29 214 Subsidiebeleid VWS

Nr. 102 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 maart 2024

Hierbij stuur ik op verzoek van uw Kamer een schriftelijke reactie op de brief van het Landelijk Oudercontact Voor de Trekkende beroepsbevolking (LOVT) (d.d. 6 februari 2024) over de mogelijke maatregel «het stopzetten van de subsidieregeling voor schippersinternaten». Deze maatregel wordt vermeld in de Kamerbrief van 29 januari jl. als onderdeel van een reeks aan maatregelen die overwogen kunnen worden om de aanvullende besparing op de Jeugdzorg van structureel € 511 mln. in te vullen.1

In de desbetreffende brief uit de LOVT haar zorgen aan uw commissie over de maatregel «het stopzetten van de bestaande subsidieregeling voor schippersinternaten». Zoals u bekend is door dit kabinet géén besluit genomen over deze of andere genoemde maatregelen in de Kamerbrief van 29 januari jl. Het is aan een nieuw kabinet om over de invulling van de structurele 511 mln te besluiten of de besparing te schrappen door middel van het vinden van alternatieve dekking. Indien er op korte termijn geen nieuw kabinet is gevormd, zal het demissionaire kabinet zijn verantwoordelijkheid nemen om een passende oplossing te zoeken voor ingeboekte besparingen, mede in het licht van de overheidsfinanciën. Daarmee is de situatie die de LOVT schetst op dit moment niet aan de orde.

Ik ben wel met stichting Meander en stichting Limena, de twee organisaties die gebruik maken van de subsidieregeling, in gesprek over de uitvoering van een deel van de motie Koerhuis2 over het nader in kaart brengen van de problematiek bij schippersinternaten gegeven de daling van het aantal schipperskinderen. Deze analyse kan de basis vormen voor besluitvorming door een nieuw kabinet, ook in relatie tot het andere deel van de motie dat verzoekt om schippersinternaten extra te subsidiëren zodat ze ook met een laag kindertal open kunnen blijven.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen


X Noot
1

Kamerstuk 36 410 XVI, nr. 110

X Noot
2

Kamerstuk 36 200 A, nr. 95

Naar boven