29 232 Air France – KLM

Nr. 40 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2020

Bijgaand treft u de antwoorden op de vragen van 9 juni en 10 juni jl. van de leden Kröger (GL), Paternotte (D66), Bruins (CU) en Van Raan (PvdD) over de Nederlandse inzet m.b.t. voorstel voor Raadsbesluit inzake EU-inzet in ICAO over CORSIA (COM (2020) 194 (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 3156). Hiermee geef ik tevens invulling aan het verzoek van de Commissie IenW van 3 juni jl. over de Nederlandse inzet m.b.t. het voorstel voor een Raadsbesluit inzake de EU-inzet in ICAO over CORSIA (COM (2020) 194).

Daarnaast wil ik met deze brief ingaan op het verzoek van het lid Meenen om u te informeren over de uitvoering van de motie van de leden Sneller (D66) en Stoffer SGP) (Kamerstuk 29 232, nr. 19) met betrekking tot Europese slotverordening. In deze motie wordt de regering verzocht zich Europees in te zetten voor een groene heropbouw van de sector door onder andere de toekenning van gratis EU ETS-rechten op te schorten en door de Europese slotverordening te herzien, waarmee duurzaamheid een criterium voor slotallocatie kan worden.

Het verlagen van gratis emissierechten voor de luchtvaart zal onderdeel uitmaken van de Europese Green Deal. De regering staat positief tegenover het afbouwen van gratis rechten en heeft de Europese Commissie gevraagd om een tijdige algehele evaluatie van het EU ETS, waarbij alle elementen van het EU ETS luchtvaart, waaronder de afbouw van gratis rechten, integraal afgewogen dienen te worden. Verder heb ik eerder aangegeven dat ik me bij de herziening van de slotverordening in de EU zal inzetten voor meer ruimte voor nationaal beleid, onder meer op het gebied van duurzaamheid.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven