nr. 7
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 25 november 2003
Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het verslag van de commissie.
Het verheugt mij, dat de leden van de fractie van GroenLinks hierin blijk
geven van hun waardering.
Slechts op een enkel punt heerst er onduidelijkheid ten aanzien van het
wetsvoorstel. De leden van de fractie van GroenLinks vragen om verheldering
van de wijze waarop artikel 29, eerste lid, van de Uitleveringswet, door middel
van de voorgestelde wijziging in artikel XIV van het wetsvoorstel, wordt geredigeerd,
aangezien zij van mening zijn, dat het niet de bedoeling kan zijn de overeenkomstige
toepassing van artikel 279 van het Wetboek van Strafvordering te laten vervallen.
In antwoord op voornoemd verzoek van de leden van de fractie van GroenLinks
en het door hen gedane tekstvoorstel, wijs ik erop, dat de voorgestelde wijziging
enkel beoogt en het effect heeft, dat de verwijzing naar artikel 280, tweede
en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering wordt geschrapt. De verwijzing
naar artikel 279 van het Wetboek van Strafvordering blijft dus intact. Daarnaast
wordt via de voorgestelde wijziging de onjuiste interpunctie – na «277»,
dus vóór «279», ontbreekt thans een komma –
hersteld. Het is overbodig na «279» een komma in te voegen, aangezien
deze er na de schrapping van de zinsnede «tot en met, 280, tweede en
derde lid» reeds staat.
Voorts wijs ik erop dat deze nota naar aanleiding van het verslag vergezeld
gaat van een nota van wijziging. Deze nota van wijziging bevat alleen wijzigingen
van ondergeschikte aard, alsmede de correctie van enkele verschrijvingen.
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner