29 237 Afrika-beleid

36 180 Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Nr. 202 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 maart 2024

De voedselzekerheidssituatie in Soedan is in een rap tempo aan het verslechteren als gevolg van het conflict tussen de Sudan Armed Forces (SAF) en Rapid Support Forces (RSF) en tegenvallende oogsten door conflict. Beide partijen belemmeren de humanitaire toegang. Soedan kent inmiddels de grootste ontheemdingscrisis ter wereld, met ruim 10 miljoen mensen die van huis en haard verdreven zijn.1 De schatting in het artikel van 700.000 ernstig ondervoede kinderen ligt waarschijnlijk nog hoger, volgens recente berichten van het World Food Programme. Dit baart het kabinet ernstige zorgen.

In opdracht van het kabinet tot onafhankelijk onderzoek publiceerde het Clingendael Instituut in februari «From Catastrophy to Famine», waaruit de ernst van de situatie duidelijk wordt.2 Door gevechten en onveiligheid is er tijdens het afgelopen landbouwseizoen 24–50% minder sorghum en gierst geproduceerd; zo’n driekwart van de voedselverwerkingsfaciliteiten in het land zijn buiten werking en de enige fabriek in het land die speciale voeding voor ondervoede kinderen produceerde is vernield. Hierdoor is Soedan nog afhankelijker geworden van voedselimport. Echter, door het conflict is de import in 2023 ook slechts een derde geweest van het normale niveau. Daarbij zijn de obstakels voor het leveren van humanitaire voedselhulp toegenomen sinds het conflict: voorraden van hulporganisaties zoals WFP worden met regelmaat geplunderd en de Soedanese autoriteiten geven maar moeizaam toestemming voor het distribueren van hulp – vooral als deze bedoeld is voor mensen in gebieden die onder controle staan van de RSF.

Als gevolg van deze situatie benoemt het Clingendael Instituut in het eerder genoemd rapport drie scenario’s voor de komende maanden:

  • 1. Lokale hongersnood;

  • 2. Hongersnood in grote delen van het land, met uitzondering van gebieden waar nog additioneel voedsel beschikbaar is;

  • 3. Wijdverspreide hongersnood waarbij driekwart van de bevolking over minder dan de helft van de benodigde dagelijkse calorie-inname beschikt.

Het slechtste scenario is helaas niet onwaarschijnlijk. Het kabinet zet zich in om verlichting te brengen aan de Soedanese bevolking. Daarbij richt het kabinet zich op zowel politieke handelingsperspectieven, als de inzet van humanitaire- en ontwikkelingsgelden.

  • Het kabinet bespreekt de situatie in Soedan en expliciet ook de hongersnood met buurlanden en regionale spelers die invloed hebben en die een bijdrage aan een oplossing kunnen leveren, alsmede met multilaterale en humanitaire partners zoals de VN, WFP, UNICEF en FAO.

  • Frankrijk heeft aangekondigd een humanitaire conferentie te organiseren in Parijs op 15 april a.s. waar Nederland aan zal deelnemen.

  • Nederland draagt bij aan de humanitaire respons in Soedan middels ongeoormerkte bijdragen aan de Verenigde Naties (VN). Het Central Emergency Fund (CERF) van de VN, waar Nederland in 2024 EUR 55 mln aan bijdraagt, maakte begin dit jaar al USD 35 mln vrij voor het land. Het Soedan Humanitarian Fund (SHF), waar Nederland in 2023 EUR 12 mln aan bijdroeg (bijdrage voor 2024 wordt definitief vastgesteld in de kamerbrief Humanitaire Hulp 2024) is van groot belang voor de response, met name voor het financieren van lokale spelers zoals Emergency Response Rooms (ERRs) die op veel plekken met beperkte toegang de enigen zijn die nog hulp kunnen bieden. Tot slot zorgen de bijdragen aan VN-organisaties zoals OCHA, WFP, UNHCR en UNICEF ervoor dat zij snel kunnen reageren.

  • De Dutch Relief Alliance is actief in Soedan, met een budget van EUR 7.1 mln in 2024.

  • Daarnaast draagt Nederland bij aan ICRC en via IFRC aan de Soedanese Rode Halve Maan. Deze organisaties spelen een cruciale rol in de respons, omdat zij een van de weinigen zijn die het lukt om hulp te bieden over de gevechtslijnen.

  • Nederland blijft zich tevens inzetten om de voedselzekerheid in Soedan op de lange termijn te verbeteren. De programmering in de regio’s die getroffen zijn door het conflict wordt zoveel mogelijk voortgezet en aangepast aan de omstandigheden. Het ZOA-FNS-SIPRA voedselzekerheidsproject van EUR 23 miljoen wordt momenteel herzien om op korte termijn zoveel mogelijk boeren te ondersteunen in het komende plantseizoen.

  • Via het UNICEF No Time To Waste programma blijft Nederland zich inzetten voor de toegang van kwetsbare kinderen en vrouwen tot essentiële voedingsdiensten en interventies om ondervoeding te voorkomen en te behandelen. Mogelijkheden om de Nederlandse inzet te vergroten worden momenteel, in overleg met UNICEF, geïnventariseerd.

  • De EU heeft haar bijdrage aan de humanitaire response in Soedan begin dit jaar opgeschroefd met EUR 72 miljoen.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, G.E.W. van Leeuwen

Naar boven