29 218
Wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de Algemene wet bestuursrecht, de Politiewet 1993 en enige andere wetten in verband met de invoering van een identificatieplicht van burgers ten opzichte van ambtenaren van politie aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en van toezichthouders (Wet op de uitgebreide identificatieplicht)

nr. 11
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 4 december 2003

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I wordt in onderdeel A onder 4° «waarvan de houder in Nederland woonachtig is en dat geregistreerd is in het rijbewijzenregister bedoeld in artikel 126 van de Wegenverkeerswet 1994, zolang de bij registratie van dat rijbewijs in dat register vastgestelde termijn van geldigheid in Nederland niet is verstreken» vervangen door: waarvan de houder in Nederland woonachtig is, zolang de bij de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde termijn van geldigheid in Nederland niet is verstreken.

B

In artikel VI wordt «, eerste lid, onder 1° of 2°,» vervangen door: , eerste lid, onder 1° tot en met 3°,.

C

In artikel VII, onderdeel B, onder 1, wordt «, eerste lid, onder 1° of 2°,» vervangen door: , eerste lid, onder 1° tot en met 3°,.

D

Artikel IX komt te luiden:

ARTIKEL IX

Artikel 151a van de Gemeentewet wordt gewijzigd als volgt:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Bij de uitoefening van het toezicht op de naleving van de in het eerste lid bedoelde voorschriften geldt de in artikel 2 van de Wet op de identificatieplicht bedoelde verplichting ook voor een persoon die de leeftijd van veertien jaar nog niet heeft bereikt. Deze toonplicht betreft een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1, onderdelen 1° tot en met 3°, van die wet.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de uitoefening van het toezicht op de naleving van gemeentelijke voorschriften met betrekking tot het, door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken.

E

In artikel XII wordt «, eerste lid, onder 1° of 2°,» vervangen door: , eerste lid, onder 1° tot en met 3°,.

F

De artikelen XXI en XXII worden vernummerd tot artikelen XXIV en XXV, de artikelen XVI tot en met XX worden vernummerd tot artikelen XVIII tot en met XXII en de artikelen XIV en XV worden vernummerd tot artikelen XV en XVI.

G

Na artikel XIII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XIV

Artikel 3, eerste lid, van de Wet identificatie bij dienstverlening komt te luiden:

1. Indien de cliënt een natuurlijke persoon is, wordt de identiteit vastgesteld met behulp van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht dan wel een ander document dat door Onze Minister is aangewezen.

H

In artikel XV (nieuw) wordt de zinsnede «, eerste lid, onder 1° of 2°,» vervangen door: , eerste lid, onder 1° tot en met 3°,.

I

Artikel XVI (nieuw) komt te luiden:

ARTIKEL XVI

Artikel 13 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt na «artikel 1» ingevoegd: , eerste lid, onder 1° tot en met 3°,.

2. In het vierde lid vervalt: of een geldig rijbewijs dat is afgegeven op grond van de Wegenverkeerswet dan wel een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994.

J

Na artikel XVI (nieuw) wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XVII

In artikel 3a van de Wet inzake spaarbewijzen vervalt: (Stb. 1993, 660) of van een geldig rijbewijs dat is afgegeven op basis van de Wegenverkeerswet dan wel een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994.

K

Artikel XVIII (nieuw) komt te luiden:

ARTIKEL XVIII

Artikel 13 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt na «artikel 1» ingevoegd: , eerste lid, onder 1° tot en met 3°,.

2. In het vierde lid vervalt: of een geldig rijbewijs dat is afgegeven op grond van de Wegenverkeerswet dan wel een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994.

L

In artikel XIX (nieuw) wordt de zinsnede «, eerste lid, onder 1° of 2°,» telkens vervangen door: , eerste lid, onder 1° tot en met 3°,.

M

Na artikel XXII (nieuw) wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XXIII

Artikel 17 van de Wet werk en bijstand wordt gewijzigd als volgt:

1. In het derde lid wordt na «artikel 1» ingevoegd: , eerste lid, onder 1° tot en met 3°,.

2. In het vierde lid vervalt: of een geldig rijbewijs dat is afgegeven op grond van de Wegenverkeerswet dan wel een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994.

Toelichting

De wijziging die wordt voorgesteld in artikel I vloeit voort uit de omstandigheid dat het Europese Hof van Justitie in Luxemburg op 10 juli 2003 de wijze van registratie van buitenlandse rijbewijzen in Nederland bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer heeft afgekeurd als in strijd met het gemeenschapsrecht. De minister van Verkeer en Waterstaat zal binnen afzienbare termijn voorstellen doen voor de oplossing van de thans onstane situatie. In dit verband is toereikend te verwijzen naar de in de Wegenverkeerswet 1994 te treffen voorziening.

De overige wijzigingen die in deze nota zijn opgenomen, betreffen wetstechnische aanpassingen. Deze aanpassingen werden reeds in de artikelsgewijze memorie van toelichting toegelicht. Door de in deze nota van wijziging aangebrachte vernummeringen sluit de wettekst thans geheel aan op de memorie van toelichting. In de tekst van het wetsvoorstel, zoals ingediend bij koninklijke boodschap van 24 september 2003, ontbraken deze aanpassingen evenwel door een administratieve omissie. Deze nota van wijziging beoogt deze aanpassingen alsnog in de tekst van het wetsvoorstel op te nemen.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven