29 237 Afrika-beleid

Nr. 156 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juli 2013

Graag bied ik u hierbij aan, in antwoord op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 14 juni 2013het verslag van mijn bezoek aan de top van de Afrikaanse Unie (AU) en werkbezoek Uganda van 25 tot 28 mei jongstleden. Op uw verzoek ga ik ook in op de voortgang van het Peace and Security and Cooperation Framework voor het Grote Merengebied.

AU Top

Voor de protocollaire viering van het 50 jarig bestaan van de Afrikaanse Unie (AU)/Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE) die op 25 mei plaatsvond, had de AU uit elke (sub)regio een speciale gast/staatshoofd uitgenodigd. Voor Europa was dat de Franse president, François Hollande. Daarnaast waren namens de EU de voorzitter van de Commissie, José Manuel Barroso, en de EU Commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking, Andris Piebalgs, aanwezig. Ook waren de multilaterale organisaties goed vertegenwoordigd, zo namen de President van de African Development Bank (AFDB), de DG van de International Labour Organisation (ILO) en SVSG VN Koenders deel.

Het opvallende aan de AU Top was het hoge niveau van vertegenwoordiging uit enkele BRIC-landen. Zo namen de Braziliaanse president, Dilma Rousseff, en de vicepremier van China, Wang Yang, deel. Beiden kregen spreektijd tijdens de viering, waarmee het grote belang dat de Afrikaanse Unie aan deze nieuwe partners toekent werd benadrukt. Dat deze waardering wederzijds is werd bevestigd door de schuldverlichting die door de Braziliaanse president werd aangekondigd (naar verluidt ter waarde van 700 mln. EUR). De veranderende positie van Afrika in de wereld werd hiermee onderstreept. China werd in de openingstoespraak van AU-voorzitter premier Hailemariam (Ethiopië) uitdrukkelijk genoemd. EU Commissievoorzitter Barroso en US Secretary of State Kerry werden pas tegen het einde van de viering in de gelegenheid gesteld om – zeer kort – te spreken.

Voor de protocollaire viering van het 50 jarig bestaan van de Afrikaanse Unie (AU)/Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE) die op 25 mei jl. plaatsvond, had de AU uit elke (sub)regio een speciale gast/staatshoofd uitgenodigd. Voor Europa was dat de Franse president, François Hollande. Daarnaast waren namens de EU de voorzitter van de Commissie, José Manuel Barroso, en de EU Commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking, Andris Piebalgs, aanwezig. Ook waren de multilaterale organisaties goed vertegenwoordigd, zo namen de President van de African Development Bank (AFDB), de DG van de International Labour Organisation (ILO) en SVSG VN Koenders deel.

Met mijn deelname aan de AU Top wilde ik het belang onderstrepen dat Nederland hecht aan de AU als partner en als belangrijkste intergouvernementele organisatie in Afrika. Daarnaast gaf de top mij de mogelijkheid te spreken met regeringsleiders, ministers en andere aanwezigen. In deze gesprekken heb ik mijn waardering uitgesproken voor de inspanningen van de AU bij het zoeken van oplossingen voor conflicten in de regio. De afgelopen jaren heeft de AU zich sterk geprofileerd op het gebied van regionale vrede en veiligheid. Zo speelt de AU High Level Implementation Panel (AUHIP) een belangrijke bemiddelende rol bij de onderhandelingen tussen Sudan en Zuid-Sudan. De AU-missie AMISOM speelt in Somalië een essentiële rol bij de bestrijding van Al Shabaab en het verbeteren van de veiligheidssituatie. Ook bij de crisis in Mali heeft de AU een bijdrage geleverd, door het leveren van troepen aan AFISMA (African-led International Support Mission to Mali). Nederland ondersteunt de AU in deze rol, door een bijdrage aan de institutionele capaciteitsopbouw van de AU Commissie en aan enkele regionale programma’s op het gebied van veiligheid en rechtsorde (totale bijdrage ca. 3 mln. EUR per jaar).

In mijn bilaterale contacten met onder meer de Chinese vicepremier, SVSG VN Koenders, Commissaris Piebalgs en AFDB-president Kaberuka, heb ik gesproken over het nieuwe beleid met gecombineerde inzet van handel en ontwikkelingssamenwerking, de Nederlandse inzet als honest broker voor de totstandkoming van EPA’s en de ontwikkelingen in de regio, met name in Mali en het Grote Merengebied.

Na de jubileumviering vond op 26 en 27 mei de eigenlijke AU Top (van Afrikaanse staatshoofden) plaats. Hiervoor waren de waarnemers, waaronder de EU lidstaten, niet uitgenodigd. Tot voor kort was het gebruikelijk waarnemende internationale partners, naast vertegenwoordigers van bevriende regeringen ook het maatschappelijk middenveld, uit te nodigen voor de openings- en slotbijeenkomsten. Dat de top nu besloten werd gehouden geeft een indicatie van een toegenomen zelfbewustzijn aan AU-zijde, die ook in de toonzetting van de nieuwe AU Commissie-voorzitster Dr. Nkosazana Dlamini Zuma doorklinkt. Tijdens de besloten sessie is onder meer over het ICC gesproken.

