Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 mei 2020
Hierbij bied ik u aan de concept regeling, houdende wijziging van de Subsidieregeling
Abortusklinieken (hierna: subsidieregeling) in verband met de inhoudelijke wijzigingen
en de verlenging van de werkingsduur.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
(artikel 4.10, zesde lid, van de Comptabiliteitswet 2016) en biedt uw Kamer de mogelijkheid
zich uit te spreken over de wijziging voordat ik deze zal ondertekenen en ter publicatie
aan de Staatscourant zend.
Op grond van de aangehaalde bepaling onderteken ik de conceptregeling niet eerder
dan 30 dagen nadat deze aan uw Kamer is voorgelegd.
Een conceptversie van de beoogde regeling is als bijlage toegevoegd (bijlage 1) 1. Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van de beoogde regeling met ingang van
1 januari 2021.
Aanleiding
De huidige subsidieregeling vervalt per 31 december 2020. Gelet hierop en het feit
dat behoefte was aan verbetering en aanscherping van de regeling, is een wijzigingsregeling
opgesteld.
In de wijziging zijn de aanbevelingen uit de evaluatie van de subsidieregeling (ADR,
2019) en uit het onderzoek «Toezicht bij de subsidieregeling abortusklinieken» (ADR,
2019) meegenomen. Ook is een kostenonderzoek uitgevoerd om de tarieven te bepalen.
Mede op basis van de evaluatie zijn de hoofdpunten van de huidige herziening:
-
– De definities van de activiteiten zijn strakker geformuleerd. Ook is een aantal financiële
begrippen geïntroduceerd die van belang zijn bij de nieuwe wijze van verantwoorden.
-
– De subsidiabele activiteiten zijn uitgebreid. Zo zijn er aparte tarieven toegevoegd
binnen de late zwangerschapsafbrekingen en voor de inzet van een anesthesioloog.
-
– Op basis van gewogen gemiddelden zijn nieuwe kostendekkende tarieven voor deze activiteiten
vastgesteld.
-
– De subsidie voor abortushulpverlening vormt staatssteun. De staatssteun kan worden gerechtvaardigd door de klinieken te belasten met een dienst van
algemeen economisch belang. Daarbij is van belang dat overcompensatie moet worden
voorkomen. Mede hierom zijn de verantwoordingseisen aangepast.
Voortzetting van de subsidieregeling wordt zeer wenselijk geacht vanwege het belang
van goede, voldoende beschikbare en toegankelijke abortushulpverlening.
Op basis van de evaluatie ben ik voornemens de subsidiëring voort te zetten. Met de
concept regeling wordt de werkingsduur van de subsidieregeling verlengd met vijf jaar
(de maximaal toegestane periode van vijf jaar, conform artikel 4.10, tweede lid, van
de Comptabiliteitswet 2016). Dit betekent dat de subsidieregeling per 31 december
2025 zou komen te vervallen.
Ik hoop u zo voldoende te hebben geïnformeerd over de beoogde verlenging en wijziging
van de subsidieregeling.
De Minister voor Medische Zorg,
M.J. van Rijn