29 218
Wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de Algemene wet bestuursrecht, de Politiewet 1993 en enige andere wetten in verband met de invoering van een identificatieplicht van burgers ten opzichte van ambtenaren van politie aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en van toezichthouders (Wet op de uitgebreide identificatieplicht)

nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID VOS

Ontvangen 4 december 2003

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel II, onderdeel B, wordt in artikel 447e na «hem opgelegd bij artikel 2 van de Wet op de identificatieplicht» ingevoegd: en gedaan voor zover dit voor de uitoefening van de politie- of toezichthoudende taak noodzakelijk is.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe de noodzakelijkheid onderdeel te laten uitmaken van de delictsomschrijving. Daardoor moet komen vast te staan dat het vorderen tot inzage noodzakelijk was voor de uitoefening van de politie- of toezichthoudende taak. De verbalisant en toezichthouder worden hierdoor genoodzaakt de reden waarom tot vordering tot inzage over is gegaan in het proces-verbaal te vermelden. Nu kan daar twijfel over bestaan, omdat in het voorgestelde artikel 8a van de Politiewet 1993 de redelijkerwijs noodzakelijke uitoefening slechts een bevoegdheid creëert. Onduidelijk is wie kan toetsen of aan die eis is voldaan. Datzelfde geldt voor de toezichthouder waarvoor artikel 5:13 van de Algemene wet bestuursrecht geldt.

Vos

Naar boven