Grote Meren: het Peace and Security and Cooperation Framework

Het Peace and Security and Cooperation Framework for the DRC and the Great Lakes Region voorziet in de oprichting van een regionaal mechanisme dat toezicht moet houden op de uitvoering van het Framework in de regio. Tijdens de AU Top vond de eerste bijeenkomst hiervan plaats. Hieraan namen deel VN Secretaris Generaal Ban Ki Moon en een aantal betrokken Afrikaanse staatshoofden, onder wie president Kabila van de DRC, Kagame van Rwanda, Museveni van Uganda, Nkuruziza van Burundi en Kikwete van Tanzania.

Het doel was vooral een herbevestiging van het commitment van de ondertekenaars aan het Framework. Alle sprekers spraken nogmaals hun steun uit en verwelkomden de benoeming van Mary Robinson als VN Bijzonder Gezant voor de Grote Meren regio. De oprichting van een Force Interventie Brigade onder bevel van MONUSCO kon eveneens op ieders instemming rekenen.

Het gebrek aan veiligheid en stabiliteit in oostelijk Congo veroorzaakt door gewapende groepen en een bestuursvacuüm bedreigt de veiligheid en stabiliteit van de hele regio. Vrede en stabiliteit in de regio kunnen niet alleen met militaire middelen worden gerealiseerd. Alleen politieke oplossingen kunnen daar duurzaam een einde aan maken en het Framework is een kleine maar belangrijke stap daartoe. In mijn gesprekken met leiders uit de regio de afgelopen tijd heb ik de noodzaak van een duurzame oplossing op basis van een politiek onderhandelingsproces tussen alle betrokken partijen steeds benadrukt.

Uganda

Ik bezocht Uganda op 26 en 27 mei. In mijn gesprekken met president Museveni, minister van Handel Kyambadde en staatsminister van Buitenlandse Zaken Okello lichtte ik mijn nieuwe agenda voor hulp, handel en investeringen toe en besprak ik de mogelijkheden van samenwerking op het gebied van energie en landbouw. Maar ook de rol van Uganda in de regio, mensenrechten en persvrijheid kwamen aan de orde.

Ik bezocht twee projecten: het Child Labour Free Zone, een project van een consortium aangevoerd door HIVOS. Met MFS II financiering werkt dit aan het uitbannen van kinderarbeid. Daarnaast bezocht ik de vrouwengevangenis van Luzira. Hier sprak ik met gevangenen over vernieuwingen, die mede door Nederlandse steun aan de justitie-sector zijn ingevoerd, zoals formele en informele rechtshulp, taakstraffen en onderwijs in gevangenissen.

Hulp, handel & investeringen

Uganda is een land waar economische samenwerking en armoedebestrijding kunnen worden gecombineerd. Ik besprak de mogelijkheden om de huidige samenwerking met Uganda in de landbouwsector uit te breiden met financiële dienstverlening en coöperaties. Er zijn kansen voor betere financiering voor producten als aardappelen, zaden, zuivel en diergeneesmiddelen. Ik besprak ook de samenwerking op andere terreinen, zoals ontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf in voeding en toerisme, infrastructuur en oliewinning.

Investeringszekerheid acht ik van groot belang, ook om landroof tegen te gaan. Mijn gesprekspartners willen ook een goed ondernemingsklimaat stimuleren, met transparante regelgeving en bestrijding van corruptie, om investeerders aan te trekken. Het werk dat Uganda met Nederlandse ondersteuning verricht in de justitie sector, het Justice Law and Order Sector programma, is op dit gebied complementair.

Olievondsten

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen was het centrale thema bij een bijeenkomst met overheid, bedrijfsleven, parlement en ngo’s over de toekomstige oliewinning in Uganda. Tegenover extra inkomsten en werkgelegenheid staan grote uitdagingen op het gebied van milieu: de oliewinningsgebieden liggen grotendeels in Lake Albert en een aangrenzend wildpark. De besluitvorming over de oliewinning moet transparant zijn en bewoners die worden verdreven moeten compensatie krijgen. Maatschappelijke organisaties maken zich zorgen, omdat het Uganda nog ontbreekt aan een lange-termijnvisie op de ontwikkeling van de economie en op het gebruik van oliewinsten, mede ook om Dutch disease te voorkomen. Om de bewustwoording en dialoog in Uganda over deze kwestie te bevorderen ondersteunt Nederland met andere donoren de watchdog functie van diverse maatschappelijke organisaties op het gebied van wetgeving en toegang tot informatie.

