29 210
Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2004)

nr. 32
AMENDEMENT VAN HET LID VENDRIK

Ontvangen 7 november 2003

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In ARTIKEL XI wordt na onderdeel C een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca. In artikel 22 wordt «34,5 percent» vervangen door: 35 percent.

II

Aan ARTIKEL XVI wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

C. Artikel 36q vervalt.

III

ARTIKEL XVII, onderdeel A, komt te luiden:

A. Artikel 36i wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel d komt te luiden:

d. aardgas, met een bovenste verbrandingswaarde van 35,17 megajoule, voor dat gedeelte van de geleverde hoeveelheid per verbruiksperiode van 12 maanden per aansluiting dat:

– niet hoger is dan 5000 m3, per m3 € 0,1429;

– hoger is dan 5000 m3, maar niet hoger dan 170 000 m3, per m3 € 0,0727;

– hoger is dan 170 000 m3, per m3 € 0,0360;

b. Onderdeel g komt te luiden:

g. elektriciteit voor dat gedeelte van de geleverde hoeveelheid per verbruiksperiode van 12 maanden per aansluiting dat:

– niet hoger is dan 10 000 kWh, per kWh € 0,0654;

– hoger is dan 10 000 kWh, maar niet hoger dan 50 000 kWh, per kWh € 0,0212;

– hoger is dan 50 000 kWh, per kWh € 0,0111.

2. In het vijfde lid wordt «het eerste lid, onderdeel d, vierde en zevende lid» vervangen door: het eerste lid, onderdeel d, en vierde lid.

3. Het zesde, zevende en tiende lid vervallen onder vernummering van het achtste, negende, elfde, twaalfde, dertiende en veertiende lid tot respectievelijk het zesde, zevende, achtste, negende, tiende en elfde lid.

4. In het tot zevende lid vernummerde negende lid wordt «het eerste lid, onderdelen d en g, vierde, zesde en zevende lid» vervangen door: het eerste lid, onderdelen d en g, en vierde lid.

5. In het tot achtste lid vernummerde elfde lid wordt «het derde, vierde, zesde en zevende lid» vervangen door: het derde en vierde lid.

6. In het tot elfde lid vernummerde veertiende lid wordt «het eerste lid, onderdeel d, het vierde, zevende en achtste lid»vervangen door: het eerste lid, onderdeel d, vierde en zesde lid. Voorts wordt «het eerste lid, onderdeel d, het vierde, het zevende en het achtste lid» vervangen door: het eerste lid, onderdeel d, vierde en zesde lid.

IV

ARTIKEL XVIII komt te luiden:

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2006 als volgt gewijzigd:

A. Artikel 36i, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel d komt te luiden:

d. aardgas, met een bovenste verbrandingswaarde van 35,17 megajoule, voor dat gedeelte van de geleverde hoeveelheid per verbruiksperiode van 12 maanden per aansluiting dat:

– niet hoger is dan 5000 m3, per m3 € 0,1429;

– hoger is dan 5000 m3, maar niet hoger dan 170 000 m3, per m3 € 0,0727;

– hoger is dan 170 000 m3, per m3 € 0,0465;

2. Onderdeel g komt te luiden:

g. elektriciteit voor dat gedeelte van de geleverde hoeveelheid per verbruiksperiode van 12 maanden per aansluiting dat:

– niet hoger is dan 10 000 kWh, per kWh € 0,0654;

– hoger is dan 10 000 kWh, maar niet hoger dan 50 000 kWh, per kWh € 0,0212;

– hoger is dan 50 000 kWh, per kWh € 0,0144.

B. In artikel 36j wordt het in het eerste lid genoemde bedrag vervangen door: € 197.

V

Na ARTIKEL XXVI wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XXVIA

Indien het bij koninklijke boodschap van 9 september 2003 ingediende voorstel van wet tot wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Overige fiscale maatregelen 2004) tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A. In artikel IV worden voor onderdeel A twee onderdelen ingevoegd, luidende:

0A. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na onderdeel d een onderdeel ingevoegd, luidende:

e. langdurig werkloze: degene die langer dan 12 maanden zonder onderbreking als werkloos werkzoekende staat ingeschreven bij de Centrale organisatie werk en inkomen, genoemd in hoofdstuk 4 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;.

2. Het vierde lid, onderdeel a, wordt vervangen door:

a. de artikelen 6, 12 en 16b in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en, wat betreft artikel 12, onderdeel a, na overleg met Onze Minister van Economische Zaken;.

0B. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:

b. de afdrachtvermindering langdurig werklozen;.

2. In het derde lid wordt «De afdrachtvermindering onderwijs» vervangen door: De afdrachtvermindering langdurig werklozen, de afdrachtvermindering onderwijs.

B. Artikel IV, onderdeel A, wordt vervangen door:

A. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel a, wordt vervangen door:

a. de afdrachtvermindering lage lonen per kalenderjaar

indien hij de leeftijd heeft vandoch niet de leeftijd van 
15 jaren16 jaren€ 216
16 jaren17 jaren€ 247
17 jaren18 jaren€ 285
18 jaren19 jaren€ 328
19 jaren20 jaren€ 378
20 jaren21 jaren€ 441
21 jaren22 jaren€ 522
22 jaren23 jaren€ 612
23 jaren € 2 082

2. Na het eerste lid, onderdeel a, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

b. de afdrachtvermindering langdurig werklozen: € 2 485 per kalenderjaar;.

3. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «€ 2 485» vervangen door: € 2 500. Voorts wordt «€ 1 583» vervangen door: € 1 500.

C. In artikel IV worden na onderdeel A twee onderdelen ingevoegd, luidende:

Aa. Artikel 7 wordt vervangen door:

Artikel 7. De afdrachtvermindering lage lonen is van toepassing met betrekking tot de werknemer wiens loon in het desbetreffende loontijdvak niet meer bedraagt dan diens toetsloon voor dat tijdvak. Het toetsloon voor de afdrachtvermindering lage lonen bedraagt per kalenderjaar

indien hij de leeftijd heeft vandoch niet de leeftijd van 
15 jaren16 jaren€ 5 521
16 jaren17 jaren€ 6 349
17 jaren18 jaren€ 7 270
18 jaren19 jaren€ 8 374
19 jaren20 jaren€ 9 662
20 jaren21 jaren€ 11 318
21 jaren22 jaren€ 13 342
22 jaren23 jaren€ 15 642
23 jaren € 18 263

Ab. Na artikel 7 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK IV AFDRACHTVERMINDERING LANGDURIG WERKLOZEN

Artikel 8. 1. De afdrachtvermindering langdurig werklozen is van toepassing met betrekking tot de werknemer voor wie de inhoudingsplichtige over een verklaring langdurig werkloze beschikt en wiens loon in het desbetreffende loontijdvak niet meer bedraagt dan diens toetsloon voor dat tijdvak. Het toetsloon voor de afdrachtvermindering langdurig werklozen bedraagt:

a. ten aanzien van de werknemer die bij aanvaarding van de dienstbetrekking de leeftijd van 50 jaar niet heeft bereikt € 20 533 per kalenderjaar;

b. ten aanzien van de werknemer die bij aanvaarding van de dienstbetrekking de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt € 23 559 per kalenderjaar.

2. De afdrachtvermindering langdurig werklozen is met betrekking tot een werknemer gedurende ten hoogste 48 maanden van toepassing.

Artikel 9. 1. De verklaring langdurig werkloze is een schriftelijk stuk waarin de Centrale organisatie werk en inkomen jegens de inhoudingsplichtige verklaart dat de aanstaande werknemer of de werknemer een langdurig werkloze is onderscheidenlijk was op het tijdstip voorafgaand aan de aanvraag van de dienstbetrekking. De verklaring bevat het sociaal-fiscaalnummer van de werknemer.

2. De verklaring langdurig werkloze wordt kosteloos aan de inhoudingsplichtige afgegeven op diens daartoe strekkende verzoek.

3. De inhoudingsplichtige bewaart een afschrift van de verklaring langdurig werkloze bij de loonadministratie.

Artikel 10. 1. De Centrale organisatie werk en inkomen geeft geen verklaring langdurig werkloze af indien:

a. de dienstbetrekking voor bepaalde tijd van minder dan 12 weken of met een gemiddelde arbeidsduur per kalenderweek die korter is dan 15 uren is aangegaan;

b. de inhoudingsplichtige in de periode van zes maanden voorafgaand aan het aangaan van de arbeidsovereenkomst waarvoor een verklaring wordt aangevraagd, na verkregen toestemming van de Centrale organisatie werk en inkomen een of meer arbeidsovereenkomsten heeft beëindigd op grond van bedrijfseconomische redenen, dan wel indien een aanvraag voor een ontslagvergunning om bedrijfseconomische redenen in behandeling is;

c. de afgifte in strijd zou zijn met doel en strekking van deze wet.

2. De Centrale organisatie werk en inkomen kan, in afwijking van het eerste lid, onderdeel b, toch een verklaring langdurig werkloze afgeven indien naar haar oordeel door het afgeven van de verklaring geen verdringing zal optreden van arbeidsovereenkomsten waarop de afdrachtvermindering langdurig werklozen niet van toepassing is.

3. Bij ministeriële regeling van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste lid, onderdeel c.

Artikel 11. 1. De Centrale organisatie werk en inkomen trekt bij beschikking de verklaring langdurig werkloze in met ingang van het tijdstip waarop:

a. een of meer andere arbeidsovereenkomsten dan die met de in artikel 8 bedoelde werknemer, na verkregen toestemming van de Centrale organisatie werk en inkomen worden beëindigd op grond van bedrijfseconomische redenen, ingeval deze beëindiging plaatsvindt binnen zes maanden na het tijdstip waarop de afdrachtvermindering langdurig werklozen voor het eerst met betrekking tot die werknemer is toegepast;

b. blijkt dat ter harer verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist zijn dat op het verzoek een andere beslissing zou zijn genomen indien bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden bekend zouden zijn geweest;

c. blijkt dat de Centrale organisatie werk en inkomen de verklaring ten onrechte heeft afgegeven.

2. De Centrale organisatie werk en inkomen kan, in afwijking van het eerste lid, onderdeel a, bij beschikking beslissen dat de verklaring langdurig werkloze niet wordt ingetrokken.

3. De inhoudingsplichtige bewaart een afschrift van de beschikking, bedoeld in het eerste en het tweede lid, bij de loonadministratie.

Artikel 12. Bij ministeriële regeling kan met betrekking tot artikel 1, eerste lid, onderdeel e, zo nodig onder voorwaarden, worden bepaald:

a. dat de periode van 12 maanden wordt verkort, doch niet verder dan tot 6 maanden, voor aan te wijzen gebieden met een hoge werkloosheid;

b. dat aan te wijzen groepen personen die met betrekking tot de kansen op de arbeidsmarkt in nagenoeg dezelfde positie verkeren als langdurig werklozen, daarmee worden gelijkgesteld;

c. welke perioden van niet als werkloos werkzoekende staan ingeschreven, niet gelden als onderbreking.

Artikel 13. Bij ministeriële regeling kan Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, na overleg met Onze Minister van Financiën, regels stellen ter bevordering van een goede uitvoering van dit hoofdstuk, alsmede met betrekking tot het verschaffen van inlichtingen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid die hij nodig heeft voor het verkrijgen van inzicht in de werking van dit hoofdstuk en hoofdstuk III.

D. In artikel IV wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba. Aan artikel 30 wordt na het vijfde lid een lid toegevoegd, luidende:

6. Artikel 8:4, onderdeel g, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing ten aanzien van besluiten van de Centrale organisatie werk en inkomen op grond van artikel 9 van deze wet.

E. Artikel IV, onderdeel C, vervalt.

F. Artikel IV, onderdeel D, wordt vervangen door:

D. Artikel 31 wordt vervangen door:

Artikel 31. 1. Bij het begin van het kalenderjaar worden de in de artikelen 7, 8,14, derde lid, en 16b vermelde toetslonen en de in artikel 16b vermelde maximumbedragen van de afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof vervangen door andere.

2. Het in artikel 7 laatstvermelde toetsloon wordt gesteld op 115 percent van het twaalfvoud van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel in de premie ingevolge de Werkloosheidswet en vermeerderd met het werkgeversaandeel in de premie ingevolge de Ziekenfondswet. De overige in artikel 7 vermelde toetslonen worden dienovereenkomstig vastgesteld op basis van de desbetreffende krachtens artikel 8, derde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bepaalde minimumlonen.

3. De in artikel 8, eerste lid, tweede volzin, onderdeel a, en artikel 14, derde lid, vermelde toetslonen worden gesteld op 130 percent van het twaalfvoud van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel in de premie ingevolge de Werkloosheidswet en vermeerderd met het werkgeversaandeel in de premie ingevolge de Ziekenfondswet.

4. Het in artikel 8, eerste lid, tweede volzin, onderdeel b, vermelde toetsloon wordt gesteld op 150 percent van het twaalfvoud van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel in de premie ingevolge de Werkloosheidswet en vermeerderd met het werkgeversaandeel in de premie ingevolge de Ziekenfondswet.

5. Het in artikel 16b, eerste lid, laatstvermelde bedrag wordt gesteld op 70 percent van het twaalfvoud van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel in de premie ingevolge de Werkloosheidswet en vermeerderd met het werkgeversaandeel in de premie ingevolge de Ziekenfondswet. De overige in artikel 16b, eerste lid, vermelde bedragen worden dienovereenkomstig vastgesteld op basis van de desbetreffende krachtens artikel 8, derde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bepaalde minimumlonen.

6. Het in artikel 16b, tweede lid, laatstvermelde bedrag wordt gesteld op 70 percent van het twaalfvoud van het in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bedoelde bedrag, verminderd met het werknemersaandeel in de premie ingevolge de Werkloosheidswet en vermeerderd met het werkgeversaandeel in de premie ingevolge de Ziekenfondswet. De overige in artikel 16b, eerste lid, vermelde bedragen worden dienovereenkomstig vastgesteld op basis van de desbetreffende krachtens artikel 8, derde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag bepaalde minimumlonen.

7. Indien ingevolge een van de sociale-verzekeringswetten een premie wordt ingehouden waarvan het percentage per bedrijfstak verschilt, wordt voor de toepassing van het tweede tot en met zesde lid het percentage in aanmerking genomen dat wordt vastgesteld krachtens artikel 9, vierde lid, van de Algemene Ouderdomswet.

G. Artikel IV, onderdeel E, wordt vervangen door:

E. Artikel 33 vervalt.

H. Artikel V vervalt.

I. Artikel VI vervalt.

J. Artikel XIX wordt vervangen door:

Artikel XIX

In de wet van 12 december 2002, Stb. 615, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Belastingplan 2003, deel I) vervallen de artikelen XII, XIII en XIV.

VI

ARTIKEL XXVII komt te luiden:

Indien het bij koninklijke boodschap van 16 september 2003 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslagen en de Wet op de accijns (implementatie richtlijn Energiebelastingen) tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A. Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel K wordt als volgt gewijzigd:

a. Het in het eerste lid voorgestelde eerste lid, onderdeel d, van artikel 36i van de Wet belastingen op milieugrondslag komt te luiden:

d. aardgas, met een bovenste verbrandingswaarde van 35,17 megajoule, voor dat gedeelte van de geleverde hoeveelheid per verbruiksperiode van 12 maanden per aansluiting dat:

– niet hoger is dan 5000 m3, per m3 € 0,1429;

– hoger is dan 5000 m3, maar niet hoger dan 170 000 m3, per m3 € 0,0727;

– hoger is dan 170 000 m3, per m3 € 0,0250;

b. Het in het eerste lid voorgestelde eerste lid, onderdeel g, van artikel 36i van de Wet belastingen op milieugrondslag komt te luiden:

g. elektriciteit voor dat gedeelte van de geleverde hoeveelheid per verbruiksperiode van 12 maanden per aansluiting dat:

– niet hoger is dan 10 000 kWh, per kWh € 0,0654;

– hoger is dan 10 000 kWh, maar niet hoger dan 50 000 kWh, per kWh € 0,0212;

– hoger is dan 50 000 kWh, per kWh € 0,0077.

c. Het zesde, achtste en negende lid vervallen onder vernummering van het zevende en tiende lid in onderscheidenlijk zesde en zevende lid.

d. Het tot zesde lid vernummerde zevende lid komt te luiden:

6. In het negende lid wordt «het eerste lid, onderdelen d en e,» vervangen door: het eerste lid, onderdelen d en g,.

e. In het tot zevende lid vernummerde tiende lid worden de aanduidingen «15.», «16.», «17.» vervangen door onderscheidenlijk: 12., 13. en 14.

