

Onderdeel A

In het overgangsrecht bij de invoering van accreditatie is geregeld dat aan bepaalde opleidingen accreditatie van rechtswege is verbonden. Beoogd is dat visitaties van deze opleidingen die zijn of worden uitgevoerd onder het kwaliteitszorgregime zoals dat gold voor de invoering van accreditatie (wettelijke bepalingen en het daarop gebaseerde beleidskader), ook worden afgehandeld volgens dat kwaliteitszorgregime; om die reden is gekozen voor de formulering «van toepassing waren». Het nieuwe artikel 17a.15a regelt dat de bevoegdheden van de minister ten aanzien van de desbetreffende opleidingen in stand blijven, overeenkomstig de bevoegdheden zoals die voor invoering van accreditatie bestonden. Dit betekent dat de minister de rechten (graadverlening en bekostiging als bedoeld in artikel 1.9 respectievelijk graadverlening als bedoeld in artikel 1.12) kan ontnemen. Dit artikel herstelt de leemte die is ontstaan door het vervallen van deze bevoegdheden.

Een soortgelijke regeling is voor de opleiding klinische technologie (artikel 17e.2) niet aan de orde. Van deze opleiding komt in de periode tot het moment van het vervallen van de van rechtswege verleende accreditatie immers geen visitatierapport uit dat beoordeeld zou moeten worden naar de maatstaf van het kwaliteitszorgregime van voor de invoering van accreditatie.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

A. D. S. M. Nijs

Naar boven