nr. 66
AMENDEMENT VAN HET LID BUSSEMAKER
Ontvangen 11 november 2003
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I worden na onderdeel Rc, twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Rd. Artikel 6.18, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b vervalt «, andere dan de premie, bedoeld in artikel
17 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten,».
2. Onderdeel c wordt vervangen door:
c. premies en bijdragen voor een ziektekostenregeling, waaronder de Ziekenfondswet,
niet in aanmerking genomen;.
Re. Artikel 6.24 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel a, wordt vervangen door:
a. indien het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden
aftrek € 17 517 niet te boven gaat: € 45 maal het
aantal personen dat tot zijn huishouden behoort;.
2. Het eerste lid, onderdeel b, wordt vervangen door:
b. indien het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden
aftrek € 17 517 te boven gaat maar € 51 750
niet te boven gaat: 11,2% van het verzamelinkomen vóór toepassing
van de persoonsgebonden aftrek, waarbij deze uitkomst wordt verminderd met € 1962,
alsmede vermeerderd met € 45 maal het aantal personen dat tot zijn
huishouden hoort;.
3. Het eerste lid, onderdeel c, wordt vervangen door:
c. indien het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden
aftrek € 51 750 te boven gaat: € 3834, vermeerderd
met € 45 maal het aantal personen dat tot zijn huishouden hoort.
4. Na het eerste lid wordt, onder vernummering van het tweede tot en met
vierde lid tot derde tot en met vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. Het bedrag aan buitengewone uitgaven dat op grond van het eerste lid
in aanmerking wordt genomen, wordt verminderd met het bedrag aan eigen risico
voor een ziektekostenregeling, waaronder de Ziekenfondswet. Ingeval de belastingplichtige
zich niet heeft verzekerd voor ziektekosten wordt de vermindering met het
bedrag aan eigen risico gesteld op € 1962.
5. In de aanhef van het tot derde lid vernummerde tweede lid wordt «op
grond van het eerste lid» vervangen door: op grond van het eerste en
tweede lid.
6. In het tot vierde lid vernummerde derde lid wordt «voor de toepassing
van het eerste en het tweede lid» vervangen door: voor de toepassing
van het eerste en derde lid. Voorts wordt «worden in het eerste lid
en het tweede lid, onderdeel a en onderdeel b, het bedrag van € 6643
vervangen door: € 13 286 en het bedrag van € 744
door: € 1488» vervangen door: wordt in het eerste lid, onderdeel
a en onderdeel b, het bedrag van € 17 517 vervangen door: € 35 034
en wordt in het eerste en tweede lid het bedrag van € 1962 vervangen
door: € 3924.
Toelichting
Met dit amendement worden
– de premie voor de ziektekostenverzekering niet meer beschouwd
als buitengewone uitgave,
– de drempel voor de omvang van de buitengewone uitgaven verlaagd
met het bedrag van de premie voor de standaardpakketpolis (€ 1962),
– de opgevoerde ziektekosten verlaagd met het «vrijwillige»
eigen risico dat bij een ziektekostenverzekering wordt afgesproken.
Nu maken veel mensen gebruik van de buitengewone uitgavenregeling voor
ziektekosten die geen «buitengewone» maar daarentegen «gewone»
ziektekosten maken. De premie voor een ziektekostenverzekering is aan te merken
als een gewone uitgave. Het vrijwillig eigen risico dat wordt afgesproken
bij een ziektekostenverzekering, verlaagt de premie en is dus ook een gewone
uitgave waar men zelf voor kiest.
Op grond van dit amendement wordt een absolute drempel per gezinslid opgenomen
in de buitengewone uitgavenregeling. Wanneer het gezin van de belastingplichtige
bestaat uit man, vrouw en kind bedraagt de absolute drempel die voor de inkomensafhankelijke
drempel wordt toegepast 3 keer € 45.
Dit amendement is budgettair neutraal.
Bussemaker