2. Onderdeel M wordt als volgt gewijzigd:

a. Het tweede lid komt te luiden:

2. Na het tweede lid wordt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde onderscheidenlijk vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:

3. Vrijstelling van belasting wordt verleend ter zake van de levering van aardgas en overige gassen die worden gebruikt anders dan als brandstof dan wel aardgas dat wordt gebruikt als additief of als vulstof in producten die direct of indirect zijn bestemd voor verbruik, worden aangeboden voor verkoop of worden verbruikt als aardgas.

b. In het derde lid wordt «tot vijfde lid vernummerde» vervangen door: tot vierde lid vernummerde. Voorts wordt «, derde en vierde lid,» vervangen door: en derde lid,.

3. Onderdeel N wordt als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid wordt «twaalfde, dertiende, veertiende en vijftiende» vervangen door: twaalfde en dertiende.

b. Het vijfde lid komt te luiden:

5. Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:

13. Op verzoek wordt teruggaaf van de belasting verleend met betrekking tot aardgas en overige gassen die worden gebruikt op een in artikel 36k, derde lid, bedoelde wijze.

4. Onderdeel Q vervalt.

B. Artikel II, onderdeel E, eerste en tweede lid, wordt vervangen door:

1. Onderdeel a wordt vervangen door:

a. lichte olie, per 1000 L bij een temperatuur van 15°C € 733,73 indien het gelode lichte olie betreft en € 658,88 indien het ongelode lichte olie betreft;.

2. Onderdeel b wordt vervangen door:

b. halfzware olie en gasolie, per 1000 L bij een temperatuur van 15°C € 359,87;.

Toelichting

Per 1 januari 2003 zijn de volgende maatregelen genomen:

– start met de gefaseerde afbouw van de afdrachtvermindering lage lonen (SPAK);

– afschaffing van de afdrachtvermindering langdurig werklozen (VLW).

Met dit amendement wordt de afbouw van de afdrachtvermindering lage lonen en de afschaffing van de afdrachtvermindering langdurig werklozen met ingang van 1 januari 2004 teniet gedaan. Per 1 januari treden beide afdrachtverminderingen dus weer in werking op de voet van de regels zoals die per 31 december 2002 van toepassing waren.

De bedragen die hier worden genoemd zijn niet de bedragen die feitelijk in 2004 zullen gelden maar de bedragen per 31 december 2003, dus voor toepassing van de inflatiecorrectie.

De budgettaire derving ten gevolge van de handhaving van de SPAK en VLW bedraagt 570 mln in 2004 oplopend naar 1160 mln structureel vanaf 2006. Dit wordt gedekt door de overige maatregelen in dit amendement. In de eerste plaats wordt het Vpb tarief verhoogd naar 35%. Daarnaast wordt een aantal wijzigingen in de regulerende energiebelasting voorgesteld. Als eerste het vervallen van de vrijstelling voor grootverbruikers die deelnemen aan het Benchmarkconvenant of een MJA. Daartoe komt artikel 36q van de Wet belastingen op milieugrondslag te vervallen. Daarnaast vervalt het in het wetsvoorstel implementatie richtlijn Energiebelastingen voorgesteld tariefsonderscheid tussen zakelijk en niet-zakelijk verbruik van aardgas en elektriciteit bij grootverbruikers alsmede de daarmee samenhangende teruggaafregeling. Voorts worden de tarieven voor grootverbruikers met betrekking tot aardgas en elektriciteit verhoogd. Tot slot vervalt de in het wetsvoorstel implementatie richtlijn Energiebelastingen voorgestelde vrijstelling en de daarmee samenhangende teruggaafregeling voor elektriciteit gebruikt voor chemische reductie en elektrolytische en metallurgische procédés.

De totale budgettaire gevolgen van dit voorstel worden in bijgaande tabel geschetst:

Budgettaire effecten amendement (€ mln)

Maatregel200420052006
Handhaven SPAK en VLW– 570– 870– 1 160
Verhogen VPB van 34½% naar 35%220220220
REB350650940
Totaal000

Vendrik

Naar boven