29 237 Afrika-beleid

Nr. 149 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 mei 2013

Met deze brief informeer ik u over het telefoongesprek dat ik op 18 april voerde met de Speciale Gezant van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties voor de Westelijke Sahara, Christopher Ross, zoals ik had toegezegd op 27 maart tijdens het AO Arabische regio en op 18 april bij het AO RBZ. In dit gesprek kwamen aan de orde de huidige situatie rond de Westelijke Sahara, de rol van de internationale gemeenschap en de aanstaande verlenging door de VN-Veiligheidsraad van het mandaat van de VN-missie voor de Westelijke Sahara (MINURSO).

Achtergrond conflict

In 1975 vertrok koloniale macht Spanje uit de Westelijke Sahara, waarna Marokko en Mauritanië ieder een deel van de Westelijke Sahara annexeerden. Een gewapend conflict met lokale verzetsgroepen brak uit, waarna Mauritanië zich terugtrok. De gevechten tussen Marokko en lokale onafhankelijkheidsbeweging Polisario (afkorting voor Frente Popular para la Liberación de Saguia el-Hamra y Rio de Oro) duurden tot 1991 en werden beëindigd door middel van een settlement plan onder auspiciën van de VN-Veiligheidsraad. Dit plan van de VN voorzag onder meer in een referendum waarin de lokale Sahrawi bevolking zich kon uitspreken over zelfbeschikking. De VN-missie voor de Westelijke Sahara, Mission des Nations Unies pour le réferendum dans le Sahara Occidental (MINURSO), houdt sindsdien toezicht op de uitvoering van dit settlement plan. Sinds de beëindiging van de gevechten heeft Marokko de feitelijke controle over tweederde van het gebied en Polisario over éénderde.

Actuele situatie

Volgens Christopher Ross is er nog steeds geen definitieve oplossing voor de kwestie Westelijke Sahara gevonden. Het referendum waarin het VN plan voorzag, is er nog niet gekomen, onder meer vanwege onenigheid tussen de partijen over de voorwaarden waaraan zo’n referendum zou moeten voldoen. Marokko beschouwt de Westelijke Sahara als deel van Marokko en wil niet verder wil gaan dan «autonomie» voor het gebied. Polisario wil in het referendum de optie van volledige onafhankelijkheid kunnen voorleggen.

Aandacht van de internationale gemeenschap

Christopher Ross gaf te kennen dat voortdurende aandacht van de internationale gemeenschap nodig is. Hij blijft zich actief inzetten voor onderhandelingen tussen alle betrokken partijen om tot een spoedige oplossing te komen. De gespannen situatie in de Sahel-regio is hiervoor nog een extra argument. Ik heb hem mijn steun toegezegd bij zijn inspanningen.

Mandaatsverlenging MINURSO

Voor 30 april diende de VN Veiligheidsraad door middel van een resolutie te besluiten het mandaat voor MINURSO opnieuw met een jaar te verlengen. Net als in vorige jaren kwam daarbij de discussie op of mensenrechtenmonitoring onderdeel van dat mandaat zou moeten worden. Polisario, daarin gesteund door lokale en internationale mensenrechtenorganisaties, bepleitte opname in het mandaat. Medio april werd dit – buiten de VN Veiligheidsraad – ook door de VS bepleit hetgeen tot een bijzonder felle reactie van Marokko leidde. Volgens Marokko vindt er reeds voldoende monitoring plaats door het werk van de Marokkaanse Nationale Raad voor de Mensenrechten, en de toegang die de VN Special Rapporteurs hebben tot het gebied. VNVR-Resolutie 1979 (2011) biedt immers de mogelijkheid om door middel van de inzet van Special Procedures van de Mensenrechtenraad – waar onder speciale VN-rapporteurs – de naleving van mensenrechten te monitoren. Deze worden ook al door Marokko toegelaten.

Christopher Ross gaf aan dat de emoties rond het onderwerp mensenrechtenmonitoring in het mandaat ieder jaar hoog oplopen. Voor hem is het belangrijkste uitgangspunt dat partijen bereid blijven om verder te praten over een oplossing voor het conflict, zonder vooruit te lopen op de uitkomsten daarvan. Daarop zijn al zijn inspanningen geconcentreerd.

Op 25 april heeft de Veiligheidsraad unaniem een resolutie aangenomen waarmee het mandaat van MINURSO wordt verlengd, maar waarvan mensenrechtenmonitoring geen onderdeel uitmaakt.

Nederlandse bijdrage aan de inspanningen

De internationale gemeenschap kanaliseert zijn inspanningen op dit dossier via de Speciaal Gezant en MINURSO. Dit is gezien de complexiteit en langdurigheid van het conflict een verstandige keuze. Tegelijkertijd mag dit er niet toe leiden dat de internationale gemeenschap lijdzaam toekijkt. De regering meent dat de Speciaal Gezant alle steun moet krijgen om tot een oplossing te komen. Ik zal in EU kader bespreken op welke wijze de EU hieraan een bijdrage kan leveren.

De mensenrechtensituatie in de Westelijke Sahara verdient aandacht. Nu de Veiligheidsraad heeft besloten geen mensenrechtenmonitoring door MINURSO in het nieuwe mandaat op te nemen, zal ik mij ervoor inzetten dat de mensenrechtensituatie op andere manieren de aandacht van de internationale gemeenschap blijft houden, bijvoorbeeld via de VN Speciale Rapporteurs en de politieke dialoog EU-Marokko.

Ik heb aan het einde van het gesprek speciaal gezant Ross bedankt voor zijn inzichten, zijn doorzettingsvermogen en zijn geduld in dit moeilijke dossier.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven