29 237 Afrika-beleid

Nr. 233 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VAN BAARLE TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 223

Voorgesteld 3 juni 2025

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er sterke aanwijzingen zijn, bevestigd door onder meer Human Rights Watch, dat de Rapid Support Forces (RSF) zich schuldig maken aan genocide en etnische zuivering in Sudan;

constaterende dat Human Rights Watch in haar rapport aanwijzingen ziet dat leden van de etnische groep Masalit doelgericht slachtoffer zijn geworden van geweld;

overwegende dat de Verenigde Staten inmiddels officieel hebben vastgesteld dat de RSF zich schuldig maakt aan genocide, en dat dit een belangrijke stap is richting internationale erkenning van deze genocide en vervolging van de daders;

overwegende dat de Sudanese Armed Forces (SAF) zich volgens Amnesty International schuldig maakt aan oorlogsmisdaden;

overwegende dat misdaden tegen de menselijkheid niet onbestraft mogen blijven;

verzoekt de regering om in EU-verband te pleiten voor het instellen van een onafhankelijk internationaal onderzoek naar de oorlogsmisdaden gepleegd door de strijdende partijen in Sudan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Baarle

Naar boven