29 225
Wijziging van de Wet sociale werkvoorziening en de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen met name in verband met de overgang van de indicatiestelling voor de sociale werkvoorziening van de gemeenten naar de Centrale organisatie werk en inkomen en verruiming van de mogelijkheden tot begeleid werken in het kader van de Wet sociale werkvoorziening, alsmede een aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht en de Beroepswet terzake

nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID BUSSEMAKER

Ontvangen 24 maart 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel II, onderdeel B, artikel 21a, wordt als volgt gewijzigd:

Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

2. Bij een onderzoek als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en alvorens een advies als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, uit te brengen, hoort de Centrale organisatie werk en inkomen in bij ministeriële regeling te bepalen gevallen een arbeidsdeskundige, een arbeidsmarktdeskundige, een arts en een psycholoog. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot het niveau en de onverenigbaarheid met andere functies, van de deskundigen, bedoeld in de eerste volzin.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de inhoud van artikel 12 van de Wet sociale werkvoorziening betreffende de inschakeling van deskundigen behouden blijft. Als onderdeel van het onderzoek op basis waarvan een indicatie wordt afgegeven kan in bepaalde gevallen een inhoudelijk advies worden gevraagd aan een arbeidsdeskundige, een arbeidsmarktdeskundige, een arts en een psycholoog. Bij ministeriële regeling zal bepaald worden in welke gevallen een onafhankelijk deskundigheidsoordeel noodzakelijk is. Het niveau en de onverenigbaarheid met andere functies, van de deskundigen zal eveneens bij ministeriële regeling geregeld worden.

Bussemaker

Naar boven