In 2006 is bij en in Lake Albert olie ontdekt met een verwachte omvang van ongeveer 2,5 miljard vaten. Voor de exploitatie, die naar verwachting in 2017 begint, zijn investeringen van 22 miljard dollar nodig voor infrastructuur en de bouw van een raffinaderij. Volgens betrokkenen liggen er goede mogelijkheden voor Nederlandse bedrijven. Nederland zal in de komende maanden een marktonderzoek uitvoeren om kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven in de oliesector in kaart te brengen.

Voedselzekerheid

Tijdens een bijeenkomst over voedselzekerheid ben ik, samen met minister van Landbouw Bucyanayandi, geïnformeerd over ontwikkelingen op het terrein van landbouwfinanciering, de zuivelsector en akkerbouw, gebieden waarop Nederland actief is in Uganda.

Met Rabo Development en de Ugandese bank DFCU tekende ik een intentieverklaring voor samenwerking zodat kleine boeren gemakkelijker kunnen lenen. Rabo Development heeft een aandeel van 28% in de Ugandese DFCU bank. Nederlandse zuivelactiviteiten in Uganda kunnen elkaar op privaat en publiek terrein versterken: de Nederlandse steun draagt bij aan de onderhandelingskracht en groeikansen van 100 zuivelcoöperaties, die samen 18.000 leden hebben. In de akkerbouw steunt Nederland innovaties die beter rendement en lagere kostprijzen van cassave, rijst en aardappelen moeten opleveren. Verwacht wordt dat Nederlandse bedrijven hieraan deelnemen. Wageningen/CDI helpt boeren zich te specialiseren tot zaaizaadbedrijven. De ICCO Alliantie bouwt met behulp van MFS-II financiering aan landbouwonderwijs in het post-conflict gebied in Noord-Uganda: hiervan profiteren vooral jongeren die voor de markt willen produceren. De Agri-HUB (van Agriprofocus) in Uganda vormt met 1.400 leden een belangrijk netwerk dat voor de ambassade een schakel is naar kleine Ugandese organisaties.

De rol van Uganda in regio

Uganda is in Somalië met 7.000 soldaten de belangrijkste troepenleverancier voor AMISOM, het faciliteert het vredesoverleg over oostelijk Congo als voorzitter van de ICGLR (de Internationale Contactgroep voor het Grote Meren Gebied) en onderhoudt nauwe banden met Zuid-Sudan.

In gesprek met president Museveni en staatssecretaris Okello vernam ik dat Uganda zich zorgen maakt over de toenemende verdeeldheid binnen de Zuid-Sudanese regering. Dit kan de goede bilaterale relatie met Zuid-Sudan schaden.

De vredesbesprekingen tussen M23 en de Congolese regering in Kinshasa, voorgezeten door Uganda, verliepen aanvankelijk moeizaam. Voor beide partijen geldt een deadline van oktober 2013, zodat ruim voordat Uganda het voorzitterschap van de International Conference on the Great Lakes Region overdraagt aan de DRC een akkoord ondertekend kan worden. Sinds begin juni zijn de partijen weer in gesprek.

President Museveni en ik bespraken het Internationaal Strafhof ICC. In Addis aanvaardde de AU een resolutie die oproept de zaak tegen de Keniaanse overheidsvertegenwoordigers, die het ICC behandelt, terug te verwijzen naar het Keniaanse rechtssysteem. Voor Nederland geldt echter dat het ICC een instituut is van en voor alle partijen. Ik drong daarom aan op steun aan en samenwerking met het ICC.

Ik bezocht ook het hoofdkwartier van de EU Trainingsmissie (EUTM) Somalië, gevestigd in Kampala. EUTM heeft inmiddels 3.000 Somalische militairen getraind. De Nederlandse bijdrage aan de missie bestaat uit 9 militairen (6 al op bestemming, 3 volgen binnenkort). Stafchef Kolonel Buckley sprak waardering uit voor de Nederlandse bijdrage.

Mensenrechten en persvrijheid

In mijn gesprek met een aantal mensenrechtenverdedigers brachten zij hun grote zorgen over de afnemende ruimte voor mensrechtenactivisten naar voren. Corruptie en gebrek aan transparantie rond het management van oliewinning liggen gevoelig. Persvrijheid is door de sluiting van twee grote kranten en twee radiostations, vlak voor mijn bezoek aan Uganda, verder in het geding gekomen. In mijn gesprekken met Ugandese ministers sprak ik mijn zorgen uit over deze afnemende persvrijheid. Inmiddels zijn de kantoren van de twee kranten en twee radiostations weer open.

Mensenrechtenorganisaties nemen het sinds de indiening van het wetsvoorstel tegen homoseksualiteit in 2009 ook op voor LGBT-rechten. De LGBT gemeenschap waakt ervoor om LGBT rechten als een aparte kwestie te behandelen en plaatst deze steeds in de context van een bredere discussie over mensenrechten. De LGBT gemeenschap bevestigde de gevoeligheden rond buitenlandse inmenging en daarmee dat de lijn van stille diplomatie nog steeds geldt. Ik heb de LGBT gemeenschap verzocht in contact te blijven met de Nederlandse ambassade in Kampala.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven