29 218
Wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de Algemene wet bestuursrecht, de Politiewet 1993 en enige andere wetten in verband met de invoering van een identificatieplicht van burgers ten opzichte van ambtenaren van politie aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en van toezichthouders (Wet op de uitgebreide identificatieplicht)

nr. 4
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VEN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

In het wetsvoorstel is gewijzigd:

Er is een nieuw artikel XXIII ingevoegd vanwege de het bij koninklijke boodschap van 12 mei 2003 ingediende voorstel van wet Werk en bijstand (Kamerstukken II 2002/03, 28 8780). Dit betreft een wetstechnische aanpassing. De navolgende artikelen zijn vernummerd.

In de memorie van toelichting is gewijzigd:

In paragraaf 1 is de laatste alinea toegevoegd.

In paragraaf 2 is in de tweede alinea de laatste volzin toegevoegd en de een na laatste alinea toegevoegd.

In paragraaf 3 is toegevoegd: «Ook de Raad van State heeft in zijn advies aandacht gevraagd voor de fraudebestendigheid van het rijbewijs. In voorbereiding onder verantwoordelijkheid van de Minister van Verkeer en Waterstaat is nu het project dat tot doel heeft een nieuw rijbewijsdocument in te voeren in 2006 (het project Nieuw Rijbewijs) dat voldoet aan de tweede Europese Richtlijn die invoering van het creditcard model en centrale aanmaak mogelijk maakt. De regering wil, zeker nog in afwachting van de evaluatie van het wetsvoorstel indien dit tot wet wordt verheven, vast houden aan de aanwijzing van het rijbewijs als algemeen identiteitsbewijs. De Minister van Verkeer en Waterstaat zal er bij de ontwikkeling van het nieuwe rijbewijs rekening mee houden dat het rijbewijs zeker voor de korte termijn tot 2008 ook als identiteitsbewijs zal moeten dienen.»

In paragraaf 4 is de zinsnede die luidde: «Het VIS zal daarna niet langer voor reisdocumenten worden gebruikt,» vervangen door: »De politie kan tevens gebruik maken van het Verificatie en Informatie Systeem (VIS) bij het KLPD, waarin als gestolen of vermist opgegeven buitenlandse identiteitsdocumenten en Nederlandse vreemdelingendocumenten als bedoeld in de Vreemdelingenwet 2000 zijn opgenomen. Dit systeem is 24 uur per dag raadpleegbaar vanaf elk aangesloten politiebureau, of – indien bijvoorbeeld raadpleging tijdens een surveillance op straat nodig is – via de meldkamer van het politiebureau.»

In paragraaf 5 zijn in de tweede alinea zijn de volgende volzinnen toegevoegd: Vaak is het onderscheid tussen openbare orde handhaving en het opsporen van strafbare feiten niet gemakkelijk aan te geven. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan groepen personen die samenscholen op een bepaalde plek. Dit kan een verstoring van de openbare orde, maar ook kan blijken dat tevens strafbare feiten worden gepleegd. Ook bij optreden in het kader van de hulpverleningstaak, kan er tegelijkertijd sprake zijn van handhaving van de openbare orde en mogelijk zelfs de opsporing van strafbare feiten. Bijvoorbeeld in geval van een burenruzie, waarbij meerdere, ook onbekende, personen betrokken zijn geraakt.

In paragraaf zes is de laatste alinea toegevoegd.

In de twee na laatste alinea luidden de laatste twee volzinnen: Aan de departementen is de vraag voorgelegd welke aanvullende bepalingen in de zin van aanwijzing van extra documenten nodig zijn. Het resultaat daarvan is neergeslagen in de artikelen VI en XIX van dit wetsvoorstel.»

In de artikelsgewijze toelichting op de artikelen VII, VIII, X en XVII is de laatste alinea aangevuld.

Naar boven