29 225
Wijziging van de Wet sociale werkvoorziening en de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen met name in verband met de overgang van de indicatiestelling voor de sociale werkvoorziening van de gemeenten naar de Centrale organisatie werk en inkomen en verruiming van de mogelijkheden tot begeleid werken in het kader van de Wet sociale werkvoorziening, alsmede een aanpassing van de Algemene wet bestuursrecht en de Beroepswet terzake

nr. 19
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 september 2004

In april 2004 is door lid Bruls c.s. van uw Kamer tijdens de behandeling van de Wet sociale werkvoorziening in aanwezigheid van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een motie ingediend waarin werd opgeroepen de mogelijkheid uit de nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen te gebruiken om overheidsopdrachten voor te behouden aan sociale werkplaatsen (TK 2003/2004 29 225 nr. 13). De motie riep tevens op deze richtlijnen met daarin de mogelijkheid van het voorbehoud aan sociale werkplaatsen voor 1 januari 2005 in nationale wetgeving om te zetten. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft aan de Kamer meegedeeld dat de behandeling van de motie na aanvaarding zou worden overgedragen aan de Minister van Economische Zaken, aangezien de aanbestedingsrichtlijnen op zijn werkterrein liggen.

Bij deze kan ik u meedelen dat ik in samenspraak met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de motie uitvoer door het overnemen van de mogelijkheid geboden door enerzijds artikel 19 van richtlijn 2004/18/EG (betreffende overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten) en anderzijds artikel 28 van richtlijn 2004/17/EG (betreffende opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten).

Op grond van de genoemde artikelen kunnen lidstaten de deelneming aan procedures voor de gunning van (overheids)opdrachten voorbehouden aan sociale werkplaatsen indien de meerderheid van de betrokken werknemers personen met een arbeidshandicap zijn. De achtergrond van dit artikel is het sociale belang van het voorzien van sociale werkvoorzieningen van voldoende activiteiten en het feit dat sociale werkvoorzieningen veelal een achterstand hebben bij het verwerven van opdrachten ten opzichte van bedrijven zonder arbeidsgehandicapte medewerkers.

Een voorwaarde voor de toepassing is dat de meerderheid van de bij de uitvoering van de betreffende overheidsopdracht betrokken werknemers arbeidsgehandicapten zijn.

Omdat de implementatie van de genoemde artikelen meeloopt met de implementatie van beide betrokken Europese richtlijnen, zal implementatie naar verwachting medio 2005 gereed zijn, hetgeen later is dan in de motie gevraagd (1 januari 2005). Hierdoor kunnen de Europese richtlijnen in één samenhangende actie in de Nederlandse wetgeving worden omgezet.

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

Naar boven