29 237 Afrika-beleid

Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 april 2010

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 8 maart 2010 met kenmerk 2010Z04060/2010D11671 inzake begrotingssteun en schuldkwijtscheldingstrajecten.

De minister van Buitenlandse Zaken

M. J. M. Verhagen

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft verzocht om informatie over de stand van zaken met betrekking tot begrotingssteun aan partnerlanden en met betrekking tot lopende schuldkwijtscheldingstrajecten en over het beleid op deze terreinen gedurende de demissionaire periode.

Met betrekking tot begrotingssteun kan ik melden dat het beleid, zoals dat eerder aan Uw Kamer werd gecommuniceerd in de brief d.d. 3 juli 2009 over begrotingssteun en werd toegelicht tijdens het Algemeen Overleg Begrotingssteun op 13 oktober 2009, ongewijzigd wordt voortgezet.1 Dit houdt in dat per partnerland een grondige afweging (inclusief risico-analyse) wordt gemaakt van de kwaliteit van het bestuur en het beleid, voordat wordt overgegaan tot het verlenen van begrotingssteun. Specifiek wordt gekeken naar de terreinen: armoedebestrijding, economisch beleid, goed bestuur (waaronder corruptiebestrijding, accountability en beheer van publieke financiën) en naar de kwaliteit van de dialoog met de overheid.

In het antwoord op de vragen van Uw Kamer inzake de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken 2010 is een overzicht opgenomen van landen die in 2010 in aanmerking komen voor begrotingssteun (algemeen en/of sectoraal).2 Dit zijn Benin, Bhutan (geen partnerland), Burkina Faso, Burundi, Colombia, Georgië, Ghana, Mali, Moldavië, Mozambique, Rwanda, Senegal, Tanzania, Uganda en Zambia. Het uiteindelijke besluit om al dan niet uit te betalen is afhankelijk van voortgang en laatste ontwikkelingen op eerder genoemde terreinen. Zambia en Senegal krijgen pas algemene begrotingssteun uitgekeerd als resultaten zijn behaald op onder meer het terrein van versterking van de openbare financiën. Begrotingssteun aan Tanzania, die was voorzien voor 2009, is nog niet uitbetaald vanwege geringe voortgang in de verbetering van het investeringsklimaat onder meer tot uiting komend in een dispuut aangaande een Nederlandse investeerder. Begrotingssteun aan Burundi heeft tot doel stabiliteit te bevorderen. Ik heb na de politieke consultaties op 3 februari jl., waar het VN Group of Experts rapport uitgebreid besproken is met de drie veiligheidsministers van Burundi, besloten om de reeds door Uw Kamer geaccordeerde begrotingssteun 2009 aan Burundi uit te betalen.3 Zoals gemeld in antwoord op eerdere vragen van Uw Kamer, wordt U over vier maanden geïnformeerd over de beslissing om al dan niet nieuwe begrotingssteun in 2010 aan Burundi uit te betalen.4

Nederland voorziet in 2010 alleen schuldkwijtschelding aan landen die vallen onder het zogeheten Heavily Indebted Poor Countries (HIPC)-initiatief. Dit in internationaal verband afgesproken schuldverlichtinginitiatief voorziet in gefaseerde schuldkwijtschelding aan landen die èn zwaar verschuldigd zijn èn aan kunnen tonen dat ze hun financieel, macro-economisch en sociaal-economisch beleid op orde hebben gebracht. Van een aantal landen waarop Nederland nog leningen heeft uitstaan, wordt verwacht dat ze in 2010 in het kader van het HIPC-initiatief in aanmerking komen voor schuldkwijtschelding. Zo zal Nederland naar verwachting de schulden van Togo en van Liberia kwijtschelden, waarbij het om respectievelijk € 14 miljoen en € 28 miljoen gaat. Ook wordt voorzien dat de Democratische Republiek Congo deze zomer het HIPC-eindpunt zal bereiken, waarbij Nederland ongeveer € 300 miljoen zal kwijtschelden.5 Tot slot is er een kleine kans dat Ivoorkust in 2010 het HIPC-eindpunt bereikt. In dat geval zal Nederland € 95 miljoen kwijtschelden. Kortom, er worden voor 2010 alleen HIPC-kwijtscheldingen voorzien, die volgens een vastgelegd stramien verlopen. Nederland zal zich blijven houden aan de al jaren bestaande internationale afspraken op het gebied van schuldkwijtschelding


XNoot
1

Kamerstuk 29 237, nr. 101.

XNoot
2

Kamerstuk 32 123 V, nr. 8.

XNoot
3

Motie Ferrier: Kamerstuk 29 237, nr. 112, antwoord op vragen van lid Irrgang, Kamerstuk 1532 en VAO begrotingssteun, d.d. 18 november 2009.

XNoot
4

Antwoord op vragen van lid Irrgang, Kamerstuk 1532.

XNoot
5

Zie over DRC ook de recente brief aan Uw Kamer met kenmerk DVF/IF 072/2010 en Kamerstuk 32 123 V, nr. 68.

Naar boven